Media Flashcards
Medium
het middel die je gebruikt om iets uit te zenden of duidelijk te maken
Populaire kranten
Telegraaf, AD….hun krijgen misdaad, rampen, sport, amusement
Kwaliteitskranten
NRC, Handelsblad, Volkskrant, Trouw….vooral aandacht aan serieus nieuws, politiek, economie
Infotainment
combinatie van amusement en informatie
Pluriformiteit
verschillende massamedia
Socialiserende functie
cultuuroverdracht vanuit de media (overdragen van normen en waarden)
Persbureaus
bureaus die berichten tegen betaling naar de redacties van kranten en tv-programma’s sturen
Indentiteit
wie ze zijn en wat ze belangrijk vinden
Selectieve perceptie
iemand die bewust of onbewust keuzes maakt bij het waarnemen
Referentiekader
al iemands persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen
Objectiviteit
beschrijving van gebeurtenissen die kloppen met de werkelijkheid en niet gekleurd is door een eigen mening
Hoor en wederhoor
verschillende mensen aan het word laten
Zenderkleuring
de publieke omroep die zich op specifieke doelgroepen richt
Horizontale programmering
wanneer op zenders bijna alle programma’s op vaste tijdstippen worden uitgezonden
Primetime
specifieke tijden voor populaire programma’s wanneer de meeste mensen TV kijken
Emotie-tv
programma’s waarbij je ontroerd raakt
Verschraling
verschillende programma’s die minder worden en er wel veel amusement word uitgezonden
Sluikreclame
dit is verboden, ze moeten de merken van producten die acteurs in een film of serie gebruiken weglaten
Commissariaat voor de media
deze persoon houd in de gaten of de publieke omroep zich goed aan de mediawet houd
Injectienaald theorie
in deze theorie word een massamedium voorgesteld als een injectienaald die het publiek druppeltje voor druppeltje met bepaalde ideeen volspuit
Indoctrinatie
systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek
Manipulatie
het geven van vervormde informatie zoals het weglaten of vervormen van feiten zonder dat het publiek dit merkt
Agenda theorie
deze theorie zegt dat de media niet bepalen wat mensen denken, maar hooguit waarover zij denken en met elkaar praten