leven in nl hfst 4 par 1 Flashcards

1
Q

historisch stadscentrum

A

kenmerken:

  • dicht op elkaar gebouwd
  • smalle kronkelige straten
  • veel historische gebouwen

tegenwoordig:

  • veel horeca en bedrijven
  • afname woonfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

19e eeuwse arbeiderswijken

A
door urbanisatie snel huizen gebouwd
kenmerken:
- smalle straten
- kleine woningen
- zonder riolering
- slechte, donkere woningen
- weinig groen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

woningwet 1901-1940

A
  • arbeiderswoningen met meerdere kamers per woning
  • waterleiding
  • huizen met tuintjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

woonwijken jaren 1920-1940

A
  • kwalitatief goede woningen
  • gebruik van erkers, glas in lood
  • meer groen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

naoorlogse wijken 1950-1960

A

na wo2 woningnood dus gaan ze flats bouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

naoorlogse wijken 1950-1960 kenmerken portiekflats

A
  • gehorig
  • niet energiezuinig
  • weinig privacy
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

woongebieden 1960-1970 (hoogbouw)

A
  • galerijflats
  • groot woonoppervlak
  • veel licht
  • parkeerplaatsen
  • meer privacy door galerij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

woonwijken 1970-1980 (woonerven en bloemkoolwijken)

A
  • woonerven
  • betere kwaliteit woningen
  • stratenpatroon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

woonwijken na 1980 ( diversiteit, compacte stad)

A
  • veel variatie in soort huizen
  • voldoende groen
  • goede kwaliteit woningen
  • ruimte voor diversiteit en water
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

urbanisatie

A

groei van steden door minder werk landbouw en meer werk door industrialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

suburbanistatie

A
  1. selectieve migratie –> leegloop van hogere inkomens, wonen en voorzieningen in de stad
  2. verandering functie: woonfunctie neemt af, werkfunctie neemt toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stadsvernieuwing

A

opknappen van huizen door renovatie, restauratie en sanering. fysieke verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

herstructurering

A

zorgen dat in een wijk zowel goedkope als duurdere woningen zijn, door het slopen van slechte huizenblokken en het aanpakken van de openbare ruimte

  • verandering van functie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly