Licht Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat licht?

A

fotonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tussen welke golflengtes bevindt zich het zichtbaar licht?

A

380nm – 780nm = 400nm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bevindt zich onder 380nm?

A

UV licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat bevindt zich boven 780nm?

A

Infrarood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe verhouden golflengte en energie zich bij UV licht?

A

Kortere golflengte maar hogere energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verhouden golflengte en energie zich bij Infrarood licht?

A

Infrarood heeft langere golflengte maar lagere energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan een materiaal doen met licht?

A
Absorberen = opname licht
Reflectie = afketsen licht
Filters/medium = doorlaten licht, licht wordt gebroken. Hoek van inval is anders dan de hoek van uitval.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de invloed van afwerking van materiaal?

A
glans = reliëf kleiner dan golflengte van zichtbaar licht
mat = reliëf groter dan golflengte van zichtbaar licht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een Long-pass filter?

A

Als je een geel filter neemt met golflengte 570. Dan laat het filter alleen de golflengtes daarboven door.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wet van Snellius

A

Lichtstralen breken bij de overgang van het ene materiaal naar het andere materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat valt onder Luminescentie?

A

fluorescentie en fosforescentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn eigenschappen van fluorescentie?

A
  • enkele excitatie staat
  • er is energieverlies
  • zie je omdat hij een langere golflengte heeft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kun je zeggen over energiepotentieel bij fluorescentie?

A

Licht wat uitgezonden wordt heeft een lager energiepotentieel dan het licht wat je aanstraalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn eigenschappen van Fosforescentie?

A

Meerdere excitatie staten

Duurt langer voordat licht stopt met uitstralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar kies je een filter?

A

Bij de spectral overlap.

Je wilt alleen de emissiepiek zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet een polarisatiefilter?

A
  • Laat alleen licht door in een specifieke richting.

- Werkt tegen scattering

17
Q

Wat is de brekingsindex?

A

Een stof specifieke eigenschap. Door een polarisatiefilter laat je alleen licht door met een bepaalde brekingsindex.