Module 2 H1 Flashcards
Wet van de vraag
Hoe hoger de prijs, hoe kleiner de gevraagde hoeveelheid naar PRODUCTEN (goederen en diensten).
Individuele vraag
De gevraagde hoeveelheid bij een bepaalde prijs.
Wet van afnemende meeropbrengsten (of nut)
Voor elke volgende neemt het extra nut af, en wordt de BETALINGSBEREIDHEID minder.
Staafdiagram
‘Discrete’ vraag (gehele getallen).
⚠️ Betalingsbereidheid
De maximale prijs die een consument wil betalen voor één extra product bij een gegeven aantal.
⚠️ Consumentensurplus
(Het totale) verschil tussen de betalingsbereidheid en de prijs die betaald moet worden (€).
Lijndiagram
‘Continue’ vraag (doorlopende lijn).
Qv : ‘Hoeveel is de vraag als het “gratis” is ?’
Vul in p=0
‘Bij welke prijs wordt het “te duur” ?’
Qv=0
Als de PRIJS daalt
Stijgt de VRAAG (en het consumentensurplus).
Prijs op een diagram (OORZAAK) (p)
y-lijn
Hoeveelheid op een diagram (GEVOLG) (q)
x-lijn
Individuele vraag hangt af van :
- Individuele voorkeur
- Beschikbare budget (zie ook budgetlijn)
- (Prijs van) SUBSTITUUT PRODUCTEN : producten die in zelfde behoefte voorzien
- (Prijs van) COMPLEMENTAIRE PRODUCTEN : bijbehorende producten zonder welke niet in behoefte kan worden voorzien
- EXOGENE FACTOREN : factoren waarop je geen invloed hebt (andere factoren dan prijs van het product)
‘VERSCHUIVING’ van de lijn :
Bij DEZELFDE prijs wordt meer of minder gevraagd !
I.G.V. Beweging langs de lijn is de verandering P wel de oorzaak van verandering Q.
Collectieve vraaglijn (=prijsafzetlijn) geeft
Verband tussen de prijs van een product en het aantal eenheden dat er bij die prijs wordt afgezet.
= optelsom van alle individuele vraaglijnen
Collectieve vraag
Totale vraag van alle individuen samen (‘groep’).
Groepsomvang afhankelijk van
AFZETGEBIED : gebied waar producten verkocht worden.
Collectieve consumentensurplus verandert als de prijs verandert…
… of als de prijsafzetlijn verschuift.
⚠️ ‘Ceteris paribus’
Onder de aanname dat alle andere factoren gelijk blijven.
⚠️ OORZAAK IS ONDER ⚠️
… en de OMZET ?? —> totale omzet = p⬇️ x q⬆️ -> TO↕️
De prijselasticiteit van de vraag (Epv) geeft aan
Met hoeveel procent de gevraagde hoeveelheid van een product verandert als de prijs met 1% verandert.
Epv =
(Procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid) : (Procentuele verandering van de prijs)
Oftewel (GEEN %) Epv =
Nq-Oq
—— x 100 (Vraag/Gevolg
Oq
—————
Np-Op
—— x 100 (Prijs/Oorzaak)
Op
B.v. Epv = ❗️-❗️1,5 dan betekent dat als het de prijs met 10% STIJGT,
De gevraagde hoeveelheid met -1,5 x 10% =-15% AFNEEMT. (TEGENGESTELD!)