LP8 Flashcards

1
Q

ProActive Nursing stap 1

A

orientatie op situatie
- SBAR
- EWS
- SIRS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ProActive Nursing stap 2

A

klinische probleemstelling
- zorgthema’s
- stoplicht (prioriteiten beredeneren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ProActive Nursing stap 3

A

aanvullend onderzoek
- beeldvormend
- lichamelijk
- laboratorium
- fysiologisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ProActive Nursing stap 4

A

klinisch beleid
- beredeneren welke zorg nodig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ProActive Nursing stap 5

A

klinisch verloop
- beschrijf verloop voor korte en lange termijn
-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ProActive Nursing stap 6

A

nabeschouwing
- VMS-thema’s patiëntveiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

decompensatio cordis

A

hartfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom een natrium dieet inzetten?

A

als er te veel natrium in het lichaam zit, houdt het vocht vast. dit leidt tot een verhoogde bloeddruk. een natrium beperkt dieet helpt de bloeddruk verlagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat kun je beredeneren uit slechte wondgenezing?

A

slechte wondgenezing duidt op slechte doorbloeding en dus onvoldoende zuurstoftoevoer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

oligurie

A

verminderd uitscheiden van urine.
het vocht zit in het weefsel ipv in de bloedbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bloeduitslagen;
anemie

A

kijk naar Hb en Ht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bloeduitslagen;
nierfalen

A

ureum, kreatine. deze zullen hoog zijn omdat de nieren het niet kunnen afbreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bloeduitslagen;
infectie

A

CRP, BSE. deze zullen verhoogd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bloeduitslagen;
uitdroging

A

natrium (zouten zorgen ervoor dat vocht opgenomen kan worden), kalium, ureum, kreatine, hematocriet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bloeduitslagen;
ademhaling

A

pH, pCO2, pO2, SaO2, HCO3-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bloed wordt zuur wanneer…?

A

er te weinig CO2 wordt uitgeademd. er zit dan te weinig zuurstof in het bloed.

17
Q

2 soorten COPD

A

longemfyseem en bronchitis

18
Q

longemfyseem

A

soort COPD waarbij de longblaasjes zijn beschadigd of kapot zijn.

19
Q

bronchitis

A

soort COPD waarbij er sprake is van vernauwing van de luchtwegen door ontsteking.

20
Q

ademarbeid

A

hoeveelheid energie die je nodig hebt om te ademen

21
Q

pulmonale perfusie

A

doorbloeding in de longen

22
Q

bloedstolling gebeurd door…?

A

de rode bloedcellen