Marketing modellen Flashcards

1
Q

Concurrentieanalyse, 5 krachtenmodel van Porter

A

Wie zijn je concurrenten? Hoe staan ze in de markt?
1 van de manieren om dat te doen is via het vijfkrachtenmodel van Porter:
1. Dreiging van de nieuwe toetreders
2. Onderhandelingsmacht van de leverancier
3. Onderhandelingsmacht van kopers
4. Dreiging van substituten
5. Onderlinge rivaliteit tussen concurrenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Adoptiecurve van Rogers

A

In de adoptiecurve van Rogers worden consumenten ingedeeld in een aantal zogenaamde adoptiecategorieën. Deze categorieën maken een onderscheid op basis van de snelheid waarmee consumenten een product ‘adopteren’, dit wordt ook wel de adoptiesnelheid genoemd. De 5 categorieën: Innovaters, early adopters, early majority, late majority, laggard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Groeistrategieen van Ansoff

A

Met het model van Ansoff kan je de groeistrategie van het bedrijf bepalen. De groeistrategieën zijn belangrijk voor de koers van een bedrijf. De factoren waar een bedrijf voor kan kiezen zijn:
Marktpenetratie: Bestaande markt, bestaand product
Marktontwikkeling: Nieuwe markt, bestaand product
Productontwikkeling: Bestaande markt, nieuw product
Diversificatie: Nieuwe markt, nieuw product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De productniveaus volgens Leeflang/Kotler

A

De 3 productniveaus van Leeflang bieden een manier om de verschillende eigenschappen waaruit een product is opgebouwd te begrijpen.
1. Fysiek product
Fysieke eigenschappen van het product. Denk hierbij aan afmeting, gewichten, samenstelling, geur, vormgeving en smaak van een product.
2. Uitgebreid product
Wanneer je bij het fysieke product de toegevoegde eigenschappen optelt. Die eigenschappen zorgen ervoor dat het product zich kan onderscheiden van concurrerende producten. Bijvoorbeeld design, merknaam, service, imago
3. Totaal product
De door de consument toegekende eigenschappen. Bijvoorbeeld gebruiksgemak, duurzaamheid, service na verkoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardestrategieen van Treacy en Wiersema

A

Treacy en Wiersema pleiten voor het beheersen van alle drie de disciplines waarbij de organisatie dient te excelleren op 1 discipline.

  1. Product leadership (productkwaliteit, innovatie en merkmarketing)
  2. Customer intimacy (klantenservice en klantaandacht)
  3. Operational excellence (productieproces met goede operaties en uitvoering)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Concurrentiestrategieen van Porter

A

Volgens Porter zijn er drie verschillende concurrentiestrategieën die organisaties kunnen hanteren om toegevoegde waarde en onderscheidend vermogen t.o.v. haar concurrenten te creëren.

  1. Lagekosten strategie (Gebaseerd op het optimaliseren van bedrijfsprocessen en hiermee een kostenvoorsprong te realiseren ten opzichte van de concurrenten. Door het verlagen van de kostprijs en het verbeteren van de operationele bedrijfsprocessen is de onderneming in staat een lagere verkoopprijs te hanteren dan de concurrent.)
  2. Differentiatiestrategie (Het doel hiervan is het creeren van een uniek en/of superieur beeld. Kopers willen een prijspremie betalen voor dit unieke product. )
  3. Focusstrategie (Is gericht op het concurreren in een niche van de markt in plaats van de totale markt. Door de focus heeft de producent een superieure kennis van de doelsegmenten waardoor beter op de behoeften van de consument ingespeeld kan worden. Er zijn in de focusstrategie twee mogelijkheden: Kostenfocus en differentiatiefocus. )
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Product markt combinatie (PMC)

A

Een product marktcombinatie (PMC) is een unieke combinatie van een product voor een specifieke groep klanten. Om tot een productmarktcombinatie te komen is een afbakening voor het product nodig.

Hoe kom je tot een afbakening voor je product?
•	Voor welke specifieke klanten is het product bedoeld?
•	Hoeveel klanten heb ik in de markt?
•	Wat zijn mijn beste klanten?
•	Wat is de grootte van mijn doelgroep. 
Wat is het probleem van de klant?
Hoe kom je tot mogelijke oplossingen?
Welke bijdrage lever je voor de klant?
Wat is het uiteindelijke resultaat?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly