les 5 BA: Tibia en fibula Flashcards
1
Q
algemene bouw
- A
- B
A
tibia (A):
- ligt mediaal
- proximaal meer uitgebouwd
- proximaal gewricht met femur
fibula (B):
- ligt lateraal
- proximaal geen gewricht met de femur
2
Q
structuren (anterior / posterior)
- proximale uiteinde + corpus tibiae:
- A, B, C, D, E, F
A
- tibiaplateau (A)
- condylus medialis (B) en lateralis (C)
- tuberositas tibiae (D)
- margo anterior (E)
- corpus tibiae (F)
3
Q
structuren (anterior / posterior)
- proximale uiteinde + corpus fibulae:
- G, H, I
A
- caput fibulae (G)
- collum fibulae (H)
- corpus fibulae (I)
4
Q
structuren (proximaal)
- proximale uiteinde
- A, B, C, D
A
- tibiaplateau = aanzicht van proximaal
- condylus medialis (A) en lateralis (B)
- tuberositas tibiae (C)
- caput fibulae (D)
5
Q
structuren
- distale uiteinde tibia
- A, B, C
A
- malleolus medialis (A)
- facies articularis inferior (B)
- facies articularis malleoli medialis (C)
6
Q
structuren
- distale uiteinde fibula
- D, E
A
- malleolus lateralis (D)
- facies articularis malleoli lateralis (E)
7
Q
Fysiologische torsie tibia
- wat?
- A, B, C, D
A
- hoek tussen de dwarsas van de proximale tibia (A) (tibiaplateau) en de distale tibia (B) (enkelvork) = ca. 23°
- hierdoor ligt de anatomische lengte-as van de voet (C) naar buiten gericht, bij een naar voren gericht proximaal tibia-uiteinde
- verhoogt de stabiliteit van het staan op twee voeten → loodlijn van het lichaamszwaartepunt (D) dicht bij het midden van het steunvlak
8
Q
verbindingen
- welke soort?
- A, B, C
A
proximaal d.m.v. een amfiartrose
-art. tibiofibularis (A)
distaal d.m.v. een synartrose
-syndesmosis tibiofibularis (B)
membrana interossea cruris (C)
- straffe bindweefselplaat
- dient als oorsprong voor een deel van de onderbeenspieren
- stabiliseert samen met de syndesmosis tibiofibularis de enkelvork