Memory Flashcards

1
Q

Steden die naar elkaar groeien en zo in superstad vormen 

A

Megalopolis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

rivieren of beken die zich bochtig door het landschap slingeren. Rivieren die …. door het landschap

A

Meanderend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

a general agreement among a group of people. It means that the majority of individuals involved have reached a mutual understanding or decision on a particular matter.

A

Consensus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een cognitieve bias waarbij mensen met een lage vaardigheid in een bepaalde vaardigheid hun bekwaamheid overschatten. Daarentegen onderschatten mensen met een hoge vaardigheid vaak hun bekwaamheid, omdat ze ervan uitgaan dat anderen hetzelfde kennisniveau hebben als zij.

A

Dunning-Krugereffect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een term die gebruikt wordt in de meetkunde om twee lijnen of vlakken te beschrijven die elkaar snijden onder een rechte hoek (90 graden). Dit betekent dat de lijnen of vlakken een “L”-vorm vormen, waarbij de ene lijn of het ene vlak verticaal is en de andere horizontaal.

A

Perpendiculair

Bijvoorbeeld, de zijden van een vierkant of rechthoek zijn perpendiculair aan elkaar

  1. Een verticale lijn staat altijd loodrecht op een horizontale lijn, wat betekent dat ze elkaar perpendiculair snijden.
  2. Tijdens het bouwen van een huis moeten de muren haaks op elkaar staan, wat betekent dat ze perpendiculair zijn.
  3. Een 90-gradenhoek is een voorbeeld van een perpendiculaire hoek, waar twee lijnen elkaar snijden en een rechte hoek vormen.
  4. In de meetkunde worden twee lijnen als perpendiculair beschouwd als ze elkaar loodrecht snijden.
  5. Een T-vormig kruispunt op de weg heeft wegen die perpendiculair op elkaar staan, waardoor er een soort rechte hoek ontstaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vervanging voor de schaal van Richter

A

Momentmagnitude schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Traject

A

itinéraire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

in het oog springend

A

Saillant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

opeenvolgend

A

Consecutive / successive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

op staande voet

A

Stante pede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

spookachtig

A

Fantasmagorisch

  1. De fantasie van de auteur creëerde een fantasmagorische wereld vol kleurrijke wezens en magische landschappen.
  2. Het optreden van de band was een fantasmagorisch spektakel met spectaculaire lichteffecten en buitengewone kostuums.
  3. De schilderijen in het museum vertoonden een fantasmagorische stijl, met surrealistische beelden en vervormde realiteit.
  4. De roman nam me mee op een fantasmagorisch avontuur door tijd en ruimte, vol onverwachte wendingen en mysterieuze gebeurtenissen.
  5. De architectuur van het gebouw had een fantasmagorische uitstraling, met zijn grillige vormen en asymmetrische structuren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een uitdrukking of gezegde in een bepaalde taal die niet rechtstreeks kan worden vertaald naar een andere taal

A

idioom

  1. Een idioom is een uitdrukking of gezegde in een bepaalde taal die niet rechtstreeks kan worden vertaald naar een andere taal.
  2. Het gebruik van idiomatische uitdrukkingen kan de taalvaardigheid van een spreker verrijken en hem of haar helpen zich natuurlijker uit te drukken.
  3. Het Nederlands heeft ook verschillende idiomatische uitdrukkingen, zoals “het hoofd in de schoot leggen” wat betekent opgeven of toegeven.
  4. Het begrijpen en correct gebruiken van idiomen kan een uitdaging zijn voor leerlingen van vreemde talen, omdat de betekenis niet altijd logisch is op basis van de afzonderlijke woorden.
  5. Idiomen kunnen de culturele context van een taal weerspiegelen en helpen bij het begrijpen van bepaalde aspecten van een samenleving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beyond belief, not capable of being imagined or grasped mentally; unbelievable

A

inconceivable

not capable of being imagined or grasped mentally; unbelievable: [with clause]: it seemed inconceivable that he had been unaware of what was going on I they behaved with inconceivable cruelty.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ethos

A

Morele houding, levenshouding
Arbeidsethos

“the governing body has responsibility for the ethos of the school”

SPIRIT, character, atmosphere, climate, prevailing tendency, mood, feeling, temper, tenor, flavour, essence, quintessence; ANIMATING PRINCIPLE, dominating characteristic, motivating force, disposition, rationale, code, morality, moral code, attitudes, beliefs, principles, standards, ethics.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Pathos

A

Pathos is een van de drie middelen van overtuiging in de filosofische leer Ars Rhetorica van Aristoteles. Het pathos beproeft de emoties van het publiek. De emotionele functie kan op verschillende manieren bereikt worden:

  • Door beeld (kunst), uitbeelding of verhaal
  • Door een algemene passie in de uitbeelding of emotionele middelen in de tekst van de toespraak of in schrift.
    Volgens de Ars Rhetorica wordt pathos gebruikt om door middel van emotie het gevoel van het publiek te veranderen. Een gebruik van pathos in een argument creëert een gevoel van verwerping indien het publiek het er niet mee eens is. Een angst voor verwerping opwekken is in essentie een pathos-argument creëren. 
Overemotionaliteit kan het resultaat van een overvloed aan pathos zijn.
    De term wordt soms door critici gebruikt, voornamelijk in positieve referentie aan de dramatische prestaties van acteurs in een toneelstuk.

pathos | ‘peros | noun [mass noun]
a quality that evokes pity or sadness: the actor injects his customary humour and pathos into the role.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sleepy, drowsy

A

lethargic

Nothing can make a person more lethargic than a big turkey dinner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wereldlijk maken, het losmaken uit de godsdienstig-kerkelijke sfeer. Scheiding van kerk en staat

A

secularisatie, secularisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

a person who has partial or complete paralysis of the lower half of their body

A

Paraplegic, (Nederlands dwarslaesie, paraplegie)

Paraplegic refers to a person who has partial or complete paralysis of the lower half of their body, typically as a result of a spinal cord injury. This can result in a loss of movement and sensation in the legs and possibly also affect the trunk and pelvic organs. People with paraplegia often use mobility aids such as wheelchairs to assist with their mobility. It is important to note that each case is unique, and the extent of paralysis can vary among individuals.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Zich voegen

A

To defer

He deferred to his parents’ wishes”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Referring to the storytelling process or the way a story is structured. It includes elements like characters, plot, setting, and themes. It can be found in various forms, such as books, movies, and even personal anecdotes. It’s essentially the art of presenting a sequence of events or experiences in a meaningful and engaging way.

A

Narrative,
Verhalend

  1. “The novel had a gripping narrative that kept readers hooked until the end.”
  2. “In her speech, the politician presented a compelling narrative of the nation’s history.”
  3. “The documentary filmmaker skillfully weaved together multiple narratives to tell a thought-provoking story.”
  4. “The museum’s exhibit offered a fascinating narrative of the city’s cultural evolution.”
  5. “Historians study primary sources to piece together an accurate narrative of past events.”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

a non-profit organization that operates independently of any government, typically one whose purpose is to address a social or political issue

A

NGO
Non-governmental organizations,
Nonprofit Organization

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Restriction, limitation.

A

Constraint

  1. “Due to budget constraints, we cannot proceed with the project at this time.”
  2. “The team worked under tight time constraints to complete the report.”
  3. “The artist embraced the creative constraint of using only black and white in the painting.”
  4. “The speed limit is a safety constraint that all drivers must adhere to.”
  5. “The design process was limited by the physical constraints of the available space.”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q
  1. shyness
  2. hindrance

De handeling van remmen of de staat van geremd zijn.
Iets dat beperkt, blokkeert of onderdrukt.

Bewuste of onbewuste terughoudendheid van een gedragsproces, verlangen of impuls.

A

inhibition

1
The act of inhibiting or the state of being inhibited.
Something that restrains, blocks, or suppresses.
Conscious or unconscious restraint of a behavioral process, desire, or impulse.

  1. Inhibition refers to a conscious or subconscious restraint or suppression of behavior, impulses, or thoughts.
  2. Anxiety can sometimes lead to increased inhibition, resulting in hesitancy or avoidance of certain actions.
  3. Alcohol consumption is known to lower inhibitions, leading individuals to act more freely or rashly than they normally would.
  4. Certain medications can affect inhibitions, either by lowering or heightening them, depending on the individual’s reaction to the drug.
  5. Some people may struggle with social inhibition, making it challenging for them to engage in social interactions or express themselves freely in public settings.

The children, at first shy, soon lost their inhibitions | [mass noun] : she showed an enthusiasm for sex and a lack of inhibition which was entirely alien to him.
• Psychology a restraint on the direct expression of an instinct.
• [mass noun] the slowing or prevention of a process, reaction, or function by a particular substance.
2 [mass noun] the action of inhibiting a process.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

aanmatigend.
verwaand
Jaar van herkomst: 1864 (WNT )
1) Aanmatigend 2) Arrogant 3) Elitair 4) Kakkineus 5) Noten 6) Nuffig 7) Onbeschaamd 8) Veel eisen stellend 9) Verwaand 10) Vol inbeelding 11) Vol pretenties 12) Waanwijs…

A

pretentieus

Pretentious

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

impossible to prove wrong

Onweerlegbaar
Apodictisch

A

irrefutable

An irrefutable argument.
Irrefutable evidence of health risks.

  1. Gravity is an irrefutable force that attracts objects towards each other based on their mass. This phenomenon has been extensively studied and observed by scientists throughout history.
  2. The speed of light in a vacuum is an irrefutable constant, defined as approximately 299,792,458 meters per second. This value has been measured and confirmed through numerous scientific experiments and is a cornerstone of our understanding of physics.
  3. Evolution is an irrefutable theory supported by abundant evidence from multiple scientific disciplines, including paleontology, genetics, and comparative anatomy. It explains the diversity of life on Earth and has been widely accepted in the scientific community.
  4. The law of conservation of mass states that the mass of a closed system remains constant over time, regardless of physical or chemical changes. This principle has been repeatedly tested and confirmed, providing a fundamental understanding of mass and its behavior.
  5. The first law of thermodynamics, also known as the law of energy conservation, is an irrefutable principle stating that energy cannot be created or destroyed in an isolated system. It has been verified through numerous experiments and forms the basis of our understanding of energy transfer and transformations.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

SELF-SEEKER, egocentric, egomaniac, self admirer, narcissist;
BOASTER, brag, bragger, braggart, show-off; informal blowhard, swank, big-head; North American English informal showboat;

A

Egotist

a person who is excessively conceited or absorbed in themselves; a self-seeker: he is a self-absorbed egotist.

  1. The egotist couldn’t resist boasting about their achievements and monopolizing every conversation they joined.
  2. His egotistical behavior alienated those around him as he constantly belittled others to inflate his own sense of self-worth.
  3. Being an egotist, she rarely considered the feelings or perspectives of others, always prioritizing her own desires.
  4. The egotist’s relentless pursuit of fame and attention left little room for genuine connections or meaningful relationships.
  5. Despite his talent, his reputation as an egotist hindered his success, as people grew tired of his self-centeredness and arrogance.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

excessive or prejudiced support for one’s own cause or group. Own country or region

A

Chauvinism

Chauvinism refers to excessive or biased loyalty, pride, or prejudice towards one’s own group, often based on gender, nationality, or any other characteristic. It can manifest as the belief in the superiority of one’s own group, and often leads to discrimination or mistreatment of others. Overall, chauvinism promotes an unhealthy and unfair view of superiority and can harm relationships and equality.

1 they have a tendency towards small-mindedness and chauvinism.
JINGOISM, excessive patriotism, blind patriotism, excessive nationalism, sectarianism, isolationism, flag-waving, xenophobia, racism, racialism, racial prejudice, ethnocentrism, ethnocentricity; PARTISANSHIP, partiality, prejudice, bias, discrimination, intolerance, bigotry.
2 the culture is dominated by machismo and chauvinism. MALE CHAUVINISM, sexism, misogyny, toxic masculinity, machismo, laddishness;
DISCRIMINATION, prejudice, bias.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

The best of its kind
Perfect example

A

Paragon

  1. “She is a paragon of kindness and generosity.”
  2. “He’s a paragon of virtue, always acting with integrity.”
  3. “The classic car is considered a paragon of design and engineering.”
  4. “She is the paragon of beauty, with flawless features.”
  5. “His exceptional leadership skills make him a paragon in the business world.”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Prevent
(Afwenden)

A

Avert

  1. an attempt to avert political chaos.
    PREVENT, stop, avoid, nip in the bud; stave off, head off, ward off; forestall, preclude.
  2. she averted her head.
    TURN ASIDE, turn away, turn to one side.
  3. She managed to avert a potential disaster by taking quick action and notifying the authorities.
  4. The driver skillfully averted a collision by swerving at the last moment.
  5. The timely intervention of the lifeguard helped avert a drowning incident at the beach.
  6. The company implemented several cost-cutting measures to avert financial difficulties.
  7. The diplomatic negotiations sought to avert a military conflict between the two neighboring countries.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

iemand die kunst en wetenschap beschermt en vaak kunstenaars of wetenschappers financieel steunt (Solomon R. Guggenheim)

A

Mecenas

(naar de Romein Gaius Clinius Maecenas, adviseur van keizer Augustus, 70-8 v.C.)

