miss 3 Flashcards
1
Q
een huishoudtoestel
A
un appareil électroménager
2
Q
een kaptafel
A
une coiffeuse
3
Q
een interieurdecorator
A
un décorateur d’intérieur
4
Q
een interieurdecoratrice
A
une décoratrice d’intérieur
5
Q
de verlichting
A
l’éclairage
6
Q
een (tafel)lamp
A
une lampe (de table)
7
Q
een vaatwasmachine
A
un lave-vaisselle
8
Q
een bed
A
un lit
9
Q
een huur
A
un loyer
10
Q
een persoolijkheid
A
une personnalité
11
Q
een buitenzwembad
A
une piscine extérieure
12
Q
een kapstok
A
un porte-manteau
13
Q
een poef
A
un pouf
14
Q
een stijl
A
un style
15
Q
ambitieus
A
ambitieux
16
Q
citroen(kleurig)
A
citron
17
Q
discreet,onopvallend
A
discret
18
Q
impulsief
A
impulsif
19
Q
kastanjebruin
A
marron
20
Q
perfectionistisch
A
perfectionniste
21
Q
stipt
A
ponctuel
22
Q
voorzichtig
A
prudent
23
Q
bedachtzaam
A
réfléchi
24
Q
romantisch
A
romantique
25
oppervlakkig
superficiel
26
buiten, aan de buitenkant
à l'extérieur
27
binnen, aan de binnenkant
à l'intérieur
28
met beide voeten op de grond staan
avoir les pieds sur terre
29
goed gehumeurd zijn
être de bonne humeur
30
slechtgehumeurd zijn
être de mauvaise humeur