mens tot cel eindtoets Flashcards
wat zijn de anatomische vlakken?
je hebt drie anatomische vlakken welke de richting aangeven hoe je naar een persoon kijkt. Dit zijn:
- sagittaal –> links en rechts
- frontaal/coronaal –> voor en achter
- transversaal/axiaal –> boven en onder
Bij de voet zijn flexie en extensie anders dan bij de rest van het lichaam, leg dit uit
flexie is buigen naar de buik, extensie is strekken naar de rug. Dankzij de evolutie is bij de voet de bovenzijde de dorsale (rug) kant. Bij de voet zal extensie dus juist naar de buik toe gaan.
uit welke onderdelen bestaat een wervel? Leg uit wat de verschillende onderdelen zijn en geef ook hun functie
- wervellichaam: ventrale deel van de wervel
- wervelboog: zorgt voor tunnel voor wervelkanaal
- processus transversus: steekt aan zijkant uit
- processus spinosus: steekt uit aan rugzijde
- facetgewrichten: vormen gewrichten met de wervels erboven of onder
hoeveel wervels zitten er in de wervelkolom?
- 7 cervicale (C)
- 12 thoracale (T)
- 5 lumbale (L)
- 5 sacrale (S)
- 4 coccyxale (Co)
wat is het verschil tussen een hyperlordose en een hypokyfose?
een hyperlordose is een uitstulping richting de buik, een hypokyfose is een uitstulping richting de rug
wat zijn de intercostaal spieren? welke richting wijzen zij op? wat voor soort spieren zijn dit?
musculus intercostalis externus \\///
musculus intercostalis internus ///\\
hulpademhalingsspieren
wat zijn de laterale buikwandspieren? wat is hun functie? Hoe lopen zij?
m. obliquus externus abdominis \\
m. obliquus internus abdominis ///
m. transversus abdominis —
m. rectus abdominis ||
de schuine zijn verantwoordelijk voor de rotatie en lateroflexie van de wervelkolom en voor het toenemen van de druk in de longen om uit te ademen. De transversus oefent druk uit op de ingewanden.
slagaders en aders hebben (net als lymfische vaten) drie lagen, welke zijn dit?
- tunica intima: binnenste laag, bestaat uit extreem platte epitheelcellen en bindweefsel, bij grotere bloedvaten ook een basaal membraan
- tunica media: middelste laag, bestaat voornamelijk uit glad spierweefsel. dit is de meest variabele laag
- tunica adventitia: buitenste bindweefsellaag
beschrijf de bloedsomloop, inclusief kleppen.
holle aders –> rechterboezem –> valva tricuspidalis –> rechter kamer –> pulmonary valve –> longslagader –> longen –> longaders –> linkerboezem –> valva mitralis –> linkerkamer –> valva aortae –> aorta –> organen
wat zijn functies van het lymfesysteem
- vocht dat in overschot is in extracellulaire ruimtes naar de bloedbaan toe trekken
- absorptie en transport van voedingsvetten
- formatie van een verdediginsmechanisme voor het lichaam
welke vier compartimenten onderscheiden we in het mesoderm
axiaal mesoderm
paraxiaal mesoderm
intermediair mesoderm
zijplaatmesoderm
op de primitiefknoop bevinden zich cilia, wat is de functie van deze cilia?
de cili zorgen ervoor dat een nodal flow kan ontstaan waardoor het embryo een linker en een rechter kant krijgt.
de hersenen hebben verschillende kwabben, noem er 4 en hun functie
- frontaalkwab/voorhoofdskwab: fijne motoriek, spraak, stemming, denkvermogen en zelfbewustzijn
- pariëtaalkwab/wandbeenkwab: zintuigelijke en cognitieve functies, lezen rekenen interpeteren pijn
- occipitaalkwab/achterhoofdskwab: gezichtsvermogen
- slaapbeenkwab: herkennen van mensen en voorwerpen, terughalen herinneringen
welke cellen heb je in het CNS, wat is hun functie?
- oligodendrocyten: vorming myeline schede
- ependymale cellen: zorgen ervoor dat er een soort flow is in de breinvloeistof
- microglia cellen: zorgen ervoor dat vuiltjes worden opgeruimd
welke cellen heb je in het PNS, wat is hun functie?
- satellietcellen: bedekken alle blote opervlakken
- schwann cellen: maken myelineschede
- terminale neuroglia (teloglia): geassocieert met motrische eindplaatjes
- enteric neuroglia: geassocieerd met ganglia in de muur van het voedselkanaal
- mullerscells: in het netvlies
leg het verschil uit tussen afferente en efferente vezels
afferente vezels sturen signalen van organen en receptoren naar het CNS toe (aanvoerend), efferente vezels sturen signalen van het CNS naar de verschillende organen toe. afferente worden ook wel sensorische genoemd, efferente ook wel motorische.
de spinale zenuwen komen uit de ruggengraat als worteltjes, de wortels convergeren naar twee nerve roots, maak een tekening en geef daarin aan welke wortels sensorisch zijn en welke motorisch
de dorsale wortels zijn sensorisch, hun ventrale vertakking ook. de ventrale wortel zijn motorisch, net als hun dorsale vertakking. Dorsaal is achter, ventraal voor.
wat is hemisacralization van de L5 wervel? en wat is lumbarisatie van S1? welke gevolgen kan dit geven?
L5 is deels of helemaal opgenomen in het sacrum
S1 is apart van het sacrum en deels met L5 gefuseerd
dit kan pijn geven
als je ouder wordt gebeurt er iets met de tussenwervelschijven, wat is dit?
de nuclei pulposi dehydrateren, verliezen elastin en proteoglycans terwijl ze meer collageen krijgen. hierdoor verliezen de schijven hun stevigheid en worden ze stijver
Noem de verschillende hersenzenuwen en of zij motorisch of sensorisch zijn.
olfactorius sensorisch opticus sensorisch oculomotorius motorisch trochlearis motorisch trigeminus beiden abducens motorisch facialis beiden vestibulocohlearis sensorisch glossopharyngeus beiden vagus beiden accessorius motorisch hypoglossus motorisch
er zijn enkele verschillen tussen de myeline schede in het CNS en PNS, wat zijn deze verschillen
PNS: proteine die tot expressie gebracht worden zijn P0 en PMP22, groei wordt bepaald door Ngr1 en neurale buis cellen differentieren door expressie van transcriptie factor Sox-10
CNS: protiene die tot expressie worden gebracht zijn MOG en OMgp. ook zijn er vergrote knopen van Ranvier en zijn ongemyeliniseerde delen vaak compleet naakt hier
beschrijf een actie potentiaal
in een reatie op stimulus gaan NA kanalen open –> na gaat naar cytoplasma –> membraan wordt gedepolariseerd (+) –> NA gaat dicht –> K gaat open en naar membranen toe –> rust potentiaal
bij een 10 weken echo (1ste termijn echo) worden een aantal zaken standaard bekeken. welke zaken zijn dit?
- intra of extra uterine graviditeit: of er bevruchting buiten de baarmoeder heeft plaatsgevonden.
- intactheid: of er last is van een mola zwangerschap
- eenling of meerling: bij een meerling wordt er ook gekeken naar o.a. gedeelde structuren
- datering zwangerschap
- afwijkingen
op een echo kan een extra uterine graviditeit aan verschillende tekenen herkend worden, welke tekenen zijn dit?
- vocht in de holte van douglas
- dik endometrium zonder intra uteriene graviditeit
- ectopische vruchtzak/massa
wat is een mola zwangerschap? welke soorten mola zwangerschap zijn er
een niet intacte zwangerschap
complete mola: eicel is leeg qua genetisch DNA, alleen DNA van vader aanwezig. geen embryo maar wel een placenta door abnormaal delen trophoblastcellen
- incomplete mola: normale eicel bevrucht door 2 zaadcellen waardoor een triploïdie ontstaat.
er zijn verschillende afwijkingen die op kunnen treden bij de ontwikkeling, enkele zijn:
- body stalk anomaly/limb body wall complex
- acardiacus / twin reversed arterial perfusion (TRAP)
- neurale buisdefecten: spina bifida occulta, spina bifida meningocele, spina bifida myelomeningocele, exencefalie/anencefalie
- ectopia cordis
- omphalocele/gastroschizis
zie samenvatting
je hebt verschillende soorten verbindingen in epitheel. enkele zijn de afsluitende verbindingen, hechtende verbindingen en communicerende verbindingen. noem de verschillende onderdelen en hun taak
- tight junction (zonula occludens): occludine voor instand houden cel polariteit, bij elkaar houden cellen, blokkeren verkeer tussen apicaal en basolateraal, verbieden doorgang voor moleculen tussen de cellen
- hechtende:
- adhesion belt (cadherins), maakt contact met delen van cytoskelet m.b.v. actine filimenten (zonula adherens)
- desmosomen: verbinding intermediare filamenten (macula adherens)
- hemidesmosomen: maken contact met basale membraan, hecht cel aan extracelullaire matrix (integrins)
- focal adhesions (integrins), verbinden cytoskelet van cel aan extracellulaire matrix
- communicerende:
- gap junctions (connexins) zorgen voor cummunicatie en eenheid
waaruit bestaat de sluitlijst
zonula occludens (tight junction) zona adherens (gap junction) desmosomen
de huid bestaat uit verschillende lagen: - epidermis - dermis - hypodermis beschrijf voor elke laag de lagen waarin deze onderverdeeld kan worden en hun functie/kenmerken
- epidermis
- stratum corneum: hoornlaag, dode verhoornde keranocyten, vetten en eiwitten, barriere functie
- stratum lucidum: alleen in dikke huid
- stratum granulosum: korrelige laag, keratinocyten met een celkern. productie vetten en eiwitten
- stratum spinosum: stekelige laag
- startum basale (germinativum): kiemlaag
- dermis
- statum pappilaris: lichaampjes van meissner, fibroblasten, capillairen
- stratum reticularis: vezelig onregelmatig bindweefsel, fibroblasten, huidadnexen
- hypodermis: met vet en zenuwen en bloedvaten