  1. Een mecenas is iemand die financiële steun en patronage biedt aan kunstenaars en wetenschappers.
  2. Mecenassen speelden een belangrijke rol in de Renaissance door kunstenaars zoals Leonardo da Vinci en Michelangelo te ondersteunen.
  3. Dankzij de vrijgevigheid van hun mecenas konden veel beroemde werken uit de geschiedenis worden gecreëerd.
  4. In de hedendaagse tijd zijn er ook nog mecenassen die kunstenaars en culturele instellingen ondersteunen.
  5. De term “mecenas” wordt ook gebruikt om iemand te beschrijven die financiële steun biedt aan een goed doel of een nobel initiatief.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q
  1. showing a willingness to take surprisingly bold risks
  2. showing an impudent lack of respect
A

Audacious

1 the audience were left gasping at his audacious exploits. BOLD, daring, fearless, intrepid, brave, unafraid, unflinching, courageous, valiant, valorous, heroic, dashing, plucky, daredevil, devil-may-care, death-or-glory, reckless, wild, madcap; adventurous, venturesome, enterprising, dynamic, spirited, mettlesome; informal game, gutsy, spunky, ballsy, have-a-go, go-ahead; rare venturous, temerarious. ANTONYMS timid.
2 Des made some audacious remark to her. IMPUDENT, impertinent, insolent, presumptuous, forward, cheeky, irreverent, discourteous, disrespectful, insubordinate, ill-mannered, bad-mannered, unmannerly, mannerless, rude, crude, brazen, brazen-faced, brash, shameless, pert, defiant, bold, bold as brass, outrageous, shocking, out of line; informal brass-necked, cocky, lippy, mouthy, fresh, flip; British English informal saucy, smart-arsed;
North American English informal sassy, nervy, smart-assed; archaic malapert, contumelious. ANTONYMS polite.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

the part of the cerebral cortex in the brain in which originate the nerve impulses that initiate voluntary muscular activity

A

Motor cortex
Motorische cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

evoking interest, attention, or admiration in a powerfully irresistible way

not able to be refuted; inspiring conviction

not able to be resisted; overwelving

Onweerstaanbaar, boeiend

A

Compelling

evoking interest, attention, or admiration in a powerfully irresistible way: his eyes were strangely compelling | a compelling film.
• not able to be refuted; inspiring conviction: there is compelling evidence that the recession is ending | a compelling argument.
• not able to be resisted; overwhelming: the temptation to give up was compelling.

  1. The scientist presented a compelling argument backed by extensive research, persuading the audience of the validity of his theory.
  2. The novel’s intriguing plot and well-developed characters made it a truly compelling read that captivated readers from start to finish.
  3. The documentary presented a compelling case, shedding light on the pressing issue of climate change and urging viewers to take action.
  4. The artist’s compelling use of colors and textures in their paintings evoked strong emotions and drew viewers into their imaginative world.
  5. The speaker delivered a compelling speech that resonated with the audience, inspiring them to reconsider their beliefs and take a stand for justice.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

hold back from doing

Zich onthouden (van)
Abstinentie

A

abstain

Considered a health nut, Jessica abstained from anything containing sugar–even chocolate

  1. It is important to abstain from smoking to maintain good lung health and reduce the risk of various diseases.
  2. Some people choose to abstain from consuming alcohol for personal, health, or religious reasons.
  3. During the fasting month of Ramadan, Muslims abstain from food and drink from dawn until sunset.
  4. To stay focused and be productive, it can be helpful to abstain from social media distractions.
  5. The doctor advised the patient to abstain from heavy physical activity after surgery to allow for proper healing.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

unyielding
stubborn
rigid

Onvermurwbaar
onverbiddelijk

A

adamant

Civil rights icon Rosa Parks will forever be remembered for adamantly refusing to give up her seat on a public bus–even after the bus driver insisted, she remained rooted in place.

Refusing to be persuaded or to change one’s mind: he is adamant that he is not going to resign.

unyielding

1 a basket made from unyielding spikes of cane. STIFF, inflexible, unpliable, non-flexible, unbending, inelastic, firm, hard, solid, tough, tight, taut, compact, compacted, compressed, dense; rare impliable, unmalleable, renitent.
2 an unyielding policy on inflation.
RESOLUTE, inflexible, uncompromising, unbending, unshakeable, unwavering; unpersuadable, uncooperative, immovable, intractable, intransigent, rigid, stiff, hard-line, hard and fast, tough, firm, determined, iron-willed, dogged, obstinate, stubborn, not giving an inch, diehard, adamant, obdurate, tenacious, pertinacious, relentless, implacable, inexorable, single-minded, stiff-necked; British English informal bloody-minded; rare indurate, renitent, unmalleable.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Statement or claim that is untrue or incorrect. It can be intentionally deceptive or simply a result of misinformation. It can be spread through various means, such as rumors, misinformation campaigns, or unintentional mistakes. It is important to be critical of information and fact-check claims to avoid being misled by it.

Leugens, valsheid

A

falsehood

  1. “The statement that he made about his involvement is a complete falsehood.”
  2. “Don’t believe the falsehoods spread by gossip magazines.”
  3. “The politician’s campaign was fueled by falsehoods and misinformation.”
  4. “She accused him of spreading falsehoods to tarnish her reputation.”
  5. “It’s important to fact-check before sharing information to avoid spreading falsehoods.”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

een figuurlijk taalgebruik waarbij een minder harde, minder directe of minder confronterende uitdrukking wordt gebruikt om iets aan te duiden dat als onprettig, ongemakkelijk, ongepast of onbehoorlijk wordt beschouwd

A

Eufemisme

euphemism

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Bananas, nuts, crazy, wild, ballistic, cuckoo!

A

Bonkers

Quite commonly used word, not slang, used to affectionately describe a state of mind such as the above.
Hand-in-hand vocabulary with for example: gor-blimey, bastards!, bollockchops, well I’ll be a pissed on candle, crikey, shove it up your arse, and bollocks! Used in the UK at least.(>London<)
Humorous sub-text in use due to its (click the link) ‘bonk’ attribute, as in copulation of the ‘Carry On’ sort also bonk could be a hit, say on the head that has comedy value.
To enhance, say: ‘bloody bonkers’ or ‘blimmin bonkers’ or ‘bloomin bonkers’ or ‘absolutely bonkers’ (esp.)

-He’s definitely gone bonkers, that boy.’ (crazy in the head)

-They told me they lost the paperwork.
-Did you get mad?’
-I went absolutely bonkers (mad at them)

-I could have sworn I left it here on the frigde, I tell you I’m going bonkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

USB

A

USB stands for Universal Serial Bus.

  1. USB 1.0:
    • Low-Speed USB: 1.5 Mbps (megabits per second)
    • Full-Speed USB: 12 Mbps
  2. USB 2.0:
    • Hi-Speed USB: 480 Mbps
  3. USB 3.0 (also known as USB 3.1 Gen 1 or SuperSpeed USB):
    • SuperSpeed USB: 5 Gbps (gigabits per second)
  4. USB 3.1 (also known as USB 3.1 Gen 2):
    • SuperSpeed USB 10 Gbps
  5. USB 3.2:
    • SuperSpeed USB 10 Gbps (USB 3.2 Gen 1)
    • SuperSpeed USB 20 Gbps (USB 3.2 Gen 2x2)
  6. USB 4:
    • SuperSpeed USB 40 Gbps (USB 4 Gen 2x2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

een houding gekenmerkt door scepsis en negativiteit ten opzichte van de motieven of handelingen van anderen. Een ……. persoon gelooft vaak dat mensen voornamelijk gedreven worden door eigenbelang en twijfelt vaak aan hun oprechtheid of altruïsme. Deze manier van denken kan leiden tot algemeen wantrouwen jegens anderen en een neiging om dingen vanuit een pessimistisch perspectief te bekijken.

A

Cynisme

Het is echter belangrijk op te merken dat cynisme niet noodzakelijkerwijs een gezonde of constructieve wereldbeschouwing is, aangezien het vertrouwen, samenwerking en het vermogen om positieve aspecten van situaties te zien kan belemmeren.

Cynisme kan worden gezien in uitspraken zoals: “Geloof me, de wereld verandert nooit”, “Waarom zou ik zelfs proberen? Alles gaat toch mis” en “Iedereen heeft een verborgen agenda, vertrouw niemand echt”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

showing great attention to detail; very careful and precise

bijzonder nauwgezet, uiterst precies

A

Meticulous

the designs are hand-glazed with meticulous care | he had always been so meticulous about his appearance.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Uitstel gedrag
Verschuiving van dag tot dag

A

Procrastination
(Procrastinatie)

Procrastination is the act of delaying or postponing tasks or actions, usually to avoid an uncomfortable or demanding situation. It involves intentionally putting off work that needs to be done, often opting for more enjoyable or less important activities instead. Procrastination can lead to increased stress, reduced productivity, and missed deadlines. Understanding the reasons behind procrastination and implementing strategies to overcome it can help improve time management and task completion.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Priemgetal
Prime number

A

Positief getal, alleen deelbaar door zichzelf en door 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Verergeren

A

Exacerbating
(En Français: exacerbé)

make (a problem, bad situation, or negative feeling) worse: the exorbitant cost of land in urban areas only exacerbated the problem | the strong pound has exacerbated the situation by making it much harder for UK companies to compete on price.

Exacerbatie - (Lat. exacerbatio = verbittering, verscherping) beteekent, als medische term gebruikt: verergering van een ziekte-toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Video resolutions

A
  1. 480p (SD): 854x480 pixels
  2. 720p (HD): 1280x720 pixels
  3. 1080p (Full HD): 1920x1080 pixels
  4. 2160p (4K UHD): 3840x2160 pixels
  5. 4320p (8K UHD): 7680x4320 pixels

1440p (Quad HD): 2560x1440 pixels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Doubt

A

reservation

The British government expressed grave reservations about the proposals.
DOUBT, qualm, scruple; MISGIVINGS, scepticism, unease, hesitation, hesitancy, demur, reluctance; objection; Law demurrer. ANTONYMS confidence.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Transparant
Helder (vooral voor fysieke objecten maar kan ook voor bv een duidelijk en heldere schrijfwijze staan)

A

pellucid

The pellucid stream flowed effortlessly through the verdant meadow.
The moonlight cast a pellucid glow on the tranquil lake.
The crystal-clear, pellucid waters of the Caribbean are a sight to behold.
The instructor delivered a pellucid lecture that captivated the students’ attention.
The pellucid sky allowed us to see millions of stars during our camping trip.
The artist’s brushstrokes created a pellucid depiction of a serene countryside.
We hiked up the mountain to enjoy the pellucid views of the surrounding landscape.
The morning mist gradually dissipated, revealing a pellucid view of the picturesque valley.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Vrouwenhater

Afkeer van vrouwen

A

Misogynie

Misogyny
dislike of, contempt for, or ingrained prejudice against women: she felt she was struggling against thinly disguised misogyny.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Voorstelling van mannelijk lid in toestand van erectie

A

Fallus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Piraten vlag

A

Jolly Roger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Geboorteplaats van Jozeph Stalin

A

Gori

52
Q

Devastation, destruction
Verwoesting

A

Havoc

  1. The storm wreaked havoc on the coastal town, causing widespread damage to buildings and infrastructure.
  2. The spread of the virus has wreaked havoc on the global economy, leading to job losses and financial uncertainty.
  3. The unruly party guests created havoc in the otherwise peaceful neighborhood, disturbing the residents late into the night.
  4. The malfunctioning software update caused havoc in the company’s computer network, resulting in lost data and disrupted operations.
  5. The dictator’s oppressive regime unleashed havoc on the country, with widespread human rights abuses and political oppression.
53
Q

economisch beleid dat gericht is op het verminderen van de overheidsuitgaven en het verkleinen van het begrotingstekort

A

Austeriteitspolitiek verwijst naar economisch beleid dat gericht is op het verminderen van de overheidsuitgaven en het verkleinen van het begrotingstekort. Dit beleid houdt vaak in dat er bezuinigingen worden doorgevoerd op overheidsuitgaven, zoals sociale programma’s, onderwijs of gezondheidszorg. Het doel is om de overheidsfinanciën te stabiliseren en de schuldenlast te verminderen, maar het kan ook gevolgen hebben voor de economische groei en de levensstandaard van de bevolking.

54
Q

Accidentally

A

Inadvertently

  1. While trying to unlock her phone, she inadvertently dialed her ex-boyfriend’s number, causing an awkward conversation.
  2. The photographer inadvertently left a lens cap on while shooting, resulting in a slightly blurred image.
  3. He inadvertently spilled coffee on his computer, causing irreversible damage to the motherboard.
  4. She inadvertently sent an email meant for her friend to her entire office, including her boss.
  5. The hiker inadvertently strayed from the trail and got lost in the dense forest.
55
Q

Not usable anymore

A
  1. Obsolete
  2. Outdated
  3. Inoperable
  4. Nonfunctional
  5. Unusable
  6. Defunct
  7. Deprecated
  8. Out of commission
  9. No longer functional
  10. Past its prime

These terms can be used interchangeably to convey the idea that something is no longer usable or functional.

56
Q

Feasible

A

Viable

Uitvoerbaar; haalbaar

capable of working successfully; feasible: the proposed investment was economically viable.

