Didactiek Flashcards
Effectieve didactiek
(Historisch perspectief)
- Van externe sturing -> gedeelde sturing -> zelfsturing
- Van leerproduct -> leerproces
- Van individueel leren -> coöperatief leren
Effectieve didactiek
(6 regels)
- Leren is constructief + cumulatief
- Leren is zelfregulerend
- Leren is doelgericht
- Leren is context gebonden
- Leren verloop interactief en coöperatief
- Leren is individueel verschillend
Leren is constructief en cumultief
Bouwt voort op wat ze al kennen
Scaffolding
GEEN vlindereffect
Leren is zelfregulerend
Voorbereiden:
Self-efficacy
Uitvoeren:
Mate van beschikbare feedback
Verbeteren:
Achievement goal theory
Its a circle
Leren is doelgericht
Concrete leerdoelen
GEEN: indicenteel leren, onbewust leren
Leren is contextgebonden
Leer lln in de situatie waarin ze komen.
Leren verloop interactief en coöperatief
Zone van naaste ontwikkeling!
Lineaire pedagogiek
Lineaire leercurve
- impliciet
- expliciet
- techniek
- docent gestuurd
Non-verbale lineaire pedagogiek
Leercurve gaat met ups en downs
- differentieel
- CLA
- tactiek
- leerling gestuurd
- constructivistisch
Leerstijlen van KOLB
- Concreet ervaren
- Reflectief waarnemen
- Abstract theoretiseren
- Actief experimenteren
Leerstijlen Kolb
(Welk systeem)
Stabiel:
Alle fasen evenveel aandacht
Non linear:
Een fase is gevoelig voor individu dan andere
Methodieken uitwerken met didactieken
Visueel
Auditief
Cognitief
Motorisch
Motorisch leren (Newell)
- Coördinatie fase (bal over net spelen)
- Controle fase (vanuit verschillende plekken bal over net spelen)
- Afwerkingsfase
Keuze van werkvormen afhankelijk van?
- Visie en doelen
- Evaluatie
- Kenmerken lln
- Eigenschappen als docent
- Randvoorwaarden
Lesgeefstijlen van Mosston, A t/m E
(Docent gestuurd)
A. Commanderen
B. Opdracht, oefenen
C. Check in duo’s (observeren, feedback)
D. Zelfevaluatie (zelfcheck criteria)
E. Differentiatie op niveau (zelf inschatten)