Lesson 2 - Music (words) Flashcards
1
Q
age
A
tijdperk
2
Q
to amplify
A
versterken
3
Q
(backing) vocals
A
(achtergrond)zang
4
Q
to be a throwback to
A
teruggrijpen op
5
Q
to be in the spotlight
A
in de schijnwerpers staan
6
Q
to be of a mind to
A
zin hebben om; geneigd zijn om
7
Q
birthplace
A
geboortehuis; geboorteplaats
8
Q
bright
A
opgewekt
9
Q
co-founder
A
medeoprichter
10
Q
to collaborate with
A
samenwerken met
11
Q
to conquer
A
veroveren
12
Q
dozens of
A
tientallen
13
Q
to draw a crowd
A
veel publiek trekken
14
Q
to emerge
A
opduiken
15
Q
enthusiast
A
liefhebber
16
Q
frontman; frontwoman
A
voorman; -vrouw
17
Q
harmony
A
meerstemmigheid
18
Q
haunting
A
dat door je hoofd blijft spelen
19
Q
heyday
A
hoogtepunt