Lesson 14 - Amsterdam Flashcards
1
Q
Amsterdam
A
Amsterdam
2
Q
de gracht
A
the canal
3
Q
het grachtenpand
A
the canal house
4
Q
de woonboot
A
the house boat
5
Q
wonen
A
to live
6
Q
het paleis
A
the palace
7
Q
pont
A
the ferry
8
Q
de rondvaart
A
the canal cruise
9
Q
het museum
A
the museum
10
Q
het concert
A
the concert
11
Q
het gebouw
A
the building
12
Q
het cencertgebouw
A
the Concertgebouw
13
Q
het plein
A
the square
14
Q
het fietspad
A
the bicycle track
15
Q
de brug
A
the bridge