Livret des verbes: P.8,9 Flashcards
1
Q
Kijken
A
Regarder
2
Q
vullen
A
remplir
3
Q
Ontmoeten
A
Rencontrer
4
Q
Teruggeven
A
Rendre
5
Q
Terug naar huis gaan
A
Rentrer
6
Q
Herhalen
A
Répéter
7
Q
Antwoorden
A
Répondre
8
Q
Blijven
A
Rester
9
Q
Onthouden
A
Retenir
10
Q
slagen in, lukken in
A
réussir
11
Q
Terugkomen
A
Revenir
12
Q
Weten
A
Savoir
13
Q
voelen, ruiken
A
sentir
14
Q
opdienen, dienen om
A
servir
15
Q
uitgaan, naar buiten gaan
A
sortir
16
Q
Lijden
A
Souffrir
17
Q
Veronderstellen
A
Suggérer
18
Q
Vasthouden
A
Tenir
19
Q
Werken
A
Travailler
20
Q
(Terug)vinden
A
(Re)trouver
21
Q
Verkopen
A
Vendre
22
Q
Komen
A
Venir
23
Q
Bezoeken
A
Visiter
24
Q
Zien
A
Voir
25
Willen
Vouloir