Maten van risico en associatie betreffende prognose en therapie Flashcards
1
Q
Cumulatieve incidentie (CI)
A
= a (disease)/N (total). Je kijkt naar incidenten over een bepaalde periode
2
Q
incidentiecijfer (IR)
A
het aantal events tijdens follow-up / het aantal mensen die at risk zijn
3
Q
hazard rate
A
alle personen/totaal aan person-years
4
Q
relatief risico (RR) =
A
a/(a+b) / c/(c+d)
5
Q
het absolute risico verschil (RD) =
A
a/(a+b) - c/(c+d)
6
Q
numbers-needed-to-treat (NNT) =
A
1/-RD = 1/ c/(c+d) - a/(a+b)
7
Q
odds ratio (OR)
A
a/b / c/d