57
Q

Pointless

Nutteloos

A

Futile

  1. Despite their relentless efforts, their attempts to change his mind proved futile as he remained resolute in his decision.
  2. The young man’s futile attempt to fix the broken car only resulted in further damage and frustration.
  3. The team’s futile struggle to catch up with the opponents left them feeling defeated and discouraged.
  4. She realized that arguing with him was futile because he was unwilling to listen or consider other perspectives.
  5. Despite the doctor’s best efforts, the patient’s condition continued to deteriorate, making treatment seem futile.
58
Q

having or showing care and conscientiousness in one’s work or duties

vlijtig, ijverig

A

Diligent

  1. She was a diligent student, always submitting her assignments on time and studying diligently for exams.
  2. The diligent worker stayed late at the office to double-check her work and ensure everything was perfect.
  3. The diligent researcher spent countless hours in the laboratory, conducting experiments and gathering data.
  4. With diligent practice, he honed his skills and became a proficient pianist.
  5. The diligent homeowner regularly maintained the house, fixing any issues promptly and keeping it in excellent condition.
59
Q

easy to understand, expressed clearly

Bright or luminous

A

Lucid

  1. “She had a lucid dream last night, where she could control everything.”
  2. “The professor gave a lucid explanation of the complex scientific theory.”
  3. “The artist used lucid colors and bold strokes to create a captivating painting.”
  4. “After a long meditation session, she felt a sense of calm and lucidity.”
  5. “His writing was so clear and lucid that it was easy to understand even for beginners.”
60
Q

Verspillen, verkwisten

A

Squander

  1. “He squandered his inheritance on luxurious vacations and expensive cars.”
  2. “The company squandered their resources on unnecessary projects.”
  3. “It’s a shame to see talented individuals squander their potential.”
  4. “We shouldn’t squander our time and effort on trivial matters.”
  5. “They squandered the opportunity to make a positive impact on the community.”
61
Q

Irreversible, not able to be changed
Onherroepelijk, onomkeerbaar

A

Irrevocable

62
Q

Considerable, Noticeable
Aanmerkelijk, Merkbaar

A

Appreciable

“Appreciable” and “substantial” are similar in meaning, both suggesting something noteworthy or significant. However, “appreciable” often refers to something that can be recognized or valued, while “substantial” tends to imply a larger or more meaningful amount or importance.

  1. The company made an appreciable improvement in its sales figures this quarter, showing a significant increase compared to the previous year.
  2. The teacher commended the student for making appreciable progress in their academic performance, noting a visible improvement in their grades.
  3. Regular exercise can lead to an appreciable boost in overall fitness levels, enhancing endurance and strength over time.
  4. The project team’s diligent efforts resulted in an appreciable reduction in production costs, leading to higher profit margins for the company.
  5. The scientist discovered an appreciable difference in the chemical composition of the two samples, indicating a substantial variance in their properties.
63
Q

Kwaatwillend (EN) (FR)

A

Malevolent (Engels)
Malveillant (Frans)

64
Q

Toestemming

A

Consent

65
Q

deliberately cause (someone) to believe something that is not true, especially for personal gain

A

Deceiving

1 she had been deceived by a clever confidence trickster. SWINDLE, defraud, cheat, trick, hoodwink, hoax, dupe, take in, mislead, delude, fool, outwit, misguide, lead on, inveigle, seduce, ensnare, entrap, beguile, double-cross, gull; informal con, bamboozle, do, sting, diddle, rip off, shaft, bilk, rook, pull a fast one on, pull someone’s leg, take for a ride, pull the wool over someone’s eyes, throw dust in someone’s eyes, put one over on, take to the cleaners; British English informal fiddle, swizzle, sell a pup to; North American English informal sucker, snooker, stiff, euchre, bunco, hornswoggle; Australian English informal pull a swifty on; archaic cozen, sharp; rare mulct.

2 he had deceived her with another woman. BE UNFAITHFUL TO, be disloyal to, be untrue to, be inconstant to, cheat on, cheat, betray, break one’s promise to, play someone false, fail, let down; informal two-time.

66
Q

woord dat bestaat uit de beginletters van andere woorden, bijv. radar (= radio detection and ranging)

A

Acroniem

67
Q

Boosheid, wrok, haat (EN)

A

Resentment

  1. “I could sense the resentment in his voice when he spoke about his past experiences.”
  2. “She couldn’t hide her resentment towards her sibling for always receiving special treatment.”
  3. “After the argument, there was a lingering sense of resentment between the two friends.”
  4. “Years of mistreatment had left him with a deep-seated resentment towards authority figures.”
  5. “Addressing underlying issues can help reduce resentment and improve relationships.”
68
Q
  • Mostly found in salt water
  • Smaller
  • Part of sub-order
    Pleocyemata
  • Plate-like gills
  • Curled body
A

Shrimp (garnaal)

69
Q
  • Mostly found in fresh water
  • Bigger
  • Part of sub-order
    Dendrobranchiata
  • Branching gills
  • Straight body
A

Prawns (garnalen)

In French, freshwater shrimp are called “crevettes d’eau douce,” while saltwater prawns are referred to as “gambas” or “crevettes grises.” Each term refers to a different type of crustacean based on their habitat and species.

70
Q

Je trots opzij zetten

A

Swallow your pride

71
Q

Not be able to change, reversed or recovered: final

A

Irrevocable

  1. Once the decision is made, it becomes irrevocable, meaning it cannot be changed or reversed.
  2. Signing a contract with an irrevocable clause means that the terms of the agreement are binding and cannot be altered under any circumstances.
  3. It’s important to consider the long-term consequences before making an irrevocable choice, as it may have a permanent impact on your life or situation.
  4. The court’s ruling to terminate a parent’s rights can be a highly significant and irrevocable action for both the parent and the child involved.
  5. Some decisions carry an irrevocable weight, requiring careful thought and consideration to prevent regret.
72
Q

Een schok bezorgen, provoceren

A

choqueren

73
Q

Lipo akku

A

Lithium-Polymer akku

74
Q

This electronic music refers to music that is created algorithmically and evolves over time, never remaining exactly the same. It often incorporates random or semi-random elements to introduce variation and keep the listener engaged.

A

Generative music

75
Q

Zich futloos voelen

A

Zich landerig voelen

76
Q

Willekeurig

A

Arbitrary (ned: arbitrair) (FR: aléatoire)

  1. The decision was made based on arbitrary criteria, without any clear justification or rationale.
  2. The teacher’s grading system seemed arbitrary, as there was no consistent standard applied to each student.
  3. The company’s dress code policy appeared arbitrary, with rules that didn’t seem to have any logical basis.
  4. The judge’s ruling was questioned by many, as it seemed arbitrary and biased.
  5. The allocation of resources seemed arbitrary, without any consideration of the actual needs or priorities.
77
Q

Voorbeeld in argumentatie

Een patroon, model of referentiekader dat wordt gebruikt om iets te begrijpen of te benaderen. Het verwijst naar de algemene manier van denken binnen een bepaald vakgebied of discipline.

A

paradigma

Voorbeeld: Stel dat iemand beweert dat het oké is om te laat op het werk te komen, omdat hun collega’s dat in het verleden ook hebben gedaan zonder gevolgen. Deze persoon maakt een paradigmatische argumentatie waarbij ze refereren naar eerdere gevallen om hun gedrag te rechtvaardigen.

Een paradigma is een model, theorie of set van ideeën die dient als basis voor het begrijpen van een bepaald gebied of fenomeen.

Het kan worden gebruikt om te verwijzen naar een dominante manier van denken of werken in een bepaald veld of discipline, of naar een algemene benadering van een bepaald onderwerp. Paradigma’s kunnen veranderen naarmate nieuwe inzichten of bevindingen worden verkregen of als er nieuwe ideeën of benaderingen opkomen.

Het begrip “paradigma” is afgeleid van het Griekse woord “paradeigma”, wat “voorbeeld” betekent. Het wordt vaak gebruikt in de wetenschap en de filosofie om te verwijzen naar de fundamentele principes of ideeën die de basis vormen voor het begrijpen van een bepaald gebied of fenomeen.

78
Q

een term die wordt gebruikt om te verwijzen naar het scheiden van mensen op basis van bepaalde kenmerken, zoals ras, etniciteit, religie of sociaaleconomische status. Het kan plaatsvinden op verschillende gebieden, zoals huisvesting, scholen, werkplekken of openbare voorzieningen. Het kan negatieve gevolgen hebben, zoals ongelijke toegang tot middelen en kansen. Het is belangrijk om te streven naar inclusie en gelijkheid om het te verminderen.

A

Segregatie

79
Q

Franse spoorwegen

A

sncf

80
Q

I came, I saw, I conquered

A

Veni, vidi, vici

81
Q

Een woord dat vaak wordt gebruikt om een dreigende of verontrustende situatie of gebeurtenis te beschrijven. Het verwijst naar iets dat onheilspellend is en waarschuwt voor een slechte afloop.

A

Omineus (eng: ominous)

Omineus is de Nederlandse vorm van het Latijnse bijvoeglijk naamwoord ominosus, een afleiding van omen, dat ‘voorteken’ betekent. Ominosus en omineus betekenen letterlijk ‘een voorteken inhoudend’, ‘voorspellend’. Vaak is daarmee een ongunstig voorteken bedoeld en heeft omineus de betekenis ‘onheilspellend’. In andere gevallen is de betekenis ‘voorspellend’ juist zwakker geworden en betekent omineus vooral ‘veelzeggend’.

82
Q

Kopstem

A

Falsetstem

83
Q

Wie waren de Bee Gees?

A

Barry Gibb, Robin Gibb en Maurice Gibb

84
Q

tijd die nodig is voor de helft van de werking

A

Halfwaardetijd

85
Q

Zich moeilijk kunnen ontlasten. Verstopping

A

Obstipatie

86
Q

Wat zijn Bolsjewisten (of bolsjewieken)?

A

Bolsjewisten (of bolsjewieken) waren leden van de bolsjewistische partij, die een prominente rol speelden in de Russische Revolutie van 1917. Ze stonden onder leiding van Vladimir Lenin en streefden naar een marxistische revolutionaire omverwerping van de tsaar en de vestiging van een socialistische staat, uiteindelijk de Sovjet-Unie genoemd. De bolsjewieken kenden een centraal georganiseerde partijstructuur en hadden als doel de macht te grijpen en de Russische samenleving te transformeren. Ze waren voorstanders van collectief eigendom en controle over de productiemiddelen en streefden naar klassenloze gelijkheid.

87
Q

Grondwet in het Engels, Duits en Frans

A

Constitution, Verfassung, Constitution

88
Q

een periode van rust tussen twee conflicten of crises, en wordt soms ook gebruikt om te verwijzen naar een pauze of overgangsperiode tussen twee belangrijke gebeurtenissen of tijdperken.

verwijst ook naar de periode tussen de twee Wereldoorlogen (1918-1939).

A

Interbellum

89
Q

Politicus en bouwkundig ingenieur (1854 - 1929)

A

Cornelis Lely
(Lelystad)

90
Q

Het ontbreken van pigment cellen in de huid of haren

A

Vitiligo

91
Q

Oud student, oud leerling

A

Alumnus
Meervoud: Alumni

92
Q

one of a series of extremely toxic organophosphorus compounds developed as nerve agents by the Soviet Union (later
Russia) between 1971 and 1993.

A

Novichok

93
Q

Opgekropte haat, wrok

A

Rancune

94
Q

waterkrachtcentrale

A

hydroelectric power plant

95
Q

Wie beklom als eerste de Mount Everest en wanneer

A

Edmund Hillary en Tenzing Norgay in 1953

96
Q

Dubbelzinnig

A

Ambigu

ambiguous, equivocal
- open to more than one interpretation; not having one obvious meaning: ambiguous phrases.
• not clear or decided: the election result was ambiguous.

97
Q

Voedsel verschaffen

A

foerageren

98
Q

het samengaan van staten of regio’s in een land en het vormen van een verbond waarbij iedere staat intern zijn
onafhankelijkheid behoudt, statenbond

A

Confederatie.
Confederale staat

Enkele voorbeelden van landen met een confederale structuur zijn Zwitserland en de voormalige Confederate States of America tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. In deze systemen behouden de deelnemende entiteiten aanzienlijke autonomie en soevereiniteit.

99
Q
  1. onderdrukkend, beteugelend
  2. achteraf tegengaand, controlerend; tegengest. → preventief
A

Repressief

100
Q

De langste noord-zuid autoweg

A

E45 van Noorwegen naar Italië.

De E45 is een Europese weg, gelegen in Noorwegen, Finland, Zweden, Denemarken, Duitsland, Oostenrijk en Italië. De weg vormt een lange noord-zuidroute vanaf Alta via Göteborg, Hamburg, München, Roma en Messina naar Gela. De E45 is in totaal 5.323 kilometer lang, exclusief veerdiensten.

101
Q

Wie was Rosa Parks?

A

Rosa Parks is bekend geworden door het Montgomery-busincident. Op 1 december 1955 zat Parks in de bus van de stad Montgomery. Ze weigerde toen haar zitplaats af te staan aan een blanke passagier. In de wet van de staat Alabama, waar Montgomery ligt, stond dat ze dit wel moest doen. Uiteindelijk kwam de politie en kreeg ze een boete van 10 dollar ($10) plus extra kosten van 4 dollar ($4). Parks weigerde deze boete te betalen. Ze werd toen gearresteerd en moest voor de rechtbank komen, omdat ze de “openbare orde” zou hebben verstoord.
Toen Martin Luther King, een andere burgerrechtenactivist die tegen de rassenscheiding was, hiervan hoorde, organiseerde hij de Montgomer-busboycot. De zwarte bevolking van de stad ging niet meer met de bus naar school/werk/winkels, maar op andere manieren. Zo namen veel mensen de taxi, die heel goedkoop was geworden, of ze gingen met de fiets, lopend of zelfs met een ezel! 156 boycotters werden gearresteerd voor het “hinderen” van een bus. Hierdoor kreeg iedereen in de Verenigde Staten te horen van de boycot. Het busbedrijf van Montgomery ging bijna failliet, daarom schafde ze uiteindelijk de rassenscheiding af. De zaak tegen Rosa Parks was ondertussen bij het Amerikaanse Hooggerechtshof beland, de belangrijkste rechtbank van de Verenigde Staten. Het hooggerechtshof vond dat Rosa Parks gelijk had, en verklaarde de rassenscheiding in Alabama ongrondwettig.

102
Q

goedkeuren, gepast achten

A

Billijken

billijk vinden; goedkeuren, gepast achten: iemands reden billijken; dat kan ik billijken, dat zal ik niet afkeuren.

103
Q

Werveling, draaikolk, wervelwind

A

Vortex

104
Q

aandoening in de vorm van gesprongen adertjes in de gezichtshuid

A

Couperose

105
Q

A large particle accelerator located at the
CERN laboratory on the French-Swiss border near Geneva. Operation of the collider began in 2008, and an initial aim was to provide evidence for the existence of the Higgs boson (Higgs particle)

A

Large Hadron Collider

De Large Hadron Collider (LHC) ligt bij CERN, de Europese Organisatie voor Kernonderzoek, net buiten Genève, in de buurt van de Frans-Zwitserse grens.

106
Q

stroming die de nadruk legt op de waarde van het geheel met onderdelen die met elkaar samenhangen in plaats van aparte delen

A

Holisme, holistisch

Holisme is het idee dat het geheel meer is dan de som van de delen. Een voorbeeld hiervan is de ecologie, waarin alle elementen van een ecosysteem met elkaar verbonden zijn en invloed op elkaar hebben. Hierdoor wordt de nadruk gelegd op het begrijpen van systemen als geheel in plaats van losse onderdelen.

Voorbeelden van holisme zijn de holistische benadering in de architectuur, waarbij het ontwerp rekening houdt met de impact op de omgeving en de gebruikers, en de holistische benadering in de onderwijssector, waarbij de focus ligt op het ontwikkelen van alle aspecten van een individu, zoals intellectuele, sociale en emotionele vaardigheden.

107
Q

Iemand die zich voordoet als iemand anders. Bijvoorbeeld online om te stalken

A

Catfish

108
Q

Iemand die zich voordoet als iemand anders (online)

A

Catfish

a person who deceives someone online by means of a fictional or assumed persona, especially with the aim of luring them into a relationship: she fell for a catfish. [originally with reference to the 2010 documentary film Catfish, which concerns such a relationship]

109
Q

Sofisme

A

Denkvalkuilen vermijden: Cognitieve vooroordelen

Sofisme

‘Een sofisme is een misleidende redenering, ondanks de schijn van waarheid […],

“Gepresenteerd als een rigoureuze en logische demonstratie, is een sofisme eigenlijk niet waar omdat het onvolledig of dubbelzinnig is. Het bestaat uit een of meer waar of vermeende waarheidsvooruitgangsels, opgesteld in een verleidelijke maar foute redenering die zich niet aan de regels van de logica houdt, ook al is de conclusie waar. Sofisme is moeilijk te weerleggen als je de logica niet onder de knie hebt.” (Uit de definitie van sofisme)

Sofisme is strikt genomen geen cognitieve vooringenomenheid, omdat het niet systematisch is en er een bereidheid is om de gesprekspartner of gesprekspartners te misleiden, in tegenstelling tot paralogisme, waarbij de redenering onjuist is, maar de persoon die zichzelf uitdrukt te goeder trouw is.

Voorbeeld:

Een luie werknemer werkt niet.

Een werkloze werkt niet.

Een werkloze is dus lui.

Deze redenering is onjuist, want als B A impliceert en C A impliceert, is er niets bekend over de relatie tussen B en C, behalve dat ze allebei A als gevolg of kenmerk hebben. Het gemeenschappelijke kenmerk van een luie en een werkloze is dat je niet werkt, maar je kunt lui zijn zonder werkloos te zijn en omgekeerd werkloos te zijn zonder lui te zijn.

Een eenvoudige manier om het te ontwapenen: vervang lui door kat, werk niet door is een zoogdier en werkloos door hond, dan krijg je:

Een kat is een zoogdier.

Een hond is een zoogdier.

Een hond is dus een kat.

Een ander voorbeeld is het nemen van wat slechts een voorgeschiedenis is.

De haan zingt,

De zon komt op.

Het is dus het gezang van de haan die de zon doet opkomen.

John Stuart Mill (1807-1873), een Engelse empirische filosoof en econoom, classificeerde de sofismen in 4 groepen:

Sofisme van eenvoudige inspectie of sofisme a priori wanneer het voorstel door iedereen wordt geaccepteerd en geen bewijs vereist.

Een observatiesofisme waarbij verkeerde conclusies worden getrokken uit het verwaarlozen van bepaalde feiten of het verkeerd observeren.

Voorbeeld: beschikbaarheidsvoorinnem.

Een veralgemeningssofisme waarbij men op basis van een of een paar specifieke gevallen veralgemeend wordt, zonder alle gevallen te hebben geanalyseerd of als dat niet het geval is, een representatieve steekproef.

Voorbeelden: Inductieprobleem en representativiteitsbias

Verwarde sofisme, waarbij een verkeerde conclusie wordt getrokken door een verkeerde interpretatie en waardering van het bewijs.

Voorbeeld: het ooievaareffect.

Sofisme van verdeeldheid

In de epidemiologie staat de illusie van series bekend als de sofisme van de Texaanse sluipschutter. Kahneman en Tversky noemden het ‘geloof in de wet van de kleine getallen’ omdat ze de illusie van series en de drogreden identificeerden om aan te nemen dat het model van een grote populatie zich in al zijn subgroepen zal herhalen. In de logica staat dit sofisme bekend als het delingssofisme, de veronderstelling dat de partijen dezelfde eigenschappen moeten hebben als het geheel.” (sceptiques.qc.ca)

Voorbeeld:

Als we in hetzelfde jaar twee keer hebben gestolen, zeggen we dat er in het land een explosie van criminaliteit is. Deze redenering is echter onjuist, omdat het van een bepaald geval, het onze, met twee gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan, naar een statistische conclusie van algemene betekenis gaat - de hele bevolking, waarvoor we geen informatie hebben.

> > > Citaat:

‘Hij (Boileau) zou deze triviale retoriek hebben onder de loep gekregen, namelijk het verdrinken van een hoop sofisme in een zee van stille woorden en belachelijke figuren.’

Jean le Rond d’ Alembert - 1717-1783 - Eloges, Despréaux

‘Er is iets gemeens in de wereld dan de slaaf van een tiran, het is de dwak van een sofisme.’

Charles Nodier - 1780-1844 - Jean Sbogar, 1818

‘Sofisme, de leugen van de logica.’

Victor Hugo - 1802-1885 - Filosofie van het proza

‘Een fout is des te gevaarlijker als er meer waarheid in zit. Sofisme is meer waar dan absurditeit, dus absurditeit is onschuldig in sofisme angstaanjagend.’

Henri Frédéric Amiel - 1821-1881 - Gierstkorrels, 1854

110
Q

Gerechtelijke lijkschouwing

A

Obductie

111
Q

Het verwijst naar de verspreiding van mensen uit hun oorspronkelijke thuisland of gemeenschap naar andere delen van de wereld. Het betreft vaak een groep mensen met een gemeenschappelijke culturele achtergrond of identiteit die zich op verschillende locaties vestigen.

A

Diaspora

112
Q
  1. halve bol, halfrond van aarde of hemel
    2 anatomie elk van de helften van de grote hersenen
A

Hemisfeer (hemisphere)

113
Q

Diastolisch Hartfalen

A

Hartfalen met behouden ejectiefractie betekent dat de hartspier stijf is en niet goed ontspant, waardoor het hart niet efficiënt kan pompen ondanks een normale hoeveelheid bloed die wordt uitgepompt bij elke hartslag.

Heart failure with preserved ejection fraction (HFpEF) is a type of heart failure in which the heart is unable to relax properly between contractions, making it difficult for the heart chambers to fill with blood. This can cause blood to back up in the lungs and other areas of the body, leading to symptoms such as shortness of breath, fatigue, and swelling in the legs. Despite the name, the ejection fraction, which is a measure of how well the heart pumps blood out with each beat, may actually be normal or even slightly elevated in patients with HFpEF. It is commonly seen in older adults, particularly those with hypertension, diabetes, obesity, or a history of heart disease.

114
Q

James L. Kraft

A

Geen Duitser maar een Amerikaan.
De uitvinder van American Chees en stichter van het concern KRAFT

115
Q

Onwillig, tegendraads, dwars, onwillig (NL)

A

Recalcitrant

  1. De recalcitrante student weigerde naar de les te komen.
  2. Haar recalcitrante houding zorgde voor veel frustratie bij haar collega’s.
  3. Ondanks herhaalde waarschuwingen bleef de recalcitrante leerling de regels overtreden.
  4. Zijn recalcitrante gedrag maakte samenwerken met hem bijzonder lastig.
  5. De recalcitrante hond luisterde niet naar zijn baasje.
116
Q

Correlatie

A

cor•re•la •tie | spreek uit: - (t)sie | (Frans)
vrouwelijk zelfstandig naamwoord
[meervoud -s]
wederzijdse betrekking, onderlinge afhankelijkheid, samenhang tussen twee reeksen van waarnemingen: er bestaat een correlatie tussen alcoholgebruik en het aantal verkeersdoden

117
Q

……… betekent dat iemand gemengde gevoelens heeft over iets. Het kan verwijzen naar tegenstrijdige of dubbele gevoelens tegenover een persoon, situatie of object.

A

Ambivalent

Ambivalentie kan worden ervaren wanneer iemand tegenstrijdige gevoelens heeft over een bepaalde situatie. Het kan leiden tot twijfel, onzekerheid en innerlijke conflicten. Mensen kunnen ambivalent zijn over bijvoorbeeld keuzes, relaties of beslissingen.

  1. Ik voel me ambivalent over mijn nieuwe baan.
  2. Haar ambivalentie over het onderwerp was duidelijk merkbaar.
  3. De ambivalentie in zijn antwoord maakte het moeilijk om zijn standpunt te achterhalen.
  4. Ze toonde een ambivalente houding tegenover verandering.
  5. Zijn ambivalentie maakt het lastig om te weten wat hij echt denkt.
118
Q

een economische theorie die werd ontwikkeld door de econoom John Maynard Keynes. Het houdt in dat overheidsinterventie in de economie, zoals overheidsuitgaven en belastingen, kan helpen om de economie te stabiliseren en recessies te bestrijden.

A

Keynesianisme

119
Q

vals, op geraffineerde wijze gemeen

A

vilein | bijvoeglijk naamwoord

  1. Haar vileine opmerkingen waren scherp en kwetsten zijn gevoelens.
  2. De slechte vriendin fluisterde vileine roddels in haar oor.
  3. Zijn lach was gevuld met een vileine ondertoon die haar wantrouwig maakte.
  4. De dictator regeerde het land met een vileine hand en onderdrukte zijn volk.
  5. De vileine blik in haar ogen voorspelde geen goeds voor de avond.
120
Q
  1. bezeten door grootheidswaan
  2. getuigend van grootheidswaan
A

megalomaan | bijvoeglijk naamwoord

  1. De megalomane plannen van de dictator veroorzaakten angst onder de bevolking.
  2. Zijn megalomane visie leidde tot financiële ondergang en isolatie.
  3. De projectontwikkelaar droomde van megalomane wolkenkrabbers in de skyline.
  4. Haar megalomane streven naar perfectie zorgde voor constante stress.
  5. De megalomane artiest geloofde dat zijn werk de loop van de kunstgeschiedenis zou veranderen.
121
Q

het uiteenlopen, het uiteenvloeien; tegengest. → convergentie

A

Divergentie

het divergent zin, het uiteenlopen, het uiteenvloeien; tegengest. → convergentie

Divergentie is een term die wordt gebruikt in verschillende contexten, zoals wiskunde, economie en wetenschap. In het algemeen verwijst divergentie naar het uiteenlopen of uit elkaar gaan van iets, bijvoorbeeld twee lijnen die steeds verder uit elkaar gaan.

122
Q

Artist known for
Erotic illustration/Robot art

A

Hajime Sorayama

123
Q

Katte ras met grijze vacht

A

Chartreux

124
Q

Het principe van vergelding of wraak, waarbij een actie wordt beantwoord met een vergelijkbare actie, vaak met negatieve of schadelijke gevolgen, als een vorm van vergelding of wraak. Dit kan voorkomen in verschillende contexten, zoals geschillen tussen individuen, landen of organisaties.

A

Retaliëren:
Wedervergelden

“Retaliatie” is het principe van vergelding of wraak, waarbij een actie wordt beantwoord met een vergelijkbare actie, vaak met negatieve of schadelijke gevolgen, als een vorm van vergelding of wraak. Dit kan voorkomen in verschillende contexten, zoals geschillen tussen individuen, landen of organisaties.

125
Q

A traditional Japanese woodworking technique used to create wooden joints for furniture and other wooden objects. It involves precise cutting and fitting of wooden parts without the use of nails or screws.

A

Sashimono is a traditional Japanese woodworking technique used to create wooden joints for furniture and other wooden objects. It involves precise cutting and fitting of wooden parts without the use of nails or screws.

126
Q

Pretpark op een pier in de buurt van Los Angeles Venice

A

Santa Monica Pier

127
Q

1) iets wat heel vaak wordt gezegd en dat daardoor geen inhoud meer heeft
2)platte, banale opmerking

A

platitude
pla•ti-tu•de (uit het Fr)
[de (v)]
[mv: -s]