Lingoda - Hoofdstuk 3 Flashcards
Presentarse
(Jezelf) voorstellen
Presentarme
(Mezelf) voorstellen
Puedo
Ik kan
Ser
Zijn
El verbo
Het werkwoord
Responder
Antwoorden
Bien
Goed (bijwoord)
Presentarse
(Jezelf) voorstellen
Quién
Wie (enkelvoud)
La oracion
De zin
Quiénes
Wie (meervoud)
Qué tal?
Hoe is het?
Regular (bijwoord)
Normaal
Más o menos
Min of meer
Cansado/-a
Moe
Adjetivo
Bijvoegelijk naamwoord
Enfermo/-a
Ziek
Que te mejores
Beterschap! (gezegde)
Juntos
Samen
Tomar
Nemen
Cuál?
Wat? Welke?
Verdadero
Waar
Falso
Vals
Es correcto
Het is correct
Estar de diez
(Heel) goed zijn (gezegde)
Conjugar
Vervoegen (werkwoord)
El compañero de equipo
De teamgenoot/groepsgenoot
El compañero de trabajo
La compañera de trabajo
De collega
Hispanoamérica
Spaans-Amerika
Cuidado!
Voorzichtig! Let op! Pas op!
Cocinar
Koken
Comer
Eten
Vivir
Leven
Trabajar
Werken
Escribir
Scrijven
Aprender
Leren
La conjugación
De vervoeging (werkwoord)
Añadir
Toevoegen
Eliminar
Elimineren
Árabe
Arabisch
La escuela
De school
El mensaje
Het bericht
La diferencia
Het verschil
La empresa
Het bedrijf, de onderneming
El hospital
Het hospitaal
La embajada
De ambassade
Dónde vives?
Waar leef je?
De dónde eres?
Van waar ben je?
Qué estudias?
Wat studeer je?
Qué idiomas hablas?
Welke talen spreek je?
Aléman
Duits
Francés
Frans
Beber
Drinken
El chat
De chat
La solución
De oplossing
Los pronombres personales
De persoonlijke voornaamwoorden
Dónde está Nicaragua? (estar)
Waar is Nicaragua?
Europa
Europa
África
Afrika
Oceanía
Oceanië
Asia
Azië
India
India
China
China
México
Mexico
Japón
Japan
Italia
Italië
Polonia
Polen
Rumaniá
Roemenië
Marruecos
Marroko
Perú
Peru
Canadá
Canada
Rusia
Rusland
Nueva Zelanda
Nieuw-Zeeland
Egipto
Egypte
Senegal
Senegal
El país
Het land
El lugar de origen
De plaats van herkomst/oorsprong
El lugar de residencia
De verblijfsplaats
El lugar
De plaats, de plek
Túnez
Tunesië
Alemania
Duitsland
Elige!
Kies!
Croacia
Kroatië
Grecia
Griekenland
Londres
Londen
La entonación
De intonatie
Negrita
Vet (lettertype)
La afirmación
De bevestiging
Fuerte
Sterk, krachtig
Cómo?
Hoe?
La diferencia
Het verschil
Cual es tu nombre?
Wat is je naam?