memo 2 Flashcards

1
Q

ca.500

A

Clovis regeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

622

A

ontstaan islam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ca. 625-750

A

uitbreiding van het islamitische rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ca. 700-750

A

bekering van heidenen in Noord-Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ca. 750

A

ontstaan leenstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

800

A

Karel de grote tot keizer gekroond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

500

A

Clovis regeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

622

A

ontstaan islam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

625-750

A

uitbreiding islamitische rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

700-750

A

bekeren heidenen Noord-Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

750

A

ontstaan leenstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

800

A

Karel de Grote tot keizer gekroond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

middeleeuwen

A

500 tot 1500 n.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vroege middeleeuwen

A

500 tot 1000 n.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

agrarische samenleving

A

een maatschappij waarin bijna iedereen boer is

17
Q

domein

A

gebied waar een heer de baas was en waarvan hij de inkomsten kreeg.

18
Q

vroonland

A

de hoeve van de heer hoort er ook bij hier word het graan en andere landbouw verbouwd

19
Q

hoeveland

A

hier woonde de horigen

20
Q

woeste gronden

A

rivieren bossen en struiken

21
Q

autarkie

A

zelfvoorziening een economie waarin iedereen zichzelf van behoeften voorziet

22
Q

lijfeigene

A

iemand die eigenaar was van de heer die voor hem moest werken

23
Q

horige

A

Boer die moest werken op het land van de heer en de grond niet mocht verlaten zonder de heer zijn toestemming

24
Q

herendiensten

A

werkzaam heden die horige gratis voor de heer moest doen

25
hofstelsel
economisch systeem waarbij een heer de horige in zijn gebied beschermde