Les 5: Diversiteit van B-cel receptoren en antilichamen Flashcards
Omschrijven hoe de primaire ontwikkeling van B-cellen in het beenmerg plaatsvindt.
Iedere BCR is uniek en kan specifiek 1 epitoop van een Ag binden. 1 enkele B-lymfocyt kan maar 1
type BCR tot expressie brengen. Er moeten dus veel verschillende B-lymfocyten zijn om alle
pathogenen te bestrijden.
Activatie van de juiste B-cel -> clonale expansie -> differentiatie tot plasmacel (of geheugen B-cel) die
het antilichamen tegen het antigeen vormt. De enorme diversiteit ontstaat door genrecombinatie.
Ontwikkeling B-lymfocyten en BCR diversiteit
In het beenmerg vormt de voorloper van de B-lymfocyt. De voorloper B-lymfocyt ontwikkelt zich tot
een rijpe B-lymfocyt met een unieke BCR ontstaan door genrecombinatie. De juiste B-lymfocyt wordt
geselecteerd door negatieve selectie. Alleen rijpe B-lymfocyten met een BCR die niet-lichaamseigen
eiwit / antigeen kunnen binden migreren naar de primaire en secundaire lymfoide organen en blijven
daar (grotendeels) (positieve selectie).
Een B-lymfocyt gevormd in het beenmerg:
- Expressie BCR altijd isotype IgM en IgD
- Produceren na activatie door antigeen altijd eerst IgM antistoffen
Volgorde van gebeurtenissen rijping B-cellen in beenmerg:
- VDJ-recombinatie zware keten genen
- Intracellulaire expressie zware keten
- VJ-recombinatie lichte keten genen
- Intracellulaire expressie van pre-B-cel receptor
- Expressie van IgM B-cel receptor op celmembraan
De genetische basis van de diversiteit van de BCR of een antilichaam molecuul beschrijven.
De diversiteit van de BCR is ontstaan uit willekeurige genrecombinatie. De zware keten bepaalt het
isotype.
Gen lichte keten: chromosoom 2 of 22
Gen zware keten: chromosoom 14
Enzymen RAG-1 en RAG-2 en TdT hebben een rol bij de recombinatie van de V en J (en D) segmenten
van de zware en lichte keten
RAG: recombination activation genes -> recombinatie gensegment en knipt DNA
TDT: terminaal desoxynuleotidyl transferase -> voegt N-nucleotiden toe en last DNA dicht
Uitleggen wat het begrip allelic exclusion in dit verband betekent
Tijdens de ontwikkeling van de BCR in het beenmerg wordt willekeurig gekozen voor: een
chromosoom voor het vormen van de zware keten en een chromosoom voor het vormen van de
lichte keten.
Er treedt eerst rearrangement van het DNA van de zware keten op. Als 1 van de 2 allelen op (1 van
de twee) chromosomen 14 goed geherrangschikt is, dan wordt er een functionele IgM zware keten
gevormd. Dit is het signaal om over te gaan tot rearrangement van het DNA van 1 van de 4 allelen
voor de lichte keten. Zodra 1 van de 4 mogelijkheden leidt tot een juiste rearrangement, dan wordt
voor deze B cel alleen dit allel gebruikt. In een groot percentage van de B-cellen wordt er niet goed
geherrangschikt, deze B cellen maken geen functionele zware en/of lichte keten en gaan in apoptose.
De zware keten: keuze uit twee allelen
Lichte keten: keuze uit vier allelen
uitleggen hoe de specificiteit en diversiteit van de antigeen-bindingssites van een antilichaam
wordt gevormd.
17
Gedownload door ahlam Merabet (amerabet2210@gmail.com)
lOMoARcPSD|4007622
uitleggen hoe ons “eindige” genoom alle informatie in zich heeft die nodig is voor het
genereren van het enorme antilichaam repertoire dat de mens kan maken.
Het begrip somatische recombinatie uitleggen.
Principe: op een chromosoom kunnen meerdere V-genen en meerdere K-genen op talloze manieren
worden gecombineerd tot een functioneel VJ-gen.
