Management Flashcards

1
Q

Ontwikkel gangen van Kohlberg

A
  1. Premoraliteit (huilen)
  2. Preconventioneel (straf vermijden)
  3. Conventioneel (groepsgedrag)
  4. Post conventioneel (eigen waarde)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klassenmanagement (kenmerken)

A
  • Multidimensionaliteit ( rekening houden met verschillende waarden, normen)
  • Gelijktijdigheid (overal zijn en alles zien
  • Onmiddelijkheid (direct kunnen ingrijpen)
  • Onvoorspelbaarheid ( er kan van alles gebeuren)
  • Openbaarheid (ze zien alles wat je doet)
  • Historiciteit ( wat er is gebeurd in het verleden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Belangrijk bij het ontwikkelen van structuur

A

Eerste periode regels en afspraken duidelijk benoemen en hanteren (consequent, redelijk, kordaat/daadkrachtig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Regels voor structuur (indeling)

A
  1. Voor de les
  2. Begin van de les
  3. Tijdens de les
  4. Einde van de les
  5. Random de les
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Efficient managementgedrag

A
  • Opmerkzaamheid
  • Simultaan gedrag (op meerdere aspecten kunnen letten)
  • Vlot verloop
  • Aandacht vasthouden
  • Differentiaties lesstof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Van Preventie
Effectief management systeem door:

A
  1. Positieve houding naar alle lln
  2. Deel verwachtingen
  3. Betrek lln bij maken regels en procedures
  4. Aangepast en uitdagend curriculum
  5. Enthousiasme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Naar interventie
Kritische momenten

A

Maak van puistje geen steenpuist..
Houd primaire vector (doel) aan. Minimaliseer secundaire vector (klas, 1 lln let niet op)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Situering van de orde
(Management vs orde)

A

Management = creëren van voorwaarden om te leren
Orde = lln leren binnen grenzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

5- trapsraket (managen)

A
  1. Negeer onopvallend negatief gedrag
  2. Non-verbale correctie
  3. Noem naam + why
  4. Benoem gewenst gedrag en definieer consequenties
  5. Blijf managen, evt consequenties uitdelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Observeren

A

Actieve manier
Doel: lln iets leren
- passief waarnemen
- actiegerichte manier van info zoeken
- filteren
- beslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Driedeling AMI protocol
(Aanleren observatie vaardigheden)

A
  1. Actieve leertijd
    - taakgericht
    - welke feedback
    - effectieve beweegtijd
  2. Instructie
    - focus leerdoelen
  3. Management
    - kloppen groepen/ arrangement etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly