lj2 p1 2e SO woordjes 4 en 5 Flashcards
iupiter, iovem,
jupiter
pluto, plutonem
pluto
nunc
nu
regina
koningin
sedere
zitten
inter+acc
tussen, tenmidden in
gaudere
blij zijn, zich verheugen
dolere
verdrietig zijn
nam
want
iuvare
helpen
rederre
teruggeven
cogitare
(na)denken
nec…nec
noch…noch, niet…en ook niet
laedere
kwetsen, beledigen
cupere/io
willen, begeren, verlangen
consilium
besluit, plan
capere/io
nemen
annus
jaar
dividere
verdelen
sex
zes
tum
toen, dan
curare
zorgen
per+acc
over, door…heen
errare
(rond)zwerven, dwalen
explorare
onderzoeken, inspecteren
quattuor
vier
equus
paard
trahere
trekken
ecce
kijk
amica
vriendin
appropinquare
naderen
intrare
binnengaan - komen
legere
verzamelen
ridere
lachen
audire
horen
videre
zien
statim
meteen
amare
beminnen, verliefd op zijn
fugere/io
vluchten
temptare
proberen
sed
maar
in+acc
naar…(binnen)
in (richting)
exclamare
roepen
servare
redden
rapere
roven, meesleuren
audere
durven
enim
want, immers
timere
vrezen, bang voor zijn
deinde
vervolgens
aperire
openen
sub+acc
onder (richting)
a gram
nom enkelvoud v,
nom meervoud m
acc meervoud m
am gram
acc ev v
ae gram
nom mv v
as gram
acc mv v
us gram
nom ev m
um gram
nom ev m
i gram
nom mv m
os gram
acc mv m
em gram
acc ev onzijdig
niks
nom ev onzijdig