lista de paladras: Unidad 8- 10 Flashcards
de hobby, het tijdverdrijf
la afición
de liefhebber, liefhebster
el aficionado/ la aficionada
de haast
la prisa
het dossier
el expediente
verkiezen
preferir (ie, i)
schaken
jugar al ajedrez
iets typisch voor jou
algo típico en ti
de dame
la dama
dammen
jugar a las damas
beoefenen
practicar
om het even wie/ welk
cualquier(a)
de sport
el deporte
daarentegen
en cambio
sportief
deportista
dansen
bailar
tennis
el tenis
de kampioen/(e)
el campeón / la campeona
Natuurlijk (wel) !
!Claro (que sí)!
de bioscoop
el cine
het theater
el teatro
het concert
el concierto
de muziek
la música
spelen (van muziek), (ook: aanraken)
tocar
piano spelen
tocar el piano
de gitaar
la guitarra
waarschijnlijk
probablemente
vrij
libre
een bepaalde, een zekere
alguno
verzamelen
coleccionar
de postzegel
el sello
spannend
apasionante
(te) laat
tarde
op de bal trappen
darle al balón
het kind
el niño / la niña
geen enkele
ninguno
de manier, de wijze
el modo
In geen enkel geval !
!De ningún modo!
geloven
creer
het idee
la idea
Geen flauw benul!
!Ni idea!
misschien
tal vez
het instrument
el instrumento
(be) luisteren
escuchar
slapen
dormir (ue, u )
basketbal
el baloncesto
de roman
la novela
de voorstelling, het spektakel
el espectáculo
de toeschouwer
el espectador
het videospelletje
el videojuego
de literatuur
la literatura
de fluit
la flauta
het stadion
el estadio
gelijk spelen
empatar
het stripverhalen
el tebeo
de cd
el disco compacto
de torero, de stierenvechter
el torero
de bal
la pelota
het (tennis)raket
la raqueta
de jongen
el chico
het meisje
la chica
het gedicht
el poema
meten
medir (i)
de speler
el jugador
winnen
ganar
de trompet
la trompeta
uitgaan, iets gaan drinken
ir de copas
speelgoed, speeltje
el juguete
volleybal
el voleibol
zwemmen
nadar
lopen (ook: snel rijden)
correr
paardrijden
montar a caballo
varen
navegar
fietsen
ir en bici
judo
el judo
golf
el golf
springen
saltar
schoonmaken, poetsen
limpiar
schoon, proper
limpio
praten, babbelen
charlar
de receptionist (e)
el / la recepcionista
‘t is al goed!
!Ya vale!
de file
el atasco
nog niet
todavía no
klaar zijn
estar listo
slim zijn
ser listo
het humeur (ook: de humor)
el humor
slechtgeluimd zijn
estar de mal humor
het filiaal
la filial
nog niet
aún no
een rapport opstellen
redactar un informe
Dit kan niet!
!Eso no puede ser!
zenuwachtig
nervioso
vijf minuten geleden
hace cinco minutos
dringend
urgente
excuseer
perdona
het is zo dat
es que
moe, vermoeid
cansado
niet slagen voor wiskunde
suspender las matemáticas
verdrietig
triste
stoppen (met)
parar (de)
wenen
llorar
blij maken
alegrar
de dierentuin
el parque zoológico
dat heeft me veel tijd gekost
todo eso me ha llevado mucho tiempo
de plank
la tabla
de huisvrouw
el ama de casa
de poetsvrouw
la asistenta
helpen
ayudar
Afschuwelijk!
!Qué horror!
vuil
sucio
het kinderdagverblijf
la guardería
gooien, werpen, (ook: inschenken)
echar
de vuilnisbak
la basura
de lepel
la cuchara
het mes
el cuchillo
het tafellaken
el mantel