M4 Flashcards

1
Q

Definitie: machten met positieve gehele exponent

A

∀a ∈ ℚ , ∀n ∈ ℕ : aⁿ = a. … .a } n factoren (met > 1)
∀a ∈ ℚ : a¹ = a
∀a ∈ ℚ₀ : a⁰ = 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie: machten met negatieve gehele exponent

A

∀a ∈ ℚ₀ , ∀n ∈ ℕ₀ : a⁻ⁿ = (⅟a)ⁿ = ⅟aⁿ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rekenregel in woorden: machten met eenzelfde grondtal vermenigvuldigen

A

Om machten met eenzelfde grondtal te vermenigvuldigen, behoud je het grondtal en tel je de exponenten bij elkaar op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rekenregel in symbolen: machten met eenzelfde grondtal vermenigvuldigen

A

am . ap = am+p (a ≠ 0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rekenregel in woorden: machten met eenzelfde grondtal delen

A

Om machten met eenzelfde grondtal te delen, behoud je het grondtal en trek je de exponenten van elkaar af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rekenregel in symbolen: machten met eenzelfde grondtal delen

A

am : ap = am-p (a ≠ 0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rekenregel in woorden: macht van een macht

A

Om een macht van een macht te bepalen, behoud je het grondtal en vermenigvuldig je de exponenten met elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rekenregel in symbolen: macht van een macht

A

(am)p = am.p (a ≠ 0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rekenregel in woorden: macht van een product

A

Om een product tot een macht te verheffen, verhef je elke factor van dat product tot die macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rekenregel in symbolen: macht van een product

A

(a . b)m = am . bm (a ≠ 0, b ≠ 0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rekenregel in woorden: macht van een quotiënt

A

Om een quotiënt tot een macht te verheffen, verhef je het deeltal en de deler tot die macht.
OF
Om een breuk tot een macht te verheffen, verhef je de teller en de noemer tot die macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rekenregel in symbolen: macht van een quotiënt

A

(a : b)m = am : bm (a ≠ 0, b ≠ 0)
OF
(a/b)m = am/bm (a ≠ 0, b ≠ 0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly