Lingoda - Hoofdstuk 2 Flashcards
Cada
Elke
El abecedario
Het alfabet
La lluvia de ideas
De brainstorm
Objetivo
Objectief
El objetivo
De doelstelling
Primero
Ten eerste, Als eerste, Eerst
Después
Daarna
en holandés
In het Nederlands
en inglés
In het Engels
La pantella
Het (beeld)scherm
A veces
Soms
El ordenador
De computer
Sobrevivir
Overleven
Dónde
Waar
No pasa nada
Het is in orde, het is oké
El alfabeto
Het alfabet
Adivinar
Raden, gokken
Famosa/Famoso
Beroemd/Bekend
La persona famosa
De beroemde/bekende persoon
Cómo se escribe?
Hoe is dit geschreven?
La noche
De nacht
Mañana
Morgen
Por hache o por be
Hoe dan ook, om bepaalde redenen (uitdrukking)
Empezar
Beginnen
El receptionista
De receptioniste
El paciente
De patiënt
Puedes deletrear?
Kun je het spellen?
El chivo
De geit
El gente
De mensen
El apellido
De achternaam
El ejemplo
Het voorbeeld
Cómo te llamas?
Hoe heet je?
Soy de Bélgica
Ik ben (afkomstig) van België
Algo
Iets
Preguntar
Vragen
Deletrear
Spellen
La playa
Het strand
Repetir
Herhalen
Más claro que el agua
Helderder dan water
Escuchar
Luisteren
Escribir
Schrijven
Hablar
Praten
Leer
Lezen
Más despacio, por favor
Ga wat langzamer, alsjeblieft
La tarea
De (huis)taak
El sinónimo
Het synoniem
Lo pillas
Snap je het?
No entiendo
Ik begrijp het niet
Todo claro
Alles is duidelijk, helder
La respuesta
Het antwoord
La ciudad
De stad
El cuaderno
Het notitieboekje
La mano
Het hand
El viaje
De reis
La excepción
De uitzondering
Singular
Enkelvoud
Masculino
Mannelijk
Los/Las compañeros/-as
De kameraden
La sustantiva
Het zelfstandig naamwoord
Feminino
Vrouwelijk
El micrófono
De microfoon
El plural
Het meervoud
La palabra
Het woord
El parque
Het park
La taza
De tas, de mok, de kop
Las instrucciones
De instructies
Entender
Begrijpen
La ayuda
De hulp
Los artículos determinados
De bepaalde lidwoorden
Resumen
Samenvatting
Descansa
Rust! (Bij het gaan slapen)
La pizza
De pizza
La hamburguesa
De hamburger
El café
De koffie
El autobús
De autobus
La música
De muziek
Soy
Ik ben
Tengo
Ik heb
Romper el hielo
Het ijs breken
La propuesta
Het voorstel (een aanbod)
Sobre
Over
Simular
Simuleren
El nombre
De naam
Hay
Er is, er zijn, er bestaan
Ambos
Beide, allebei
La despedida
Afscheid (groet)
Chao
Doei
Hasta pronto
Tot snel
Adiós
Doei
Hoy
Vandaag
La televisión
De TV
El libro
Het boek
La tablet
De tablet
El celular
De mobiele telefoon
El portátil
De laptop
La foto
De foto
Qué es esto?
Wat is dit?
No lo sé
Ik weet het niet
Perdona
Sorry, excuseer (als interruptie)
La computadora
De computer
No
Nee
Sí
Ja
La frase
De zin
El bolígrafo
De stylo/pen
La pregunta
De vraag
Significar
Betekenen
Qué pasa?
Wat gebeurt er? Wat is er aan de hand?
También
Ook
Relacionar
Verbinden, matchen, relateren
Buenas noches
Goedenacht
Buenas tardes
Goedemiddag
Buenos días
Goedemorgen
El curso de Español
De Spaanse les
Hola
Hallo
La profesora
De leerkracht (V)
La escuela en línea
De online school
Las imágenes
De afbeeldingen
Despedirme
Afscheid nemen
Saludar
Begroeten
Elke
Cada
Het alfabet
El abecedario
De brainstorm
La lluvia de ideas
Objectief
Objetivo
De doelstelling
El objetivo
Ten eerste, Als eerste, Eerst
Primero
Daarna
Después
In het Nederlands
en holandés
In het Engels
en inglés
Het (beeld)scherm
La pantella
Soms
A veces
De computer
El ordenador
Overleven
Sobrevivir
Waar
Dónde
Het is in orde, het is oké
No pasa nada
Het alfabet
El alfabeto
Raden, gokken
Adivinar
Beroemd/Bekend
Famosa/Famoso
De beroemde/bekende persoon
La persona famosa
Hoe is dit geschreven?
Cómo se escribe?
De nacht
La noche
Morgen
Mañana
Hoe dan ook, om bepaalde redenen (uitdrukking)
Por hache o por be
Beginnen
Empezar
De receptioniste
El receptionista
De patiënt
El paciente
Kun je het spellen?
Puedes deletrear?
De geit
El chivo
De mensen
El gente
De achternaam
El apellido
Het voorbeeld
El ejemplo
Hoe heet je?
Cómo te llamas?
Ik ben (afkomstig) van België
Soy de Bélgica
Iets
Algo
Vragen
Preguntar
Spellen
Deletrear
Het strand
La playa
Herhalen
Repetir
Helderder dan water
Más claro que el agua
Luisteren
Escuchar
Schrijven
Escribir
Praten
Hablar
Lezen
Leer
Ga wat langzamer, alsjeblieft
Más despacio, por favor
De (huis)taak
La tarea
Het synoniem
El sinónimo
Snap je het?
Lo pillas
Ik begrijp het niet
No entiendo
Alles is duidelijk, helder
Todo claro
Het antwoord
La respuesta
De stad
La ciudad
Het notitieboekje
El cuaderno
Het hand
La mano
De reis, de trip
El viaje
De uitzondering
La excepción
Enkelvoud
Singular
Mannelijk
Masculino
De kameraden
Los/Las compañeros/-as
Het zelfstandig naamwoord
El sustantivo
Vrouwelijk
Feminino
De microfoon
El micrófono
Het meervoud
El plural
Het woord
La palabra
Het park
El parque
De tas, de mok, de kop
La taza
De instructies
Las instrucciones
Begrijpen
Entender
De hulp
La ayuda
De bepaalde lidwoorden
Los artículos determinados
Samenvatting
Resumen
Rust! (Bij het gaan slapen)
Descansa
De pizza
La pizza
De hamburger
La hamburguesa
De koffie
El café
De autobus
El autobús
De muziek
La música
Ik ben
Soy
Ik heb
Tengo
Het ijs breken
Romper el hielo
Het voorstel (een aanbod)
La propuesta
Over
Sobre
Simuleren
Simular
De naam
El nombre
Er is, er zijn, er bestaan
Hay
Beide, allebei
Ambos
Afscheid (groet)
La despedida
Doei
Chao
Tot snel
Hasta pronto
Doei
Adiós
Vandaag
Hoy
De TV
La televisión
Het boek
El libro
De tablet
La tablet
De mobiele telefoon
El celular
De laptop
El portátil
De foto
La foto
Wat is dit?
Qué es esto?
Ik weet het niet
No lo sé
Sorry, excuseer (als interruptie)
Perdona
De computer
La computadora
Nee
No
Ja
Sí
De zin
La frase
De stylo/pen
El bolígrafo
De vraag
La pregunta
Betekenen
Significar
Wat gebeurt er? Wat is er aan de hand?
Qué pasa?
Ook
También
Verbinden, matchen, relateren
Relacionar
Goedenacht
Buenas noches
Goedemiddag
Buenas tardes
Goedemorgen
Buenos días
De Spaanse les
El curso de Español
Hallo
Hola
De leerkracht (V)
La profesora
De online school
La escuela en línea
De afbeeldingen
Las imágenes
Afscheid nemen
Despedirme
Begroeten
Saludar
