Luchtweg infecties en respiratie Flashcards
1
Q
Hoe herken je een luchtweg infectie
A
koorts, dyspnoe, tachypneu, hoesten ,rhinitis, piepende of hoorbare ademhaling
2
Q
Dyspnoe
A
neusvleugelen, intrekkingen in jugulo, subcostale en intercostale intrekkingen
3
Q
waarom jongere kinderen hoger risico op ernstige respiratoire aandoening?
A
- gevoelig voor infecties, lagere weerstand
- luchtwegen zijn smaller, daardoor sneller obstructie door slijm en slijmvlieszwelling
- hogere compliantie (bewegelijkheid) borstkas waardoor minder doeltreffende ademhaling
- ademhalingsspieren relatief inefficient
- minder reserve
- minder goed ophoesten
4
Q
tekenen van ernstige bedreigde luchtweg
A
- ernstige dyspnoe en/of tachypnoe
- kreunen
- verlaagde zuurstof saturatie
- tachycardie
- in-/expiratore geluiden
- verander bewustzijn: vaak eerst geagiteerd, daarna verminder bewustzijn
- CO2 stapeling –> bloedgas
5
Q
Stridor
A
Gevolg van abnormale luchtstroming in de bovenste luchtweg
oorzaken:
- pseudocroep/laryngitis subglottica –> virus
- corpus alienum
zeldzaam:
- epiglottitis –> tegen gevaccineerd
- bacteriele tracheitis
- tonselititis
- laryngomalacie
- trauma
- inhalatie hete gassen
- difterie
6
Q
wheezing
A
Gevolg van abnormale luchtstromen in onderste luchtwegen, piepende ademhaling Oorzaken: - viral induces wheezing/astma - bronchiolitis - (virale pneumonie)
7
Q
Bescherming luchtwegen tegen infecties?
A
- filtratie en verwarmen ingeademde lucht in de neus
- trilhalen
- bacterie dodende factoren is mucus
- IgA antilichamen in bronchiaal slijm
- fagocytose door alveolaire macrofagen en ontekingscellen
- afvoer via lymfeklieren
8
Q
Bovenste luchweginfecties?
A
- bijna altijd viraal, rhinovirus = neusverkoudheid
- meestal mild met rhinitis, pharyngitis en otitis
- kan gepaard gaan met koorts
- geen oorzakelijke behandeling, evt symptomatisch: neusspray en pcm
- risico op bacteriele super infectie of viral induces wheezing –> bacteriën kunnen broeden in het verstopte slijm
9
Q
bronciolitis
A
- meest voorkomende ernstige luchweginfectie op zuigelingen leeftijd
- virale infectieL respiratoir syncytieel virus, rhinovirus en andere virussen
- symptomen: dyspnoe, verminderd drinken, apnoes (<2 mnd)
- behandeling: ondersteunend (O2, sondevoeding) neusdruppels, pcm, evt vernevelen hypertoon zout, combivent
- passieve vaccinatie voor risico groep op ernstige infectie (synagis, RS stoffen prematuren)
10
Q
risico groepen voor synagis
A
- te vroeg geboren babys met een zwangerschapsduur korter dan 28 weken , die aan het begin van het RS seizoen nog geen jaar oud zijn.
- babys geboren na een zwangerschapsduur van 29 t/m 32 wkn ie aan het begin van het rs seizoen nog geen 6 mnd oud zijn.
- babys met ernstige aangeboren hartafwijkingen
- te vroeg geboren babys met een chronische long ziekte, ie nog ngeen 2 jaar zijn en ie nog meische behandeling hiervoor kregen 6 mn voor het RS seizoen
- kinderen onder het jaar met een stoornis in de afweer.
- kinderen met CF
RS seizoen oktober tot maart
11
Q
bacteriele pneumonie
A
- op 1 plek hoorbaar
- snel verloop
- productief sputum
- frequent pijn op borst
- ziek, temp>39, CRP verhoogd, leukocytose
12
Q
Virale pneumonie
A
- over gehele longen hoorbaar
- geleidelijk uit kno infectie
- weinig sputum
- weinig pijn op de borst
- spierpijn, rash, diarree
- matig ziek, lymfocytose
13
Q
pseudocroep/laryngitis subglottica
A
- virale verwekker: zwelling slijmvlies rond stembanden
- symptomen: blafhoest, inspiratoire stridor, subfebriele temp
- diagnostiek: obv kliniek
- behandeling: dexamethason, pulmicort vernevelingen, adrenaline vernevelingen
14
Q
werkzaamheid medicatie pseudocroep
A
- pulmicort verneveling: verminder zwelling in keel, nadeel: paniek, boos, verhoging stridor
- dexamethason: verminderd vernauwing
- adrenaline: werkt acuut 30 min -1 uur werkzaam, ter overbrugging van of dexa/intubatie
adrenaline geeft vasoconstrictie in keel waardoor slijm verminderd.
15
Q
Tuberculose
A
- besmetting met mycobacterium tuberculosis
- importziekte, erg besmettelijk
- symptomen: hoesten, koorts, nachtzweten, gewichtsverlies
- bij kinderen vaak atypisch of extrapulmonale lokalisatie
- diagnose: matouz: IGRA, kweken bacterie
- behandeling: langdurig tuberculostatica 6 mnd: rifampicise, isoniazide, ethambutol, pyrazinamide
vaccin: BCG effectiviteit 50-70%