Metonymia Flashcards

1
Q

Metonymia

A

Een beeldspraak waarin het gaat om één bepaald aspect van de werkelijkheid dat gebruikt wordt om het beeld te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pars pro toto

A

Een deel wordt genoemd, het geheel bedoeld
Voorbeeld: “hé krullenbol, is je moeder thuis?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tatum pro parte

A

Het geheel wordt genoemd, een deel bedoeld
Voorbeeld: “Nederland verloor van Duitsland in 1974.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Abstractum pro concreto

A

Het begrip wordt genoemd, de personen bedoeld
Voorbeeld: “de school ging op excursie.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Concreto pro abstractum

A

Het concrete wordt genoemd, het abstracte bedoeld
Voorbeeld: “hij verdient een goede boterham met acteren.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eponiem

A

De maker wordt genoemd, het product bedoeld
Voorbeeld: “zoek het op in Van Dale.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Metalepsis

A

Een (onwaarschijnlijke) oorzaak wordt genoemd, het gevold bedoeld
Voorbeeld: “ben je je tong verloren?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Andere varianten

A

Je herkent sommige metonymia niet meer als beeldspraak. Het zijn vaste uitdrukkingen geworden.
Er wordt hier ook nog steeds iets anders genoemd dan dat er bedoeld wordt.
Voorbeeld: “wie wil er nog een kopje?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly