Maatschappelijke themas Flashcards

1
Q

Wat wordt er in de inleiding van Voeding en Budget gezegd?

A

-België is een verzorgingsstaat
-Gemiddeld inkomen stijgt maar de kloof tussen arm en rijk wordt groter
-Voedingsbudget moet een vaste lijn zijn in de huishoudbegroting
-Consumptiemaatschappij –> bezuinigen op gezonde voeding
-Gezonde voeding hoeft niet duur te zijn, mensen op de hoogte brengen van bezuiningings strategiën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De plaats van voeding binnen het huishoudbudget kan Absoluut of relatief worden gezien, wat is het verschil?

A

Absoluut: Het totale bedrag van de voeding
Relatief: Het bedrag van de voeding tegenover het totalen inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de variabelen die het voedingsbudget kunnen beïnvloeden?

A

-Inkomen
-Gezinsgrootte
-Behoefte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn prijsbepalende factoren van voedsel?

A

-Plaats van herkomst
-Plaats van aankoop
-Woonplaats, tijd
-Vraag en aanbod
-Seizoen
-Kwaliteit
-Gezinsgrootte
-Behoefte
-Kookkunst
-Promotie
-Hoeveelheid
-Merken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de basisprincipes van verantwoord bezuinigen op voeding?

A

-Subsitutie: product blijven gebruiken maar op goedkopere manieren
-Afwijzing: Product minder of niet meer gebruiken (luxe producten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de voorwaarden voor verantwoord bezuinigen op voeding?

A

-Moet de honger en de dorst lessen
-Moet gastronomische en aantrekkelijke voeding zijn
-Moet het lichaam in stand houden en een goede fysieke conditie waarborgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef bezuinigingstips

A

-Goedkopere winkel of merk
-Koop voedingsmiddelen in aanbieding
-Koop minder extra’s
-Soms doet lagere kwaliteit niets aan de voedingswaarde
-Doe boodschappen zonder de kinderen
-Ga niet met een lege maag winkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kansarmoede is niet hetzelfde als armoede, wat houdt dit in?

A

-Niet enkel een financieel probleem
-Sociale uitsluiting
-Niet kansloos, minder kansen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kansarmoede is een vicieuze cirkel wat betekent dit?

A

-Heel moeilijk om hier uit te raken
-Gaat over van generatie op generatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit studies blijkt dat mensen uit hogere sociale klassen gezonder zijn door wat wordt dit bepaald?

A

-Leefstijlfactoren
-Structurele of omgevingsfactoren
-Psychosociale stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voedingsgewoonten verschillen al naargelang de sociale groep waartoe men behoort wat speelt hier een belangrijke rol

A

-Inkomen
-Scholingsgraad
-Opvoeding
-Beschikbare tijd

verschil is kwaliteit en niet kwantiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke sociale groepen kan de populatie worden opgedeeld?

A

-Beroep
-Opleidingsniveau
-Inkomensniveau

gegevens van Vader of Moeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn redenen die men vindt om van gezonde voeding af te wijken?

A

-Huishouden met twee verdieners is geld relatief genoeg aanwezig maar is de Tijd beperkt
-Werklozen hebben tijd maar gebrek aan geld en kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt Obesitas gezien?

A

Vroeger: teken van welstand
Nu: komt eerder voor bij mensen van lagere klassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom komt Obesitas eerder voor bij mensen van Lagere klassen?

A

-Energierijk en nutriëntarm voedsel is goedkoper
-makkelijker en sneller klaar te maken
-gewoonte en opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn andere reden naast budget waardoor mensen met voeding omgaan?

A

-Kookvaardigheden
-Informatiebehoefte
-Veranderingsbereidheid
-Kennis en opvattingen
-Eventueel taal- en cultuurverschillen
-Argwaan
-Gezinssituatie en opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is er met betrekking op de manier van voedselconsumptie uit onderzoek gebleken?

A

-Niet alle ouders hun durven hun keuzes door te voeren en kiezen voor harmonie
-Ouders met een hoger gezondheidsbewustzijn hun kinderen strengere voedingsregels opleggen
-Er een relatie is tussen de beslissingsmacht van de kinderen en het gezond/minder gezond te eten
-Kinderen uit gezinnen met een grotere emotionele binding en duidelijke regels gezonder eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe kunnen voedingsinterventies bij kansarmen worden toegepast?

