Merkenrecht Flashcards

1
Q

Wat betekent het merkenrecht?

definitie

A

teken (dat een onderneming gebruikt) waarmee u oorsprong / eigendom aanduidt en waarmee je je onderscheid van andere goederen en diensten van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De Bronnen?

A

Benelux verdrag IE

Europese Uniemerken (UMVo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de geldigheids duur?

A

Geldig zolang het wordt gebruikt

Vernieuwen na 10 jaar

kan dus oneindig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe krijg je merk bescherming?

A
  • Aanvraag
  • Registratie

Als je bekend genoeg wordt, kan je optreden zonder registratie en aanvraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke routes bestaan er en waar doe je je aanvraag?

A
  1. **geen ** nederlandse route
  2. Benelux (BVIE)
  3. EU (EUIPO) voor hele europese economische ruite
  4. Internationaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt het internationaal aanvraag?

A

Voor merkbescherming in 1 of meer landen die zijn aangesloten bij het Madrid-systeem. kunt u bij BOIP een aanvraag doen voor internationale merkregistratie. Dit kan alleen als u al een Benelux-merkregistratie heeft. U houdt het internationale merkrecht voor 10 jaar, daarna kunt u een internationaal merk verlengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 5 voorwaarden zijn er

A
  1. teken
  2. weergeefbaarheid in het register
  3. onderscheidend vermogen
  4. toelaatbaar heid

relatief: beschikbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Teken

Wat valt er onder teken?

A

alles dat in staat is om de commerciële herkomst van een product over te brengen.
Het is geen teken, wanneer men het meer als een kenmerk/eigenschap/element ziet van een product dan een merk.

  • Vaak een beeldmerk, woordbmerk, maar kan ook kleur of geluidje zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

T

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de weergeefbaarheid in het register?

A

duidelijk en nauwkeurig te weergeven zie art. 2.2bis BVIE/art. 7 UMVo;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

weergeefbaarheid

Wat is het sieckmann criteria?

A

volledig, duidelijk, nauwkeurig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam, ondubbelzinnig, objectief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de kern van onderscheidend vermogen van het teken?

A

Het onderscheidend vermogen is dus ook het vermogen van een merk om goederen en diensten als afkomstig van jouw onderneming te identificeren.
(art2.2bis BVIE en art 7 Umvo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een sterk merk?

A

merken met een groot onderscheidend vermogen die veel consumenten herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een zwak merk?

A

met een laag onderscheidend vermogen die niet veel consumenten herkennen (beoordeling die een rechter zal gebruiken of er sprake is van een merkinbreuk, zwakke merken worden ook beschermd maar zeer beperkt).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie is het publiek - Toetsing van onderscheidend van vermogen?

A

We kijken naar het relevante publiek

Normaal, redelijk voorzichte en oplettende gemiddelde consumenten tegenover de betrokken waren / diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Onderscheidend vermogen

Welke indruk van het teken wordt getoetst?

A
  1. Eerst op concrete basis op case to case
  2. Daarna via het totaalplaatje met alle kenmerken
16
Q

Hoe werkt inburgering?

A

Evolutief karakter: een teken dat gisteren niet onderscheidend was, kan morgen wel onderscheidend zijn = onderscheidend vermogen door gebruik (art. 2.2bis lid 3 BVIE/art. 7.3 UMVo).

17
Q

Wat wordt snel aangewezen als niet onderscheidend?

A
  1. Uitsluitend kenmerken = puur beschrijvend
  2. Geografische benaming = als je kunt bewijzen dat
    consument niet louter ziet als indicatie ziet van plaats indicatie, dan kun je
    bescherming krijgen
  3. gebruikelijk geworden teken = bv het rolstoelteken “cola”
18
Q

Wat is uitburgering

A

merk gaat dood omdat het een
generieke benaming is geworden (pamper, luxaflex, hagelslag)

19
Q

Wat betekent het als een merk beschikbaar moet zijn?

A

wordt slechts getoetst wanneer een ander bezwaar maakt.

“nog niet gebruik zijn”

20
Q

Beschikbaar merk

Equivalenza

A

onderscheidt 2 fases bij inbreuk
1. Mate van overeenstemming tussen de tekens
2. -visueel, fonetisch en/of conceptueel
2. Een globale beoordeling

21
Q

Wat gebeurt er als het merk wordt toegekend?

A

Bij toekenning wordt het merk geregistreerd bij de WIPO/EUIPO of BOIP.

22
Q

Welke stappen doe je bij inbreuk?

A
  1. Op welk niveau is het merk (en welk instrument)
  2. “gebruik”+ van een teken “in het economisch verkeer in waren / diensten”
  3. sub a / sub b / sub c (2.20.2 BVIE / 9.2 UMVo)
  4. de 2 fases uit Equivalenza bij sub a en b
    - concreet / objectief van de gelijkenissen
    - globale beoordeling verwarringsgevaar
  5. (sub c: bekend merk afbreuk of ongerechtvaardigd voordeel uit)
23
Q

Wat de gebruiksplicht?

A

2.23bis BVIE / art 18 UMVo = sancties wanneer het mrk 5 jaar lang ononderbroken niet meer wordt “normaal” gebruikt

grond voor verval (nietig door rechter) en verweermiddel tijdens procedures

24
Q

gebruiksplicht

Wat is normaal gebruik?

A

art. 2.23bis lid 5 BVIE/art. 18.1 lid 2 UMVo

“werkelijk gebruik” beoordeeld op alle omstandigheden van het geval

uitzondering: overmacht bij merkhouder

25
Q

Beperkingen bij merken?

A

art. 2.23 BVIE/art. 14-15 UMVo

26
Q

Uitputting van merkenrecht?

artikel, waar, uitzondering

A

artikel 2.23 lid 3 BVIE

BMW/Deenik

In het merkenrecht kan van uitputting geen sprake zijn als het gaat om diensten.

alleen binnen EER: ofwel verdere verhandeling is vrij buiten EER

uitzondering: gegronde redenen

27
Q

Einde van een merk?

A

van rechtswege = verstrijking van duur of afstand

rechterlijke tussenkomst
* wegens niet gebruik
* nietigheid (5 gronden)
* soortnaamverwording
* misleidend door gebruik