Module 3 H1 Flashcards

1
Q

Markt

A

Geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten en diensten verhandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Concrete markt

A

‘Plaats’ waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Abstracte markt

A

‘Alle bepalende elementen’ m.b.t. vraag en aanbod.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Marktstructuur

A

Combinatie van bepalende kenmerken van een ‘markt’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

⚠️3 marktstructuren⚠️

A
  • aantal aanbieders (‘veel of weinig concurrentie-alternatieven ?’)
  • aanwezige toetredingsdrempels (wetten, investeringen-meer drempels, minder concurrentie)
  • mate van productdifferentiatie (‘substitueerbare producten die in ogen van consument verschillend zijn’)
    🌟 Allemaal bepalend voor invloed van aanbieder op de prijs !!!!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Homogene producten

A

Zijn in ogen van consument gelijke producten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Heterogene producten

A

Zijn producten waarvan VERSCHILLENDE VERSIES van het ZELFDE PRODUCT in ogen van de consument ook VERSCHILLEND zijn.
💚 (Onafhankelijke producten zijn helemaal niet substitueerbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Combinatie van aantal aanbieders en mate van productdifferentiatie leidt tot

A

Een marktvorm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

PrijsVOLGER met VEEL aanbieders voor een homogeen product ?

A

Volkomen concurrentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

PrijsVOLGER met VEEL aanbieders voor een heterogeen product ?

A

Monopolistische concurrentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

WEINIG aanbieders voor een homogeen product ?

A

Homogeen oligopolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

WEINIG aanbieders voor een heterogeen product ?

A

Heterogeen oligopolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

PrijsZETTER met ÉÉN aanbieder voor een homogeen product ?

A

Monopolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Volkomen concurrentie

A

OOK WEL : ‘VOLLEDIGE MEDEDINGING’ (uitgangssituatie module 2)
- producent heeft GEEN invloed op marktprijs ;
- en PAST AANGEBODEN HOEVEELHEID op deze prijs AAN’.
(‘prijsVOLGER’ of : hoeveelheidsaanpasser)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Monopolistische concurrentie

A
  • concurrentie o.b.v. heterogeniteit
  • (beperkte) invloed op de prijs
    ( gedifferentieerd product, maar ook concurrentie !)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Homogeen/Heterogeen oligopolie

A
  • enkele aanbieders hebben bijna hele markt in handen
    (DUOpolie : slechts twee aanbieders)
17
Q

Monopolie

A
  • één aanbieder met (bijna) 100% marktaandeel
  • aanbieder bepaalt zelf de prijs (‘prijsZETTER’)
  • rekening houdend met ‘wet van de vraag’
    (Prijselasticiteit van de vraag speelt belangrijke rol !)