Middeleeuwen Flashcards

1
Q

Wat is het feodale stelsel of leenstelsel?

A

Het systeem waarbij de koning (leenheer) grote delen van het rijk in leen gaf aan leden van de adel (leenmannen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat moesten de leenmannen doen in ruil voor het land?

A

De leenmannen moesten o.a. trouw beloven aan de koning en hem helpen hem het rijk te verdedigen tegen vijanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kregen de leenmannen in het feodale stelsel van de leenheer?

A

De leenmannen bestuurden het land in de naam van de leenheer (of koning) en mochten de opbrengsten van dat land houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent theocentrisme?

A
  • Theocentrisme verwijst naar een religieuze overtuiging waarbij een god of meerdere goden de wezenlijke kern uitmaken van ons wereldbeeld.
  • Theocentrisme is een van de hoofdkenmerken van de middeleeuwse kunst en cultuur. De kunst moest de mens bewustmaken van de vergankelijkheid van het aardse bestaan en diende de mens te wijzen op het goddelijke. Kunst diende daarom niet alleen maar tot ontspanning maar bevatte ook steeds een les.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem drie hoofdkenmerken van kunst en cultuur in de middeleeuwen.

A

Theocentrisme, ridderlijke en burgerlijke karakter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe uitte zich is het ridderlijke karakter zich in de kunst en cultuur?

A

In de architectuur in de bouw van kastelen, in de schilderkunst in het uitbeelden van dappere en vrome ridders,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Luister naar het fragment. Wat hoor je hier?

A

Dit is de oudste Nederlandse tekst die men heeft gevonden (1100).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent gemeenschapskunst?

A

In de middeleeuwen was de naam van de maker niet zo belangrijk. De middeleeuwse teksten behoorden namelijk tot de hele gemeenschap en men beschouwde ze niet als het geestelijk eigendom van het individu. Vandaar dat men zegt dat de hele middeleeuwse literatuur ‘gemeenschapskunst’ is.

Plagiaat bestond in die tijd dan ook niet, schrijvers konden vrijelijk gebruikmaken van elkaars werk en zelfs overschrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem enkele kenmerken van de Romaanse architectuur.

A

Ronde bogen, massieve muren met kleine vensters en zware steunberen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem enkele kenmerken van de gotische architectuur.

A

Luchtig gebouwd: hoge spitsen bogen en gewelven, grote ramen en vaak luchtbogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vertel iets over de Romaanse schilderkunst.

A

De Romaanse schilderkunst bestaat vooral uit wandschilderijen in kerken en uit miniaturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem enkele beroemde schilders uit de tijd van de gotiek.

A
  • Jan van Eyck (1390) en Jeroen Bosch (1450-1516) in de Nederlanden.
  • Giotto di Bondone (1267-1337) in Italië
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom werden de schilders uit de Nederlanden ook wel de Vlaamse Primitieven genoemd?

A

Ze werden zo genoemd vanwege het onrealistische karakter van hun schilderijen. Het perspectief en anatomie klopten vaak niet en de historische setting was vaak niet juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is Gregoriaanse muziek?

A
  • Dat is de officiele kerkelijke muziek en is genoemd naar paus Gregorius de Grote (rond 600).
  • Daarmee zorgde hij voor eenhoud in gezangen van liturgie.
  • Het Gregoriaans is eenstemmige vocale muziek zonder instrumentale begeleiding.
  • Later begon men ook meerstemmige gregoriaanse gezangen te componeren, maar deze werden in 1325 door de paus verboden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is veel in de middeleeuwen geschreven op rijm (dus poëzie?).

A

Tot eind 11e eeuw werd er alleen in het Latijn geschreven. De literatuur in de volkstalen werd mondeling overgeleverd. Men moest deze verhalen dus onthouden. Gedichten waren gemakkelijker van buiten te leren dan proza door de rijm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een troubadour?

A

Dat is een schrijver/componist in de middeleeuwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een jongleur of minstreel?

A

Die brachten de teksten van de troubadours ten gehore. Zij trokken rond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer en door wie is de boekdrukkunst uitgevonden?

A

In ca. 1450 door Johannes Gutenberg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat betekende de uitvinding van de boekdrukkunst voor de literatuur?

A
  1. Boeken konden nu tamelijk goedkoop op de markt gebracht worden. Men kon ze nu zelf lezen in plaats van naar een voordracht te luisteren.
  2. Hierdoor was de poezievorm overbodig geworden en werden oude verhalen vaak in proza omgezet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn wiegendrukken of incunabelen?

A

Dat zijn boeken die zijn gedrukt in de periode van 1450 tot 1500. Ze lijken dan nog erg veel op de handschriften. Na 1500 gingen boeken meer lijken op de huidige.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de overkoepelende term voor de verschillende dialecten die men in de middeleeuwen in de Nederlanden sprak?

A

Diets of Middelnederlands (de laatste is de wetenschappelijke benaming).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de oudste Nederlandse tekst die men heeft gevonden?

A

Dat is de tekst:

“Hebban olla vogala nestas hagunnan, hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Vertaal de tekst:

“Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu?”

A

Hebben alle vogelen nesten begonnen behalve ik en jij, wat wachten wij nu?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is een manuscript?

A

Een manuscript is een middeleeuws boek, ook wel handschrift genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is een handschrift?

A

Een handschrift is een middeleeuws boek, ook wel manuscript genoemd.

26
Q

Wat is een miniatuur?

A

Een miniatuur is een boekversiering. Miniaturen komen voor in alle formaten van piepklein (enkele vierkante centimeter binnen een initiaal) tot vrij groot.

27
Q

Wat is een initiaal?

A
  • Dat is een versierde en vergrote letter die in middeleeuwse handschriften werd gebruikt om de tekst te structureren.
  • Een initiaal staat aan het begin van een hoofdstuk of tekstdeel.
28
Q

Noem enkele kenmerken van het Middelnederlands (waarin wijkt de taal af van het huidige Nederlands?).

A
  1. De ij en ui worden uitgesproken als ie en uu. (huus in plaats van huis)
  2. Er was geen uniforme spelling. Je vindt soms diverse vormen naast elkaar zelfs in één handschrift (sine, sijne, zine, syne, siine)
29
Q

Noem 6 kenmerken van de hoofse ridderroman.

A
  1. de ridder is een onbeschaafde vechtersbaas (“Rambo”)
  2. een gevecht is een strijd op leven dood
  3. ridderidealen zijn kracht, moed en trouw
  4. de romans gaan over strijd, opstand en bloedwraak
  5. de vrouw speelt geen rol van betekenis
  6. de vrouw is ondergeschikt aan de man
30
Q

Wat is een chanson de geste?

A
  • Dat is een Karelroman of Frankische roman. Het genre is oorspronkelijk in Frankrijk ontstaan en daar tot grote bloei gekomen.
  • Het chanson de geste valt onder de (voorhoofse) ridderroman en in deze romans gaat het om de Frankische koning Karel de Grote.
31
Q

Geef 2 voorbeelden van voorhoofse ridderromans.

A
  • Karel ende Elegast
  • Roelantslied
32
Q

Geef 2 voorbeelden van een hoofse ridderroman.

A
  • Floris ende Blancefloer
  • Lanceloet en het hert met de witte voet
33
Q

Noem 6 kenmerken van de hoofse ridderroman.

A
  1. de ridder is een ontwikkeld en verfijnd mens (“James Bond”)
  2. een gevecht is ook een sportief spel
  3. ridderidealen zijn hulpvaardigheid, rechtvaardigheid, hoffelijkheid
  4. de romans gaan ook over het helpen van verdrukten, het bevrijden van jonkvrouwen en het opsporen van geheimzinnige voorwerpen
  5. de vrouw speelt een belangrijke rol
  6. de vrouw is een voorwerp van verering
34
Q

Wat is een satire?

A
  • Dat is een verhaal waarin bepaalde verschijnselen (politieke opvattingen, bepaalde gebeurtenissen, sociale omstandigheden) belachelijk worden gemaakt en worden aangevallen.
  • Valt onder het hoofdgenre episch-didactisch.
35
Q

Wat is een parodie?

A
  • Dat is bepaald soort satire.
  • Het is een tekst waarin een andere tekst (bijvoorbeeld de ridderroman) wordt bespot door in dezelfde stijl over een ander onderwerp te schrijven.
  • Het griekse parados betekent vals akkoord.
  • Valt onder het hoofdgenre episch-didactisch.
36
Q

Waarom is Van den vos Reynaarde zowel een satire als een parodie?

A
  • Het is een satire omdat in het verhaal de middeleeuwse adel op de hak wordt genomen.
  • Het is ook een parodie omdat het verhaal is opgezet als een hoofse ridderroman. Er zitten ook veel citaten in uit toen bekende ridderromans.
37
Q

Wat is een ballade?

A
  • Dat is een lied, een gedicht dat gezongen kan worden.
  • Er wordt een eenvoudig verhaal in verteld.
  • Kent vele herhalingen.
  • Wordt vaak sprongsgewijs verteld.
  • Zijn heel oud en vaak pas lang na ontstaan opgeschreven.
  • Valt onder het hoofdgenre epiek.
38
Q

Geef een voorbeeld van een ballade.

