Module 8 Flashcards

1
Q

Welke fields zitten in een ipv4 header en wat doen ze?

A

version-> v4
Differentiated services-> voor QoS
Time-To-Live -> telt de hops die de packet heeft gemaakt en router dropt als die op 0 staat.
Header Checksum-> check of het niet corrupt is.
Destination en Source-> ip-adressen
Protocols -> de gebruikte protocols van layers hogerop bv ICMP,TCP,UDP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de limitaties van het gebruik maken van ipv4?

A

Dat we geen ipv4 adressen meer hebben om uittedelen
Er is geen end-to-end connectie meer, want al onze public adressen zijn weg

Het is meer complex geworden omdat we gebruik moeten maken van NAT en private ipv4s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie heeft ipv6 packets gedevelopeerd en waarom is het beter dan ipv4 packets

A

IETF heeft deze gedevelopeerd

ipv6 packets zijn beter omdat ze gebruik maken van minder fields en dus minder complex zijn

Ze moeten geen gebruik maken van nat want ze hebben genoeg ips

ze hebben een grotere adress space (128 bits ipv 32 bits)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke ipv4 fields zijn verwijderd in ipv6 packets?

A

Flag
Checksum
Fragment ofset

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn Extension headers?

A

deze worden soms tussen de header en en de data geplaatst als er nood is aan extra informatie die moet worden meegegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke fields zitten er in een ipv6 packet

A

version -> v6
Traffic Class -> voor Qos
Flow Tabel ->
Payload Length -> zegt hoe groot de data is
Next header -> de protocols uit next level die gebruikt worden
Hop Limit -> vervangt TTL
Source IPv4 en destination IPv4.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie maakt de packet aan?

A

De packets worden gemaakt bij de source.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat moet elke host in een netwerk aanmaken?

A

Een routing table.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Naar wie kan een host een packet versturen?

A

Naar zichzelf,naar local hosts of naar remote hosts.

local packet wordt naar een intermediary device gestuurd

remote packet gaat rechtstreeks naar de DGW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Meer info over een DGW?

A

een router of layer 3 switch kan DGW zijn.

Het moet een ip hebben dat binnen de range zit
hij kan packets routen naar andere netwerken

Elke host moet deze DGW instellen,een host krijgt de gdw , statically of via dhcp

bij ipv6 is het dan RS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat provide de netwerklaag?

A

Dat je devices informatie kunnen ruilen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke protocols zijn er in de netwerklaag?

A

ipv4 en ipv6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke 4 tasks doet de netwerklaag?

A

Adressing,routing,encapsulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zit ip encapsulatie in elkaar?

A

Hij encapsuleert een layer 4 segment.
Deze blijft de gehele rit ongewijzigd.
passeert bij elke layer 3 device

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke characteristics heeft de ip protocol?

A

Het is connectionless -> neemt geen connectie met zijn bestemming,geen controle info, de destination device krijgt ook geen prenotification dat het eraankomt,hiervoor moet je andere protocols toevoegen.

het is unreliable -> het kan gee defecte packets opnieuw sturen,andere protocols nodig.
Het is best effort -> zal niet garanderen dat het aankomt.
kan ook niet weten of het is aangekomen

het is media independent -> het soort media maakt niet uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een MTU

A

Maximum Transmission Unit deze wordt established door de netwerklaag door de control info van de data link laag.

17
Q

Wat is fragmentation?

A

Het opsplitsen van een layer 3 packet in kleinere deeltjes.alleen bij ipv4.