module 2 Flashcards
accijns
een verbruiksbelasting op sigaretten, alcohol en benzine.
aflossing
terugbetalen van geleend geld
Assurantiebelasting
Belasting over een particuliere verzekering
begroting
een overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven voor een komende periode
begrotingssaldo
het begrotingssaldo is het verwachte tekort of overschot over de begroting, uitgedrukt in geld van de overheid.
belastingdienst
overheidsbedrijf die zich bezig houdt met belastingheffing.
BPM (belasting op personen auto’s en motorrijtuigen)
eenmalige belasting bij aankoop van een auto of motor.
btw (belasting toegevoegde waarde).
belasting die je betaalt wanneer je een product of dienst koopt.
consumentenprijs
De prijs die je als klant in de winkel betaalt (verkoopprijs inclusief btw).
directe belasting
belasting die je direct aan de overheid betaalt. (belasting over inkomen, winst of vermogen).
draagkrachtbeginsel
Bij het heffen van belasting word rekening gehouden met de hoogte van je inkomen.
indirecte belasting
de belasting die verwerkt zit in de prijs van een product of dienst. (kostprijsverhogende belasting).
inkomstenbelasting
belasting die je betaald over je inkomen
kansspelbelasting
belasting over een gewonnen prijs.
loonbelasting
belasting die je werkgever inhoudt op je salaris.
miljoenennota
een toelichting op de rijksbegroting waarin de regering uitlegt welke keuze zij gemaakt heeft.
niet- belastingontvangsten
andere inkomstenbronnen van de overheid zoals, aardgasbaten, winst uit staatsbedrijven en boetes.
omzetbelasting
betaalde btw over de verkoopprijs die een leverancier moet afdragen aan de belastingdienst.
overdrachtsbelasting
belasting bij aankoop van een huis of een bestaand pand.
prinsjesdag
derde dinsdag van september.
rijksbegroting
de verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid voor het komende jaar.
sociale premies
premies die ingehouden worden van je brutosalaris voor het gebruik van sociale verzekeringen. (onder andere het WW en WIA).
solidariteitsbeginsel
iedereen met een inkomen staat een deel van hun inkomen af voor alle mensen die zelf geen inkomen kunnen verdienen.
staatsschuld
geldschuld van de overheid
Staten-Generaal
Het parlement (volksvertegenwoordiging) van Nederland. Eerste en tweede kamer.
successierechten
belasting over een erfenis of schenking
troonrede
Toespraak die de koning voorleest ten overstaan van de volksvertegenwoordiging op de derde dinsdag van september, wanneer de regering de rijksbegroting voor het daarop volgende kalenderjaar aan het parlement aanbiedt
vennootschapsbelasting
belasting die bedrijven betalen over hun winst
verkoopprijs
de prijs die de leverancier heeft bepaald voor zijn product of dienst (exclusief btw).
vermogensbelasting
belasting over je vermogen groter dan 30.000 euro per persoon.