Mannelijke geslachtsorganen Flashcards
Histologie van tubuli seminiferi contorti
zijn bekleed met 2 soorten cellen:
- Sertolicellen: chormatine-arme kern met prominente nucleolus
- spermatogenetische cellen: onderscheid maken tss versch stadia
functies van Sertolicellen
- steun, bescherming en voeding van de zich ontwikkelende zaadcellen
- fagocytose van overtollig cytoplasma van de spermatiden
- Secretie van hormonen (inhibine, Müllerian inhibiting factor, androgeen-bindend proteine) en vocht
- de Sertolicellen zijn door tight junctions tot een gesloten epitheelcellaag met elkaar verbonden => adluminaal compartiment gescheiden van abluminaal (basaal) compartiment: bloed-testisbarriere
-> zich ontwikkelende zaadcellen worden door de Sertolicellen doorgesluisd van het basaal naar het adluminaal comp
=> verzekert constante samenstelling van tubulair vocht dat sterkt verschilt van interstitieel vocht + bescherming tegen immunsysteem
histologie van Leydigcellen
- liggen in interstitieel weefsel
- produceren testosteron
- kristallen van Reinke (functie onbekend)
epitheel van tubuli seminiferi recti en rete testis
eenlagig kubisch epitheel
epitheel ductuli efferentes
afwisselend gebieden van:
- hoogcilindrische cellen met trilharen: vloeistofstroming
-laagkubische cellen zonder trilharen: vleoistof resorberen
=> stervormig lumen
structuur van spermatozoön
3 delen: kop, middenstuk en staart
- kop: kleine, schijfvormige gecondenseerde kern (apicale zijde van kern bedekt door acrosoom)
functies epididymis
opslagplaats spermatozoa en functionele maturatie
+ massa spermatozoa wordt ingedikt door resorptie van testisvocht
epitheel ductus epididymis
pseudomeerlagig epitheel met stereocilia (lange microvilli), omgeven door een dunne circulaire laag gladde spiercellen
descensus testiculorum (vanaf 3e maand) => versch lagen testis:
- scrotumhuid = gepigmenteerde en behaarde huidplooi zonder subcutis
- tunica dartos = opp fascia rijk aan spiervezels en elastische vezels (vezels lopen door in een septum scroti) (samen met scrotumhuid = scrotum)
- fascia spermatica externa (fascia cremasterica) = dens BW en bestaat uit de uitgerekte elementen van aponeurose van m obliquus externus abdominis
- m cremaster: spiervezels van m obliquus internus abdominis en m transversus abdominis die op de funiculus spermaticus insereren
- fascia spermatica interna: uitgerekte elementen van fascia transversalis
- tunica vaginalis testis = uitstulping van peritoneum die haar verbinding met peritoneale holte verliest (lamina visceralis en parietalis - mesorchium)
gubernaculum testis
verbinding van bodem van scrotum en extremitas inferior van testis door bindweefselstreng
bevloeiing scrotum
a pudenda interna -> a perinealis superficialis -> rr scrotales posteriores
aa pudendae externae -> rr scrotales anteriores
a cremasterica
gelijknamige venen begeleiden de arteriën
lymfedrainage van scrotum en testis
SCROTUM
begeleiden de vasa pudenda interna naar de oppervlakkige inguinale lymfeknopen
TESTIS
lumbale pre- en para aortische lymfeknopen
(beginnen met een oppervlakkige plexus onder de tunica vaginalis en een diepe plexus in het parenchym van testis en epididymis, 4 tot 8 collecterende lymfevaten stijgen op via de funiculus spermaticus en begeleiden de testiculaire vaten op de m psoas)
bezenuwing scrotum
voorste 1/3: vanuit L1 via de n ilioinguinalis (nn scrotales anteriores) en n genitofemoralis (r genitalis, innerveert ook m cremaster)
achterste 2/3: vanuit S3 via de n pudendus (nn scrotales posteriores) en n cutaneus femoris posterior (rr perineales)
epitheel d deferens
pseudomeerlagig cilindrisch met stereocilia met een spierlaag (3 lagen:: binnenste en buitenste longitudinale laag en middelste circulaire laag)
buiten de spierlaag: adventitia
tss epitheel en spierlaag zit tunica propria (BW en veel elastische vezels)
opbouw funiculus spermaticus
- d deferens
- begeleidende vaten en zenuwen
- omhullende lagen: fascia spermatica interna, m cremaster, fascia spermatica externa
- 3 arteriën: a testicularis, a ductus deferentis, a cremasterica
- zenuwen: r genitalis n genitofemoralis en autonome vezels die bloedvaten en vooral de a testicularis volgen (n ilioinguinalis loopt ernaast in de canalis inguinalis)
venen: niet geïndividualiseerd maar vormen een plexus pampiniformis