Module 1 Flashcards

1
Q

Wat is de naam voor elk toestel in een netwerk?

A

Host or End-Device

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn servers?

A

Computers die informatie aan end-devices geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn clients?

A

Computers die requests sturen naar servers voor informatie optellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een peer-to-peer netwerk?

A

Hierbij is het device zowel de server als de client.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de voor en nadelen van een peer-to-peer netwerk?

A

voordelen:
het is makkelijk optezetten,
minder complex
kost weinig

nadelen:
geen centralized administration
niet secure
niet schaalbaar
traag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie zijn end-devices?

A

het toestel dat een request doet voor info en degene die het verstuurt zijn allebei end-devices.

Om ze uit elkaar te houden krijgt elk device een verschillend adres.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn intermediary network devices

A

vb;routers,switches

ze interconnection end-devices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de taken van intermediary network devices?

A

Om andere toestellen te waarschuwen voor errors
voor het opnieuwsturen van signalen

om data toetelaten ofniet
om data te redoute indien het ergens niet door kan
deny flow of data
classify data

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn netwerk media types?

A

Metal
GlassFiber
Wireless

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Naar welke 4 criteria moet je kijken bij je keuze van netwerk media type?

A

Wat is de kost van installatie?

Wat is de maximale afstand voor een succesvolle carry van een signaal?

In welke omgeving wordt het geïnstalleerd?

Wat is de hoeveelheid data die moet worden getransporteerd en met welke snelheid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een netwerk diagram?

A

Meestal een topology genoemd, gebruikt symbolen om een netwerk voorstellen.

dit kan een fysieke of logische topology zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 2 meest voorkomende netwerktypes?

A

LAN

WAN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is LAN?

A

Local Area Network

Interconnects devices in een gelimiteerd gebied
administrate door 1 organisatie of 1 persoon
Zeer hooge snelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is WAN?

A

Wide Area Network

interconnects LAN over een groot gebied

administratie door 1 of meerdere organisaties

tragere snelheid tussen LAN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een intranet?

A

privé collectie van wan en lan van een organisatie zoadat hun personeel geautoriseerd connectie kan hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een extranet?

A

Hiermee kunnen ze externe mensen secure op hun netwerk laten gaan zoals couriers etc…

17
Q

Wat is NIC?

A

Network Interface Card-> Om end devices Physiek te connecten.

18
Q

Wat is een Physical Port?

A

De outlets aan end-devices om ze aan elkaar te verbinden met netwerk media.

19
Q

Wat is een Interface?

A

Ports op een netwerk device om te connectoren met andere netwerken.

20
Q

Uit wat bestaat het internet?

En door welke groepen worden ze onderhouden?

A

Bestaat uit interconnected LAN en WAN
ze worden onderhouden door:
IETF ICANN AND IAB

21
Q

Welke type connecties zijn er voor small offices?

A

Cable,DSL,cellular,Sattelite,Dial-up phone.

22
Q

Welke type media gebruiken businesses vooral?

A

businnes dsl
leased lines
metro ethernet.

23
Q

Wat is een converged netwerk?

A

Een netwerk dat alle services(tv,telefoon,internet) over 1 link gebruikt ipv allerlei verschillende connecties.

24
Q

Wat is de netwerk architecture?

A

de technologie die de infrastructure ondersteunt.

25
Q

Wat is fault tolerance?

A

dit zorgt ervoor dat de kans op fouten gelimiteerd is

26
Q

Wat is een redundante connectie?

A

dit is wanneer er alternatieve paths zijn om data doortesturen.

27
Q

Wat is packet switching?

A

Dit is door data tegaan opsplitsen en over allerlei alternatieve wegen te versturen naar de bestemming.

28
Q

Wat is scalability?

A

Ervoor zorgen dat je je netwerk in de toekomst nog kan veranderen zonder de andere gebruikers te affecten

29
Q

Wat is quality of service?

A

Dit is wanneer de prioriteiten het type netwerk matche

30
Q

wat is netwerk security?

A

door physiek en informatie te securen

31
Q

Hoe kan je best netwerk securen?

A

door meerdere security lagen te gebruiken met meer dan 1 solution en door firewalls,antivirussen te installeren

32
Q

Welke Network Trends zijn er?

A

BYOD–> Bring your own device,goed voor efficientie maar je moet zien dat het netwerk veilig genoeg is om te gebruiken.

Cloud Computing -> je stored data over het internet deze wordt dan in de componenten van de bedrijven gestoken in hun data centers.

Online Collaboration -> je kan samenwerken aan een project over het internet.

Smart home tech

Powerline networking -> jezelf verbinden met een lan omdat wireless niet zo goed is