A

-Budgettering en bezuinigingsstrategiën
-Persoonlijke benadering
-Praktisch doe activiteiten
-Gebruik maken van bestaande sociale netwerken
-Rekening houden met beschikbaarheid
-Empowerment en autonomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de vier grote voedselculturen?

A

-Wortel- en grof-graancultuur
-Rijstcultuur
-Tarwecultuur
-Vlees/viscultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wanneer spreken we van ondervoeding?

A

Vanaf het ogenblik dat de getroffen bevolking elke dag opnieuw met voedselgebrek te maken krijgt gedurende een lange periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Is ondervoeding een groot probleem?

A

Ondervoeding is kwantitatief het belangrijkste voedingsprobleem in de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de verschillende soorten ondervoeding

A

-Chronische ondervoeding
-Acute ondervoeding
-Marasme
-Kwashiorkor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is Chronische ondervoeding?

A

Veralgemeend tekort, vaak een structureel probleem, probleem van armoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is Acute ondervoeding?

A

(hongersnood, vaak een gevolg van natuurrampen of oorlog) Ondraagelijk lijden dat een volledig verzwakken van het organisme tot gevolg heeft, Zodra dit fenomeen een massale sterfte tot gevolg heeft noemen we dit hongersnood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is Marasme

A

(wegkwijnen) Wanneer zowel energie als eiwit onvoldoende wordt opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe kan je Marasme herkennen?

A

-Ernstig gewichtsverlies
-Verlies onderhuids vetweefsel
-Mager uiterlijk
-Apathie
-Kouwelijk
-Verlaagde fysieke activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is Kwashiorkor?

A

Eiwitondervoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hoe herken je Kwashiorkor?

A

-Oedeem (zwelling)
-Niet echt mager
-Dunne huid
-Depigmentatie
-Diarree
-Groeiachterstand
Vooral bij kinderen die te snel van borstvoeding overschakelen naar onvolwaardige zetmeelvoeding

29
Q

Geef andere Deficiënties door ondervoeding

A

-Xeroftalmie: kinderblindheid door gebrek aan VIT A
-Rachitis: botaandoening -> verkromming van benen door tekort aan VIT D
-Pellagra: huidziekte door gebrek aan VIT B3

30
Q

Wat is Kwantitatieve ondervoeding

A

Minder dan 1720 kcal per dag

31
Q

Wat is kwalitatieve ondervoeding?

A

Voldoende energie nuttigt maar dat bepaalde voedingsstoffen ontbreken

32
Q

Wat zijn de indicatoren om ondervoeding op te sporen?

A

-Voedselbeschikbaarheid per persoon per dag
-% kinderen met ondergewicht
-Schattingen van aantal chronisch ondervoede personen en sterfte door ondervoeding
-Zuigelingensterfte
-Levensverwachting

33
Q

Wie zijn de eerste slachtoffers bij grote hongersnoden?

A

-Bevolkingsgroepen die in gebieden wonen waar de ecologische en landbouwkundige omstandigheden minder gunstig zijn
-Mensen met een moeilijke sociaaleconomische positie
-Zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven, jonge kinderen
-Vluchtelingen

34
Q

De oorzaken van ondervoeding kunnen in 2 categorieën verdeel worden, welke?

A

-Natuurlijke elementen: klimaat, natuurrampen
-De mens:
Onvoldoende productie, slechte verdeling
Armoede
Structurele problemen
Conflictsituaties

35
Q

Wat zijn de 8 Millenniumdoelstellingen?

A

-Einde van extreme armoede en hongersnood
-Alle kinderen gaan naar school
-Alle mannen en vrouwen dezelfde rechten
-Kindersterfte sterk afgenomen
-Minder vrouwen sterven door zwangerschap
-Verspreiding aids en malaria gestopt
-Duurzamer milieu
-Meer eerlijke handel, schulden verlichting en hulp

36
Q

Wat zijn de Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) tegen 2030?

A

17 doelstellingen en 169 onderliggende targets
1: Geen armoede
2: Geen honger
3: Goede gezondheid en welzijn
4: Kwaliteitsonderwijs
5: Gendergelijkheid
6: Schoon water en sanitair
7: Betaalbare en duurzame energie
8: Eerlijk werk en economische groei
9: Industrie, innovatie en infrastructuur
10: Ongelijkheid verminderen
11: Duurzame steden en gemeenschappen
12: Verantwoorde consumptie en productie
13: Klimaatactie
14: Leven in het water
15: Leven op het lan
16: Vrede, justitie en sterke publieke diensten
17: Partnerschap om doelstellingen te bereiken

37
Q

Wat is ‘Alternatieve voeding’?

