Mediawijsheid voc Flashcards
1
Q
synoniem quasi, nagenoeg
A
bijna
2
Q
synoniem quatsch
A
waanzin, onzin
3
Q
synoniem belazeren
A
bij de neus nemen, misleiden, bedriegen, beetnemen
4
Q
synoniem manipuleren
A
opzettelijk beïnvloeden
5
Q
betekenis ‘daar knelt het schoentje’
A
dat is het probleem
6
Q
betekenis ‘de draak steken met’
A
bespotten, lachen met
7
Q
antoniem ongelijkwaardig
A
equivalent
8
Q
antoniem belangrijk, relevant
A
irrelevant, onbenullig
9
Q
antoniem echt, authentiek
A
fictief, verzonnen
10
Q
antoniem gedeeltelijk
A
integraal