les2 Flashcards

1
Q

In NL liggen allerlei afzettingen aan het oppervlak

A

zand, klei, veen, grind, duinzand, rivierklei, zeeklei en veen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De toplaag verandert door langdurig inwerken op de afzetting, door:

A

regen, zonneschijn, vorst, plantenwortels, gravende organismen, chemische processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vaagbodem

A

vaagbodems zijn ‘vaag’ omdat er nauwelijks een spoor van bodemvorming is te zien. Ontbreekt plantengroei die voor de aanvoer van organische stoffen kan zorgen. De duinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Veen:

A

roodbruine, bruine of zwarte kleur. Bestaat uit keurige opeenstapeling van meerdere horizontale laagjes. Plantenresten duidelijk te herkennen. Er kan bodemdaling komen door veensamendrukking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zeeklei

A

: bestaat uit de kleinste en lichtste slibdeeltjes die met rivieren uit bergen meekomen. Ze zijn dus kleiner dan de deeltjes waar rivierklei uit bestaat. Ze komen tot ver voorbij de monding in de zee terecht en bezinken pas in de open zeegaten tot zeeklei. Kleur is meestal blauwgrijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mijnbouw in Nederland

A

Gasboringen vallen onder mijnbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bodemonderzoek types

A
  1. Hydrologisch onderzoek
  2. Geotechnisch onderzoek
  3. Milieukundig onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hydrologisch onderzoek

A

(Grond)waterstand, waterkwaliteit, stromingsrichting, stromingssnelheid, waterspanningen en doorlatendheid van de ondergrond

We doen dit onderzoek omdat we dan kunnen zien of we zeker weten dat ons bouwsel stevig in de grond staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geotechnisch onderzoek

A

Samenstelling en eigenschappen ondergrond
Door sonderen
Sonderingsdiagram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Saneren

A
  • Ontgraving en afvoer van verontreinigde grond
  • Onttrekking van verontreinigd grondwater
  • Aanbrengen van een afdek- of leeflaag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Soorten belastingen

A

Permanente belasting
(eigen gewicht)
Veranderlijke belasting
(weer, gebruik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom sonderen bij bouwen vaak nodig?

A

grondonderzoek dat informatie geeft over de draagkracht van de grond en een indruk geeft van de grondsoorten die in de bodem voorkomen. Je meet de weerstand van de grond, aan de hand hiervan kun je bepalen welke fundering nodig is, hoe diep de draagkrachtige laag zit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doel fundering

A

Mogelijkheden leren kennen van verschillende voor- en nadelen van funderingsmethoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie fundering

A

Een fundering is de constructie die de belastingen van een gebouw en het gebruik over brengt naar de bodem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Een fundering is een unieke constructie passend bij:
A

o Het gebouw (vorm, grootte en gewicht),
o De bodem en het draagvermogen daarvan
o Het draagvermogen van de bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mogelijke problemen bij verzakking

A
  • Zetting: inklinken van de grond. Gelijkmatige zetting is toelaatbaar.
  • Zakking: ernstige vorm van zetting. Is ongelijkmatige zetting (ontoelaatbaar). Gevolg: scheurvorming of scheefstand.
17
Q

Wat betekend fundering op staal

A
  • Funderen op draagkrachtige grondlaag, direct onder maaiveld
18
Q

Materiaa; bij funderen op staal:

A

– Gemetseld
– Ongewapend beton
– Gewapend beton

19
Q

Vorm funderen op staal:

A

– Strookfundering
– Plaatfundering
– Stiepen en poeren
– Grondverbetering
– Putringen

20
Q

Stroken fundering

A
  • Houten bekisting (hergebruik)
  • Polystyreen (“verloren” bekisting)
21
Q

Fundering op poeren/ stiepen

A
  • Een poer of stiep  plaatselijke ondersteuning, waarbij de draagkrachtige grondlaag ca. 1 meter onder het maaiveld ligt.
  • Bedoeld om de krachten uit een bouwwerk over te dragen op de ondergrond
22
Q

Grondverbeteringen bij fundering op staal:

A
  1. afgraven en aanvullen
  2. injecteren
  3. diepe grondstabilisatie
23
Q

Fundering op staal met putringen

A
  • Een putring is in de bouwkunde een plaatselijke ondersteuning, waarbij de draagkrachtige grondlaag ca. 4 meter onder het maaiveld ligt.
  • Bedoeld om de krachten uit een bouwwerk over te dragen op de ondergrond.
24
Q

Paalfunderingen (duur) (bij diepe draagkrachtige laag)

A
  1. houten palen
  2. prefab betonpalen
  3. grondgevormde palen
25
Q

Wanneer een paalfundering:

A
  • Als iets te diep is voor alleen de paal, wordt er een betonnen opzetter gebruikt om de houten paal met beton te verlengen
26
Q

Waaraan ontleent een funderingspaal zijn draagkracht?

A
  • Puntweerstand (stuit)  je zet de paal op de draagkrachtige laag (puntweerstand).
27
Q

Wat is positieve kleef:

A

helpt het draagvermogen van de paal. De wrijving zorgt voor het draagkrachtig vermogen. Wordt ook toegepast als er geen draagkrachtige laag is.

28
Q

Wat heeft invloed op de draagkracht:

A
  • Negatieve kleef
29
Q

Heien:

A
  • Heien in bewoond gebied geeft overlast en kans op scheuren
  • Voorafgaand aan het heiwerk wordt de omgeving gefotografeerd zodat evt schade aanwijsbaar is.
  • Groot materieel
  • Kalenderen is noteren hoeveel slagen van de heimachine nodig is om 25 cm. paal de grond in te krijgen.
30
Q

in de grond gevormde palen

A

Deze palen worden vooral toegepast om geluidsoverlast en trillingen te voorkomen

31
Q

Funderingsherstel- de Waalcompactpaal

A
  • Meervoudige dikwandige stalen buizen van ca. 1 meter worden in de grond geschroefd, waarbij telkens groutspecie wordt geïnjecteerd
  • Funderingen- aardbevingen