Literatuur week 4 Flashcards

1
Q

Belastbaar bedrag

A

Bedrag waarover de vennootschapsbelasting wordt geheven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kapitaalsfeer

A

Daar waar stortingen en onttrekkingen plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Doelen deelnemersvrijstellingen

A
  1. Op nationaal niveau voorkomen van dubbele belastingheffing op moeder-dochterrelaties te voorkomen
  2. Op internationaal niveau voorkomen van dubbele belastingheffing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Grootaandeelhouder

A

Iemand die meer dan 5% van de aandelen bezit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voorkomt de deelnemersvrijstelling?

A

Dat het resultaat van een dochteronderneming opnieuw wordt belast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fiscale eenheid

A

Verschillende rechtspersonen worden samengevoegd tot een rechtspersoonlijkheid. De vennootschapsbelasting wordt dan geheven alsof er sprake is van 1 belastingplichtige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vervreemdingsvoordelen

A

Gaat om voordelen die worden behaald met de vervreemding van de tot een aanmerkelijk belang horende aandelen of winstbewijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Moment van genieten

A

Het moment waarop de beschikkingsmacht over de voordelen is verkregen: ontvangen, verrekend en ter beschikking gesteld om te vorderen en te innen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly