M4 l'informatique Flashcards
l’informatique
de informatica
le bouton
de knop
la boite de réception
de inbox
la souris
de (computer)muis
la fenêtre
het (scherm)venster
le/la destinaire
de ontvanger
le site web
de website
l’arobase (F.)
het apenstaartje (@)
le fichier
het bestand
l’imprimante (F.)
de printer
l’encre (F.)
de inkt
le port USB
de USB-poort
le câble
de kabel
le clavier
het toetsenbord
le compte
het account
le smartphone
de smartphone
l’ordinateur portable (M.) / le portable
de laptop
la tablette
de tablet
scanner
scannen
surfer sur
surfen op
transmettre
doorsturen
allumer
aanzetten
appuyer sur
drukken op
cliquer sur
klikken op
télécharger
downloaden
sauvegarder / enregistrer
opslaan
imprimer
printen
mettre en gras
vetgedrukt zetten/ in het vet zetten
mettre en italique
cursiveren / cursief zetten
souligner
onderstrepen
le courriel
de e-mail
