deel D: leenwezen

Question 1

hoe is de feodaliteit/het leenwezen ontstaan?

Answer 1

door het samenvloeien van 2 frankische gebruiken: vazalliteit + beneficius

Question 2

het leencontract:
plichten voor de leenman aan de leenheer

Answer 2

• militaire steun bieden
• financiele steun bieden
• trouw: raad en daad bijstaan
• hulp in bestuur bepaald gebied + rechtspraak in naam van de heer

Question 3

het leencontract:
plichten leenheer aan leenman

Answer 3

• bescherming tegen vijanden
• steun in rechtzaken
• geeft leengoed of feodum

Question 4

welke 3 soorten lenen bestaan er?

Answer 4

1. geldleen
2. grondleen
3. ambtsleen

Question 5

wat is een heerlijkheid?

Answer 5

is een gebied dat de heer mag besturen in naam van de vorst. Het is min. 1 of meerdere domeinen

Question 6

wat is een geldleen?

Answer 6

een leenman krijgt jaarlijks een som geld of recht (om bv. tol te heffen) in een bepaald gebied

Question 7

wat is een ambtsleen?

Answer 7

een leenman krijgt een ambt of functie in leen.

Question 8

geef de volgorde van het feodaal bestuurssysteem

Answer 8

koning
kroonvazallen
achtervazallen
achter- achtervazallen
landbouwbevolking

Question 9

wat is de voorwaarde van het feodaal bestuurssysteem?

Answer 9

zowel de vorst als alle vazallen moeten zich houden aan het leencontract en dus de wederzijdse verplichtingen vervallen

Question 10

wat zijn de gevolgen van het niet - nakomen van de feodale verplichtingen

Answer 10

• investering in de eigen verdediging: bouw eigen leger, versterkingen, motte kasteel, burcht,…
• de lenen worden erfelijk na de 9e eeuw

Question 11

groot nadeel van de erfelijke lenen voor de oorspronkelijke eigenaar:

Answer 11

het leen vervreemdt van zijn oorsprokelijke eigenaar en wordt door de leenman als privébezit gezien