Les recettes et les dépenses Flashcards
een belasting
un impôt
een specifieke belasting
une taxe
belastinginkomsten
les recettes courantes
/ fiscales
niet-fiscale inkomsten
les recettes de capital
/ non fiscales
de belastingdienst
le fisc
innen (belastingen)
percevoir / recouvrir ( les impôts)
de belastingbetaler
le contribuable
de BBI
l’ISI
een directe belasting
un impôt direct
de vennootschapsbelasting
l’ISOC
de personenbelasting
l’IPP
de verkeersbelasting
la TC
de belasting op
inverkeerstelling
la TMC
een indirecte belasting
un impôt indirect
een accijns
une accise
de BTW
la TVA
voltanken
faire le plein
douanerechten
un droit de douane
de registratierechten
les droits
d’enregistrement
de successierechten =
erfbelasting
les droits de
succession
deelnemingen van de staat
in bedrijven
la participation de
l’Etat dans des
entreprises
verkoop van
gebouwen/gronden van de
staat
la vente d’immeubles
/ des terrains de l’Etat
de privatisering van
overheidsbedrijven
la privatisation
d’entreprises
publiques
fiscale uitgaven
les dépenses
courantes / fiscales
niet-fiscale uitgaven
les dépenses de
capital / non fiscales
de normale werking van de
staat
le fonctionnement
normal de l’Etat
de aankoop van goederen en diensten
l’acquisition de biens
et de services
het loon van ambtenaren
le traitement des
fonctionnaires
de subsidies aan bedrijven
les subventions aux
entreprises
de transfers voor de
sociale zekerheid
les transferts à la
sécurité sociale
de interesten op de
staatsschuld
les intérêts sur la
dette publique
de infrastructuurwerken
les travaux
d’infrastructure
de aflossingen van de
staatsschuld
les amortissements
de la dette publique
