biologie periode 2 Flashcards
1
Q
accommoderen
A
het platter en boller worden van de ooglens
2
Q
bewegingszenuwcellen
A
bewegingszenuwen bestaan uit de lange uitlopers van bewegingszenuwcellen
3
Q
bewegingszenuwen
A
zenuwen die vanaf de hersenen naar spieren lopen
4
Q
bijziend
A
als je alleen van dichtbij scherp kunt zien
5
Q
binnenoor
A
word gevormd door het slakkenhuis, de gehoorzenuw en het evenwichtsorgaan
6
Q
blinde vlek
A
plaats waar de oogzenuw aan het oog zit hier zit geen netvlies
7
Q
bolle lens
A
hiermee zie je voorwerpen van dichtbij
8
Q
bovenste gehoorgrens
A
hoogste toon die organismen kunnen horen voor mensen is deze 20.000 hertz
9
Q
buis van Eustachius
A
buis die trommelholte en keelholte met elkaar verbind
10
Q
A