A

Verzamelnaam voor verschillende voedingswijzen die zowel variëren in achterliggende gedachten als in concreet voedingsgedrag

Geen kleine verschillen, pas wanneer de voedingswijzen essentieel verschillen ten opzichte van wat gangbaar is

38
Q

Mensen met volgende psychologische kenmerken kiezen voor alternatieve voeding

A

-Mensen die de symbolische waarde van het voedsel meer waarderen dan klassieke voedingswetenschappers
-Mensen bij wie hoop, vrees en bijgeloof de voedselkeuze bepalen
-Mensen met een sterke emotionele aanleg en een gering oog voor de realiteit
-Mensen die geschikt zijn voor groepsvorming

39
Q

Geef de 4 categorieën van Alternatieve voeding

A

-Systemen op semi-wetenschappelijke grondslag
-Systemen gericht op een terugkeer naar de natuur
-Systemen gebaseerd op filosofische grondslag
-Systemen gebaseerd op religieuze grondslag

40
Q

Wat houdt ‘Alternatieve voeding op seme-wetenschappelijke grondslag’ in?

A

De samenstelling van een voedingsmiddel wordt als uitgangspunt genomen

41
Q

Wat zijn kenmerken van ‘Natuurvoeding’?

A

-Het zo min mogelijk bewerken van voedsel
-Voorkeur van ongeraffineerde producten
-Gangbare landbouwproducten bij voorkeur onbehandeld en zonder toevoegingen
-Vlees wordt vaak niet gegeten (vaak industriële bewerkingen)

42
Q

Bij ecologische voeding ligt het accent op duurzame voeding, gezond voor mens en omgeving, Wat zijn hier kenmerken van?

A

-Energiezuinige bereidingswijzen
-Voorkeur voor seizoen en regionale producten
-Onverpakte of milieuvriendelijk verpakte voeding
-Biologische landbouw en veeteelt

43
Q

Wat houdt Alternatieve voeding op basis van een Filosofische grondslag in?

A

Voedingspatroon maakt deel uit van een breder georiënteerde filosofische stroming die een aparte visie heeft op de taak en de plaats van de mens in de schepping, in de natuur

44
Q

Wat zijn voorbeelden van Alternatieve voeding op basis van een Filosofische grondslag?

A

Macrobiotiek (levenswijze volgens de wetten van de natuur), antroposfie (spirituele filosofie en occulte wetenschap):

-filosofische achtergronden
-Impact op voedingsgewoonten
-Gezondheidaspecten
-Kentekens

45
Q

Wat houdt Alternatieve voeding op basis van en religieuze overtuiging in?

A

Godsdiensten, groeperingen en sekten die aan jun religieuze overtuiging een alternatief voedingsgedrag koppelen

46
Q

Wat kan je zeggen over Voeding van etnische minderheden?

A

Blijven vaak hun eigen voedingsgewoonten behouden, zorgt voor een gevoel van identiteit, in grote steden zijn vaak specifieke winkels.

47
Q

Geef kenmerken van Reclame tegenover voorlichting

A

-Commercieel
-Informeren geen primaire taak
-Weinig complex naar publiek toe
-Doelgroep goed bestudeerd
-Effecten vastgesteld

48
Q

Geef kenmerken van Voorlichting tegenover reclame

A

-Niet commercieel
-Informeren primaire taak
-Complexe boodschap
-Doelgroep vaak minder bestudeerd
-Effecten vaak minder geëvalueerd

49
Q

Wat zijn de verschillende vormen van Voorlichting?

A

-Massamediale voorlichting (hele grote doelgroep, tv, radio, straatbeeld)
-Persuasieve voorlichting (op gevoel inspelen)
-Interpersoonlijke voorlichting (1 op 1 gesprek, flyers)
-Interactieve voorlichting (winkel oefeningen, workshops)
-Nudging (gedrag onbewust in een bepaalde richting duwen)

50
Q

Wat is Voorlichting?

A

Het geven van informatie door middel van communicatie, waardoor een geïnteresseerde kan komen tot een betere afweging en tot een keuze bij het nemen van beslissingen en het vormen van meningen in een concrete situatie

51
Q

Wat is Reclame?

A

Aanprijzen van een bepaald product met als doel de kooplust van de verbruiker op te wekken door duidelijk te maken wat het unieke is van het product en hoe en waarom de ontvanger er voordeel van kan hebben

52
Q

Geef nog andere kenmerken van Reclame

A

-Doel: kooplust opwekken
-Herkenbaar
-Selectief
-Concurrerend
-Enorme budgetten

53
Q

Wat mag reclame niet?

A

Mag bij wet niet misleidend zijn

54
Q

Op wat speelt reclame in?

A

Materiële behoeften
Immateriële behoeften: psychosociale behoeften (succes, gezondheid, gelukkig zijn)

55
Q

Wat zijn nog andere verkoopstechnieken?

A

Plaats van voedsel in de winkel, dure merken op ooghoogte, snacks aan de kassa

56
Q

Welke middelen hanteert de reclame?

A

-Creatie van een Imago
-Concurrenten die mikken op een verschillend publiek
-Consumenten als reclame onderwerp
-Marktonderzoek
-Epistemetische waarde (behoeft aan iets nieuws)
-Evoluties (light vs volle, duurzaam, natuurlijk
-Voedings- en gezondheidsclaims

57
Q

Wat is een Voedingsclaim?

A

Wat een voedingsmiddel bevat

58
Q

Wat is een Gezondheidsclaim?

A

Wat een voedingsmiddel doet

59
Q

Wat is het verband tussen voeding en media?

A

In de media worden er veel claims gemaakt deze zijn niet altijd correct, er is een grote invloed van rolmodellen en influencers
Wetenschappelijke informatie die onderbouwd is, is niet makkelijk te vinden

60
Q

Geef soorten van Desinformatie

A

-Verkeerde gegevens
-Misleidende reclameboodschappen
-Verkeerd begrijpen van de boodschap (gegevens onvoldoende in juiste context)
-Pseudowetenschappelijke verwijzingen om de boodschap geloofwaardiger te maken
-Misverstanden
-Onvolledig doorgeven van studiegegevens of selectief gebruiken

61
Q

Wat zijn de waarschuwingssignalen voor desinformatie?

A

-Aanbevelingen die een onmiddellijk resultaat beloven
-Angstaanjagende waarschuwingen voor specifieke
-Beweringen die te mooi om waar te zijn
-Simplistische conclusies uit complex onderzoek
-Aanbevelingen gebaseerd op 1 studie
-Dramatische verklaringen die door wetenschappelijke organisaties worden weerlegd
-Lijsten van goede en slechte voedingsmiddelen
-Aanbevelingen met als doel iets te verkopen
-Aanbevelingen op niet ondersteunde studies

62
Q

Wat is de KAGB?

A

Koninklijke academie voor geneeskunde van België

63
Q

De KAGB ontwikkelde een advies “communicatie over voeding en gezondheid” voor wat is dit?

A

De inhoud van de communicatie over voeding en gezondheid te optimaliseren binnen een duurzaam voedings- en gezondheidsbeleid

64
Q

Voor wat pleit de KAGB?

A

Een unieke onafhankelijke instelling die evidence-based voedingsadviezen verstrekt aan de consument, de overheid, media en bedrijven

65
Q

Wat is de HGR?

A

Hoge gezondheids raad

66
Q

Wat is het advies van de KAGB

A

Communicatie is niet te onderschatten:
-Erop inspelen om over gezonde voeding te communiceren
-Door wetgeving mag je geen reclame maken voor roken
-Inspelen op de doelgroep

67
Q

Wat doet de HGR?

A

-FBDG (food base dietary guidlines) vertalen -> zodat iedereen het begrijpt
-Aanbevelingen doen voor voeidngsmiddelen -> zodat ze de juiste hoeveelheidnutriënten eten
-Gezond leven -> vertalen van de voedingsdriehoek
-FBDG omzeten in de praktijk

68
Q

Wat is de KAGB nog van oordeel?

A

-Meer toezicht op reclame
-Voedingswetenschappers, wetenschapsjournalisten en de voedingsindustrie zijn gebonden aan etische regels. Waardoor er garantie is dat de informatie betrouwbaar is