A
  • Lied van de heer Halewijn.
39
Q

Wat is een elegie?

A
  • Is een klaagzang.
  • Is een lyrisch gedicht naar aanleiding van de dood van een geliefd persoon.
  • In ruimere zin is het een gedicht waarin gevoelens van smart en wanhoop worden uitgesproken.
  • Valt onder het hoofdgenre lyriek.
40
Q

Noem een voorbeeld van een elegie.

A

Egidiuslied van Jan Moritoen (?) (ca. 1350-1420).

41
Q

Van wie is dit schilderij?

A

Dit drieluik is van Jeroen Bosch en heet de Tuin der lusten.

42
Q

Hoe noem je een middeleeuws boek?

A

Een manuscript of handschrift

43
Q

Hoe noem je een Karelroman of Frankische roman ook wel?

A

Chanson de geste

44
Q

Waarop werden handschriften vaak geschreven?

A

Op perkament

45
Q

Wat is perkament?

A

Perkament is een dun, papierachtig materiaal, gemaakt van huid van kalveren, koeien, geiten, schapen, konijnen of ezels.

46
Q

Wie vervaardigden de handschriften?

A

Dat waren kloostermonniken die de handschriften op bestelling maakten.

47
Q

Waarom wordt de eerste Nederlandse tekst (Hebban olla vogala) ook wel een pennenproef genoemd?

A

Een Vlaamse monnik schreef hem rond het jaar 1100 op als een ‘pennenproef’. De monnik woonde in een Engels klooster waar hij hele dagen Latijnse en Oudengelse teksten overschreef. Hij schreef met een ganzenveer die hij steeds in de inkt doopte. Zo nu en dan moest hij zijn ganzenveer aanscherpen. Om de nieuwe punt even te testen schreef hij een zinnetje op de laatste bladzijde van het boek dat hij aan het schrijven was: een pennenproef. In zo’n geval schrijf je meestal het eerste op, wat in je opkomt. Bij de monnik was het dit liefdesversje uit zijn jeugd:
‘Hebban olla vogala…’

48
Q

Van uitleg naar begrip

Hoe noem je de officiële kerkelijke muziek die is genoemd naar paus Gregorius de Grote (rond 600). Daarmee zorgde hij voor eenheid in gezangen van liturgie.

A

Gregoriaanse muziek

49
Q

Van uitleg naar begrip

Hoe noem je een schrijver of componist in de middeleeuwen?

A

een troubadour

50
Q

Van uitleg naar begrip

Wie bracht de teksten van de troubadours ten gehore en trok rond?

A

jongleur of minstreel

51
Q

Van uitleg naar begrip

Hoe noem je boeken die zijn gedrukt in de periode van 1450 tot 1500 en die nog erg veel op de handschriften lijken.

A

wiegendrukken of incunabelen

52
Q

Van uitleg naar begrip

Wat is Diets?

A

Dat is de overkoepelende term voor de verschillende dialecten die men in de middeleeuwen in de Nederlanden sprak.

53
Q

Van uitleg naar begrip

Hoe noem je een boekversiering?

A

een miniatuur

54
Q

Van uitleg naar begrip

Hoe noem je een een versierde en vergrote letter die in middeleeuwse handschriften werden gebruikt om de tekst te structureren? Ze staan aan het begin van een hoofdstuk of tekstdeel.

A

een initiaal

55
Q

Van uitleg naar begrip

Hoe noem je een verhaal waarin bepaalde verschijnselen (politieke opvattingen, bepaalde gebeurtenissen, sociale omstandigheden) belachelijk worden gemaakt en worden aangevallen?

A

een satire

56
Q

Van uitleg naar begrip

Hoe noem je een tekst waarin een andere tekst (bijvoorbeeld de ridderroman) wordt bespot door in dezelfde stijl over een ander onderwerp te schrijven?

A

een parodie

57
Q

Van uitleg naar begrip

Hoe noem je een lied of een gedicht dat gezongen kan worden, waarin een eenvoudig verhaal wordt verteld, dat vele herhalingen kent en vaak sprongsgewijs wordt verteld?

A

een ballade

58
Q

Van uitleg naar begrip

Hoe noem je een gedicht waarin gevoelens van smart en wanhoop worden uitgesproken?

A

een elegie

59
Q

Wat is een ander woord voor klaagzang?

A

elegie

60
Q

Hoe noem je het systeem waarbij de koning (leenheer) grote delen van het rijk in leen gaf aan leden van de adel (leenmannen)?

A

het feodale stelsel of leenstelsel

61
Q

Hoe noem je de gerichtheid van kunst op het goddelijke in de middeleeuwen?

A

theocentrisme