Les C: de standensamenleving Flashcards

1
Q

van wanneer tot wanneer was het Ancien regime?

A

van 500-1789

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de lokale heer (adel) heeft recht op: (2)

A
  • stuk grond van de boeren
  • (plichten van de horigen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de lokale heer (adel) heeft als plicht: (1)

A

horigen beschermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de lokale heer (adel) heeft aan de vorst: (2)

A
  • veiligheid beschermen
  • bestuur bepaald gebied voor de vorst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de boer (later horige) heeft recht op: (1)

A

bescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de plichten van de boer (later horige) zijn: (6)

A
  • karweien
  • belastingen in natura
  • eten onderhouden
  • grond aan beschermer overdragen
  • eventuele steun in de strijd
  • gehoorzaamheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke drie groepen + hun taken maakt Adalbero Van Laon

A
  1. geestelijken: bidden voor het zielenheil van de gelovigen
  2. adel: strijden: beschermen andere standen
  3. onvrijen/ horigen: werken: samenleving van basisbhoeften voorzien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom stelt adalbero de standen voor als 3 orden of standen in één lichaam?

A
  1. lichaam door god gecreeerd
  2. De ene kan niet zijn taak uitvoeren zonder de andere
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vormen de standen homogene groepen?

A

neen, innen elke stand bestaat er een hele rangorde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 manieren om lid te worden van de adel

A
  1. door geboorte
  2. door het uitoefenen van sommige ambten
  3. als je bepaalde diensten hebt bewezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer komt de nieuwe stand en wat is de naam?

A

de burgerij: 1500-1800

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom kon geen enkele boer ridder worden?

A

wapenuitrusting is veel te duur. de volledige uitrusting had een waarde die men betaalde voor 45 runderen/koeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly