Milieu H1 deel 1 Flashcards

Dit komt bijna allemaal uit de powerpoint + een paar toevoegingen vanuit de reader.

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat is de definitie van milieu?

A

De fysieke, levende en niet-levende omgeving van de mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van milieuprobleem?

A

Gevolgen van menselijke ingrepen in de fysieke leefomgeving, die door de maatschappij als problematisch worden ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de definitie van milieukunde?

A

De interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met de relatie tussen mens en milieu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de definitie van interdisciplinair?

A

Kennis hebben van verschillende vakgebieden om milieuproblemen te kunnen doorgronden en om oplossingen te kunnen vinden. (Dus natuurwetenschappelijke en (sociaal) maatschappelijke vakgebieden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe worden de milieuproblemen ingedeeld? (5)

A
  1. Oorzaken
  2. Ingrepen
  3. Effecten:
    - in compartimenten
    - in schaalniveaus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe worden milieuproblemen ingedeeld op basis van oorzaken?(3)

A
  1. Bevolkingsgroei
  2. Toename van de omvang van milieu gebruik.
  3. Verandering in de aard van het milieu gebruik.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn gevolgen van de toename van de omvang van milieu gebruik? (4)

A
  1. Hoger nationaal inkomen => stijging van energiegebruik en toename van huishoudelijk afval.
  2. Meer alleenwonenden = meer woningen nodig.
  3. Mobiliteitstoename = meer auto’s per gezin.
  4. Hogere levensverwachting, meer onderwijs en meer en verder op vakantie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de veranderingen in aard van milieu gebruik? (4)

A
  1. Technologische ontwikkelingen.
  2. Meer milieubelastende productiemethoden.
  3. Vervanging natuurproducten door synthetische producten.
  4. Meer transport via wegen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn positieve gevolgen van verandering in aard van milieu gebruik?

A

Er worden efficiëntere productieprocessen gecreëerd, waardoor minder grondstoffen en minder energie wordt verbruikt en minder vervuiling ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe worden milieuproblemen ingedeeld op basis van ‘ingrepen’? (3) en licht deze toe

A
  1. Uitputting (onttrekking)
    - Voedingsstoffen/nutriënten.
    - Hulpbronnen/grondstoffen.
  2. Vervuiling (toevoeging)
    - Lozing, storten en verbranden.
  3. Aantasting door
    - geluid & licht
    - Elektriciteitsmasten, windmolens en zonneparken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe worden milieuproblemen ingedeeld op basis van effecten? (2)

A
  1. In compartimenten.

2. Op schaalniveaus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 4 compartimenten?

A

Bodenverontreiniging, watervervuiling, luchtvervuiling en biota; (accumulatie van organismen in een gebied).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 5 schaalniveaus? Geef bij elk schaalniveau voorbeelden van milieuproblemen.

A
  1. Lokaal
    - Mestvergister, blauwalg, bebouwing, geluidshinder.
  2. Regionaal
    - Pesticiden, gaswinning, vermesting, afvalbergen.
  3. Fluviaal
    - Zure regen, olielek, verspreiding afval.
  4. Continentaal
    - Kernramp, aantasting ozonlaag, verzuring.
  5. Mondiaal
    - Overbevolking, klimaatverandering, broeikaseffect.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Schaalniveaus zijn gekoppeld aan V-thema’s, noem zo veel mogelijk V-thema’s. (9)

A
Verzuring
Verandering van klimaat
Vermesting
Verspreiding
Verwijdering
Verspilling
Versnippering
Verdroging
Verstoring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly