Kunststoffen 2 Flashcards

1
Q

Waardoor worden materiaaleigenschappen van polymeren beinvloed?

A
  • thermoplast / thermoharder /elastomeer
  • chemische structuur
  • kristallijn/amorf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn eigenschappen van een amorf polymeer?

A

transparant en de strengen zitten willekeurig door elkaar heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn eigenschappen van een kristallijn polymeer?

A

ondoorzichtig en de strengen zijn gerangschikt in een rooster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf de E-T diagram van een amorf polymeer

A

Als de polymeer in zijn glas toestand is, dan zijn de ketens ingevroren. –> Kan niet bewegen

Als de polymeer in zijn rubber toestand is, dan zijn de ketens entangled = fysisch verknopt. –> Kan wel bewegen, neemt toe onder in vloed van temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke fase veranderingen gaan amorfe en kristallijne polymeren door tijdens verwarmen?

A

Amorf polymeer
Glas => rubber

Kristallijn polymeer
Kristallijn => vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent ketenflexibilieit?

A

De mate waarin een polymeer kan bewegen en roteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn factoren die Tg beïnvloeden?

A

Keteninteracties

Ketenflexibiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat voor invloed heeft Polariteit op de Tg?

A

Tg stijgt naarmate de polariteit toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat voor invloed heeft ketenflexibiliteit op de Tg?

A
  • Tg stijgt naarmate de R-groepen groten en complexer worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor invloed heeft ketenafstand op de Tg?

A
  • Tg daalt als de ketenafstand groter wordt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurd er met de Tg bij mengsels en dispersies?

A

Bij mengsels heb je 1 Tg en bij dispersies heb je 2 Tg’s.

Als de polymeren echt goed mengen dan is er maar één glas-rubber overgang. = compatible.
In dispersie behouden de componenten hun eigen individualiteit. = incompatible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voorwaarden om te kunnen kristalliseren?

A
  1. Een regelmatige ketenbouw
  2. Zijgroepen die tot een symmetrische keten leiden
    - Isotatctic polypropyleen = gemakkelijkste
    - Atactic polypropyleen = moeilijkste, niet symmetrisch
  3. Kristallisatiesnelheid
  4. Zijgroepen die klein genoeg zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurd er als je een polymeer heel snel laat afkoelen?

A

Dan heeft die geen tijd om te kristalliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt bedoelt met slagsterkte?

A

Maximale energie die het materiaal opneemt tot het bezwijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly