Module 1 Flashcards
Alternatief aanwendbaar
iets wat je op meerdere manieren kunt gebruiken.
Autarkie
Samenleving waarin niet wordt geruild.
behoefte
iets wat je graag wilt hebben omdat, je het nodig hebt of voor je plezier.
Centraal bureau voor de statistieken (CBS)
Organisatie die statische gegevens over de Nederlandse samenleving verzameld, bewerkt en publiceert.
Chartaal geld
bankbiljetten en munten
Consumptie
het kopen van goederen om in behoeften te voorzien
diensten
niet tastbare goederen of onstoffelijke goederen
directe ruil
ruil waarbij goederen tegen goederen worden geruild , ook wel ruil in natura genoemd.
Giraal geld
geld dat bij een bank op een rekening staat.
Human development index (HDI)
getal tussen 0 en 1 dat de welvaart in landen weergeeft.
indirecte ruil
ruil waarbij gebruik wordt gemaakt van ruilmiddelen. (vroeger bijv. schelpen of stenen).
Macro-economie
onderdeel van het vak Economie dat over de hele economie gaat, bijvoorbeeld over de economie van een land
Micro-economie
Onderdeel van het vak Economie dat over een klein deel van de economie gaat. Bijvoorbeeld over een consument of een bedrijf.
primaire goederen
noodzakelijke goederen zoals eten, drinken, kleding. onderdak en toegang tot medische zorg.
producten
tastbare goederen of stoffelijke goederen
productiemiddelen
grondstoffen, machines en arbeid die nodig zijn om goederen te kunnen maken
schaarste
het spanningsveld tussen de oneindige behoeften aan de ene kant en de beperkte productiemiddelen aan de andere kant.
secundaire goederen
goederen die je niet echt nodig hebt, ook wel luxegoederen genoemd.
welvaart
de mate waarin je in je behoefte kunt voorzien.