M4 VOC Partie 2 - NL - FR Flashcards
(aan)vullen, onderbouwen
étoffer
(een korting) toestaan
accorder p.ex. une réduction
(h)erkennen, hier : erkennen
reconnaître
aanzetten tot
inciter à
afkomstig zijn van, voortkomen uit
provenir de
belang hechten aan
accorder de l’importance à
beloven
Promettre
bereid zijn iets te doen
être disposé à
beschikbaar
Disponible
bestellen
Commander
betreuren, spijt hebben
être désolé/regretter
bevoorrechten, bevoordelen, voorrang geven aan
privilégier
bijdragen (tot)
contribuer (à)
bloem
de la farine
bruisend, pittig
pétillant(e)
dagelijks
quotidien, quotidienne
de boekhouding
la comptabilité
de dosering
le dosage
de opneming, integratie
l’insertion (f)
de raad van bestuur
le conseil d’administration
de smaak
la saveur
de vervaldatum
une date d’échéance
dringend
d’urgence
dringend
urgent, urgente
een afdruk (bvb. écologische voetafdruk, vingerafdruk)
une empreinte
een afscheidscadeau
un cadeau d’adieu
een alternatief
une alternative
een berekening
un calcul
een bijdrage
une contribution
een contract
un contrat
een creditnota
une note de crédit
een dertigjarige
un, une trentenaire
een doelgroep
un public-cible
een doos
une boîte
een goed doel, een goede zaak
une bonne cause
een grondstof
une matière première
een handeling, transactie
une opération
een herinnering
un rappel
een jeugdbeweging
un mouvement de jeunesse
een koekje
un biscuit
een medewerker, een medewerkster
un collaborateur, une collaboratrice
een ondergeschikte
un subordonné = un subalterne
een onderhandeling
une négociation
een ontwerper, designer
un concepteur, une conceptrice
een organogram
un organigramme
een overschot
un excédent
een partnerschap
un partenariat
een relatiegeschenk
un cadeau d’affaires