Lesson 2 Words Flashcards
1
Q
Broad
A
Breed
2
Q
Full
A
Vol
3
Q
To go gray
A
Grijs worden
4
Q
To grow old
A
Oud worden
5
Q
Grumpy
A
Knorrig
6
Q
In your twenties / thirties / forties, etc.
A
In de twintig / dertig / veertig, etc.
7
Q
To look scruffy
A
Er onverzorgd uit zien
8
Q
To look tired
A
Er moe uit zien
9
Q
To lose your hair
A
Kaal worden
10
Q
Middle-aged
A
Middelbare leeftijd
11
Q
Petite
A
Klein en tenger
12
Q
Pointy
A
Spits
13
Q
To remind of
A
Doen denken aan
14
Q
Senior citizen / pensioner
A
Bejaarde / gepensioneerde
15
Q
Smartly-dressed
A
Netjes gekleed