Les Verbes - Solutions - 5 Flashcards
1
Q
Helpen
A
Aider
2
Q
Roepen/opbellen
A
Appeler
3
Q
Een dokter raadplegen
A
Consulter in médecin
4
Q
Een wonde ontsmetten
A
Désinfecter une plaie
5
Q
Onderzoeken
A
Examiner
6
Q
In bed blijven
A
Garder le lit
7
Q
Genezen
A
Guérir
8
Q
Röntgenfoto’s laten maken
A
Passer des radios
9
Q
(Uit) rusten
A
Se reposer
10
Q
Zich goed voelen
A
Se sentir bien
11
Q
(Zich) verzorgen
A
(Se) soigner
12
Q
Inenten
A
Vacciner