Medicamenten Flashcards

1
Q

Noem 2 desinfecterende middelen zonder chloorhexidine

A
  • betadinejodium

- betadinescrub

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem 4 reinigingsmiddelen

A
  • waterstofperoxide 3%
  • petroleumether
  • gezuiverde soda
  • biotex groen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem 4 eigenschappen/kenmerken van middelen met chloorhexidine (hibitane, hibiscrub, hibicet en sterilon).

A
  1. Hecht zich aan de huid.
  2. Langere werkzaamheid dan alcohol.
  3. Huidreinigende werking.
  4. Tegen bacteriën en schimmels.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem 3 hoornstof oplossende- en etsende middelen.

A
  • salicylpreparaten
  • likdoornpleisters
  • zilvernitraat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 6 ontstekingswerende- en adstringerende middelen.

A
  • ichtyolzalf
  • dyachilonzalf
  • betadine
  • sterilon
  • cetaflex
  • calendulazalf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 4 desinfecterende middelen met chloorhexidine

A
  • hibitane
  • hibiscrub
  • hibicet
  • sterilon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor worden etsende- of hoornstof oplossende middelen gebruikt?

A

Bij likdoorns en ingroeiende of ingegroeide nagels.

Op advies of na raadpleging van een arts bij wratten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn adstringerende middelen?

A

Ontstekingswerende middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn bacteriocide middelen?

A

Bacteriedodende middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn bacteriostatische middelen?

A

Bacterieremmende middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn desinfectantia?

A

Chemische stoffen met een dodende en remmende werking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn detergentia?

A

Reinigingsmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn fungiciden?

A

Schimmeldodende middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn fungiostatische middelen?

A

Schimmelremmende middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn virucide middelen?

A

Virusdodende middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn virusstatische middelen?

A

Virusremmende middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarvoor worden desinfecterende zalven gebruikt?

A
  • verzorgen van wonden

- tamponneren van de nagelwal

18
Q

Waarbij worden trekzalven gebruikt?

A

Bij steriele ontstekingen.

19
Q

Waarbij worden huidverzorgende- en cosmetische producten gebruikt?

A

Droge / geïrriteerde / schrale / vette / vochtige huid.

20
Q

Hoe heten producten met een micro-organismen werende werking? (3x2 + 1)

A
  1. Fungiciden (schimmeldodend) of fungiostatisch (schimmelremmend).
  2. Virucide (virusdodend) of virusstatisch (virusremmend).
  3. Bacteriocide (bacteriedodend) of bacteriostatisch (bacterieremmend).
  4. Sporocide (sporendodend).
21
Q

Betadine jodium =

A

Desinfecterend middel zonder chloorhexidine.

Is zowel bacterie-, schimmel- als virusdodend.

22
Q

Betadine scrub =

A

Desinfecterend middel zonder chloorhexidine.
Bevat wasmiddelen die celdodend zijn.
Antiseptische zeep voor handen en onderarmen.

23
Q

Betadine zalf =

A

Ontstekingswerende en -remmende zalf op basis van jodium of chloorhexidine.

24
Q

Calendulazalf =

A

Homeopatische zalf met goudsbloem.
Voor slecht genezende wondjes en zweren.
Oplossende en verkoelende eigenschap.

25
Q

Cetaflex zalf =

A

Ontstekingswerende zalf.

Bacteriocide werking, voor behandeling van oppervlakkige letsels op de huid.

26
Q

Chloorhexidine =

A

Desinfectie vloeistof.
Hecht zich aan de huid, werkt langer dan alcohol, is een bacteriocide.
Verkrijgbaar als zuigtablet, mondspoeling, crème, gel lotion, zeep en applicatievloeistof.

27
Q

Diachylon zalf / witte trekzalf =

A

Ontstekingswerende en -remmende zalf.
Kan gebruikt worden bij ontstoken haarzakjes.
Is loodhoudend en kan bij langdurig gebruik loodvergiftiging veroorzaken.

28
Q

Hibicet =

A

Desinfectiemiddel met chloorhexidine.
Bacteriocide werking.
Voor uitwendig gebruik.
Steriele gebruiksklare waterige oplossing.

29
Q

Hibitane =

A

Desinfectiemiddel met chloorhexidine.
Is bacteriedodend.
Moet verdunt worden met gesteriliseerd water.

30
Q

Hibiscrub =

A

Desinfectiemiddel met chloorhexidine.
Rode, heldere oplossing.
Voor handdesinfectie bij operaties.

31
Q

Ichtyolzalf / zwarte trekzalf =

A

Ontstekingswerende zalf.
10% ontstekingswerend en 20% bloedvat vernauwend.
Werkzame stof is kamfer.

32
Q

Petroleumether =

A

Een reinigingsmiddel.
Voor het verharden van eelt.
Verwijdert pleisterresten.

33
Q

Salicylpreparaten zijn?

A

Hoornstofoplossende middelen.

34
Q

Zilvernitraat =

A

Hoornstofoplossend middel met adstingerende werking.
Kan gebruikt worden voor granulatieweefsel (wild vlees) in de nagelwal.
Is een stift.

35
Q

Gezuiverde soda =

A

Detergentia.
Bij grote hoeveelheid sterk verwekende en uitdrogende werking.
Kun je gebruiken voor het steriliseren van instrumenten.

36
Q

Biotex groen =

A

Detergentia, kan gebruikt worden als inactiveringsvloeistof.
Bevat geen bleekmiddel.
Neutraliseert zalven, bijvoorbeeld wrattenzalf.

37
Q

Fysiologische zoutoplossing =

A

Reinigingsmiddel.

Kan gebruikt worden voor het verwerken van nagelriemen en voor het uitspoelen van wondjes.

38
Q

Salicylzuur =

A

Hoornstofoplossend en -etsend middel. Toe te passen bij wratten op advies van een arts.
Voor het verwijderen van eelt in de nagelwal of van een likdoorn.

39
Q

Wat is een toxische reactie?

A

Ontstaat door het gebruik van medicijnen of een overdosering hiervan.
Kunnen vergiftigingsverschijnselen geven.

40
Q

Wat is een allergische reactie?

Noem 4 voorbeelden.

A

Wordt veroorzaakt door prikkels of stoffen waarvoor me allergisch is.
Blaarvorming, jeuk, uitslag en pijn.