Mitochondriaal DNA Flashcards
1
Q
D - loop
A
niet coderende regio in het mt DNA. hier start de replicatie.
2
Q
Welke genen worden gebruikt voor soort identificatie?
A
Cyt b, 12S, 16S COI
3
Q
Eisen markers bij soorten identificatie?
A
Veel interspecies variatie en weinig intraspecies variatie.
4
Q
Welke markers worden gebruikt bij planten identificatie?
A
rbcL en matK
5
Q
classificatie van soorten volgens linneaanse taxonomie.
A
genus + species
6
Q
indeling soorten
A
afdeling, klasse, orde, familie, geslacht en soort
van groot naar klein
7
Q
polymorfisme
A
verandering van de nucleotidevolgorde (SNP) of repeats (VNTR dat bij meer dan 1% van een populatie voorkomt.