Les recettes et les dépenses Flashcards

1
Q

een belasting

A

un impôt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een specifieke belasting

A

une taxe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

belastinginkomsten

A

les recettes courantes
/ fiscales

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

niet-fiscale inkomsten

A

les recettes de capital
/ non fiscales

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de belastingdienst

A

le fisc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

innen (belastingen)

A

percevoir / recouvrir ( les impôts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de belastingbetaler

A

le contribuable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de BBI

A

l’ISI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een directe belasting

A

un impôt direct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de vennootschapsbelasting

A

l’ISOC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de personenbelasting

A

l’IPP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de verkeersbelasting

A

la TC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de belasting op
inverkeerstelling

A

la TMC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een indirecte belasting

A

un impôt indirect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een accijns

A

une accise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de BTW

17
Q

voltanken

A

faire le plein

18
Q

douanerechten

A

un droit de douane

19
Q

de registratierechten

A

les droits
d’enregistrement

20
Q

de successierechten =
erfbelasting

A

les droits de
succession

21
Q

deelnemingen van de staat
in bedrijven

A

la participation de
l’Etat dans des
entreprises

22
Q

verkoop van
gebouwen/gronden van de
staat

A

la vente d’immeubles
/ des terrains de l’Etat

23
Q

de privatisering van
overheidsbedrijven

A

la privatisation
d’entreprises
publiques

24
Q

fiscale uitgaven

A

les dépenses
courantes / fiscales

25
niet-fiscale uitgaven
les dépenses de capital / non fiscales
26
de normale werking van de staat
le fonctionnement normal de l'Etat
27
de aankoop van goederen en diensten
l'acquisition de biens et de services
28
het loon van ambtenaren
le traitement des fonctionnaires
29
de subsidies aan bedrijven
les subventions aux entreprises
30
de transfers voor de sociale zekerheid
les transferts à la sécurité sociale
31
de interesten op de staatsschuld
les intérêts sur la dette publique
32
de infrastructuurwerken
les travaux d'infrastructure
33
de aflossingen van de staatsschuld
les amortissements de la dette publique