Voor mensen ligt het gen voor de zware keten op chromosoom 14.
Zware keten: V en J en D segmenten van zware keten-gen op chromosomen. 14 combineren tot VDJ
-> functioneel variabel domein (VH) van de zware keten. -> 1 uniek VH eiwitdomein van de zware
keten
Lichte keten : V en J segmenten van lichte keten op chromosoom 2 of 22 combineren tot VJ ->
functioneel variabel domein (VL) van de lichte keten -> 1 uniek, VL eiwitdomein van de lichte keten
Aangeven welke processen nog meer een rol spelen bij de ontwikkeling van de B-cel
receptor en het primaire antilichaamrepertoire.
Na de gen recombinatie vindt de negatieve selectie plaats, waarbij de juiste immature B-cellen in het
beenmerg worden geselecteerd. Deze B-lymfocyten hebben geen affiniteit voor lichaamseigen
stoffen. De B-lymfocyten gaan vervolgens de bloedbaan in waar ze verder uitrijpen tot een mature Blymfocyt die BCR tot expressie breng van isotype IgM en IgD. Als er geen antigeen aanwezig is blijven
de B-lymfocyten in het de lymfeknoop of andere lymfoide organen. Als er wel een antigeen is, dan
maken de B-lymfocyten contact met dat antigeen en T-helper lymfocyten. Ze gaan vervolgens delen
en vormen in de cortex een secundair follikel met kiemcentrum. Ze differentiëren in memory B-cellen
of plasmacellen -> antistof productie.
Het ontstaan van de ziekte Multiple Myeloma toelichten en uitleggen hoe je deze ziekte
kunt aantonen m.b.v. een Western blot.
Multiple myeloma: kwaadaardige kanker: klonale groei plasmacellen (laatste B-cel stadium). Het
gevolg hiervan is veel Ab productie van is isotype met slecht 1 Ag-specificiteit.
- Er komt een steeds hogere IgG concentratie in het serum
- Anemie (lage # rode bloedcel)
- ‘Gaten’ in het botweefsel
- Eiwitverlies via urine
- Bestand tegen de meeste chemotherapieën.
Om deze ziekte aan te tonen wordt er eerst een gel elektroforese (SDS-PAGE) uitgevoerd om de
eiwitten te scheiden op grootte. Negatief geladen moleculen bewegen zich naar de anode.
vervolgens wordt er een blot gemaakt van deze gel waarbij de eiwitten worden overgebracht op een
nitrocellulose of PVDF-membraan. De specifieke eiwitten kunnen dan vervolgens worden
aangetoond met behulp van antistoffen.
Het nut van het opbouwen van immunologisch geheugen toelichten.
Memory B-cellen:
Ontstaan tijdens primaire immuunrespons na herkenning antigeen
18
Gedownload door ahlam Merabet (amerabet2210@gmail.com)
lOMoARcPSD|4007622
Hebben dezelfde specificiteit als de Ab’s die door de plasmacellen worden geproduceerd.
Memory B-cellen overleven langdurig in de recirculatie
Kunnen tijdens secundaire immuunrespons sneller geactiveerd worden dan naive Bcellen als gevolg van aangepaste affiniteit.
Het begrip negatieve selectie toelichten bij de verschillende fasen van B-cel ontwikkeling in
het beenmerg en de secundaire lymfoïde organen.
In het beenmerg worden juiste immautre B-lymfocyten geselecteerd. B-lymfocyten met een BCR die
wel affiniteit heeft voor lichaamseigen antigenen overleven niet (apoptose).
Aangeven hoe (re)circulatie van B-lymfocyten door het lichaam en de secundaire lymfoïde organen plaatsvindt.
B-lymfocyten komen binnen via de arterie die over gaat in een hoog endotheliale venule (HEV). Niet
geactiveerde lymfocyten kunnen de lymfeknoop verlaten via de lymfe. Chemokinen CCL19 en CCL21
bepalen de migratie van de B-lymfocyt naar en in de lymfeknoop.