Middeleeuwen Flashcards

1
Q

Middeleeuwen is de tijd van —>

A

De grote volksverhuizing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat werd er steeds belangrijker in de tijd van de middeleeuwen

A

Het christendom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de middeleeuwse straffen

A

Schandpaal
Doodstraf
Hekserij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke bekende persoon werd er op de brandstapel gegooid nadat ze werd veroordeeld voor hekserij

A

Jeanne d’Arc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het feodalisme

A

Het leenstelsel dat in Europa bestond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voordelen van het leenstelsel

A
  • Het was een oplossing voor een moeilijk te besturen land
  • handige manier voor koningen om vazallen te belonen
  • bij sterke koningen werkte dit systeem goed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nadelen van het leenstelsel

A
  • Leenmannen gaan grondgebied als eigendom zien
  • leenmannen hadden meerdere leenheren en wisten niet naar wie ze moesten luisteren
  • steden werden machtiger die pasten niet in het feodale stelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de drie verschillende standen van het Romeinse rijk

A

De geestelijke
De adel
De boeren en burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat waren de kruistochten

A

Gevaarlijke tochten naar Jeruzalem om andere steden van de moslims te bevrijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevolgen van de guldensporenslag

A
  • De Vlaming had een voordeel tegenover de Franse
  • Vlamingen wonnen hun zelfstandigheid terug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef enkele voorbeelden van stadsrechten

A

Tol en belasting
Rechtspraak
Zelf munten slaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly